vrijdag 7 oktober 2016

'Onderworpen' van Michel Houellebecq


Er staat een controversieel boek centraal bij Christine die avond van de 6de juli 2016. Maar eerst is er iets te vieren namelijk haar zestigste verjaardag. Onze gastvrouw trakteert ons niet alleen op champagne maar naderhand ook op lekkere hapjes en gerechtjes die passen in de (Arabische) sfeer van het boek. Zij was warempel geïnspireerd op de gastronomische beschrijvingen en de oosterse gerechten die het hoofdpersonage zich liet weggevallen.
Reinoud brengt een prelude met een gedicht uit de bundel ‘123 wereldgedichten van Dante tot Neruda’ dat hij herontdekt heeft in zijn boekenkast. Het is een zestiende-eeuws gedicht van Joachim du Bellay: “heureux qui comme Ulysse, a fait un beau voyage’ met als pointe: ondanks alle prachtige bestemmingen, gaat niets boven eigen huis en tuin.

Aansluitend signaleert Jo een tentoonstelling in het Palais de Tokyo in Parijs over de wereld van Michel Houellebecq, een portret van zijn obsessies en het failliet van de kapitalistische maatschappij.
Gesterkt door spijs en drank steekt het leesgezelschap van wal en Geert zet al stevig de toon. Hij vond het één der ergste boeken die hij gelezen had en zou het aan niemand aanraden. Wat hem stoorde was het hautaine en elitaire karakter van het boek waar hij weinig van begrepen heeft. Hij is ontgoocheld ondanks de mediagenieke aandacht die deze roman kreeg.
Ciska is dan weer gematigd positief maar ook niet zeer enthousiast. Het gegeven is interessant, zeker in een periode van politieke crisis in Europa omtrent de massale instroom van vluchtelingen. Het roept bij haar heel concrete ervaringen op in de school waar ze lesgeeft zoals leerlingen die in de toiletten een sluier aan doen. Hoewel goed geschreven vond ze het een kil en koud verhaal onder andere in de emotieloze passages over de dood van zijn moeder of zijn omgang met vrouwen.
Met Jo gaat het crescendo die enthousiast was over het provocerende maar ook intrigerende uitgangspunt. Hij nam zelfs de woorden ‘visionair schrijver’ in de mond en wees erop hoe actueel het thema is gezien de toekomstige burgemeester van een wereldstad als Londen een moslim zal worden. Het boek is verschenen nog voor de aanslagen tegen Charlie Hebdo in Parijs. Staan we al dichtbij een wereld zoals Houellebecq die voorspelt? En is dat dan een probleem? De auteur schopte al meer dan eens tegen de idealen en de schenen van de’ soixantehuitards’. Jo ziet het als een persoonlijke verhaal van een loser (nogal dikwijls dergelijke personages bij Houellebecq) in een ruimer politiek kader die via de Islam toch onverwacht een doel in zijn leven vindt. Een uitdaging van onze maatschappij is opnieuw waarden (zoals die van de Islam) te kunnen omarmen in het leven tegen het individualisme.
Chris relativeert dan weer wat hoewel hij ook zeer nieuwsgierig was naar dit boek en er veel van gehoord en gelezen had. Zijn conclusie is ook vrij enthousiast ondanks de sarcastische stijl die eigen is aan Houellebecq. Ook hij noemt de roman visionair maar soms wat drammerig. Er zijn interessante zijsprongen zoals de relatie tussen de literaire figuur Huisman en de indentitairen.
Voor Ludo was de kracht van de roman dat het om een geloofwaardige voorspelling gaat in een stijl die leest als een trein. Het gaat niet alleen over een opkomende moslimstaat maar over het failliet van de hele Westerse samenleving die een prooi wordt voor de Islam. Het hoofdpersonage ondergaat ook alles lusteloos en valt als vanzelf in de schoot van de Islam. Anderzijds wordt dit zware thema draaglijk door de bij momenten grappige stijl en zwarte humor. Ook knap is Huisman als literaire stijlfiguur en tegelijk het alter-ego van de auteur zelf.


Net als bij Ludo ebde bij Ina het vooroordeel van een te intellectueel onderwerp snel weg naargelang het lezen vorderde. De roman is goed opgebouwd waarbij de (Franse) intellectuelen dikwijls voor de bijl gaan. Niettemin is het verhaal soms toch hoogdravend en pedant. Een mooie passage is die van de Joodse vriendin van het hoofdpersonage wat een illustratie is van de goede mix van een persoonlijk verhaal in een bredere maatschappelijk-politieke context. Ina haar conclusie is dat de hoofdpersoon (en de auteur?) vooral een platte opportunist is die vooral in functie van zijn eigenbelang keuzes maakt en niet voor de ‘grote waarden’.
Gastvrouw Christine was aanvankelijk ook beducht voor het erudiete karakter van de roman en de entourage (proffen aan unief) maar vond dat toch goed meevallen. Het was een interessant betoog, helemaal niet zo futuristisch of waarschuwend mede door de vele ironie en sarcastische stijl. De figuur van Ben Abbas was goed en geloofwaardig geschetst en treffend was ook zijn ideeëngoed. Zoals bijvoorbeeld het distributisme met familiebedrijven als tegenhanger van het globalisme of de familie en het gezin als centrale schakel van de samenleving. Mannen worden anderzijds duidelijk bevoordeeld. Onderworpenheid wordt door de auteur omschreven als het summum van het menselijk geluk, zowel die van de vrouw aan de man als de mens aan god.
Reinoud heeft daar weinig aan toe te voegen en concentreert zich op de verslaggeving. Een grappige verspreking van Christine in de vergelijking met de roman “Zout op mijn dinges” van Benoite Groult zorgt voor hilarische reacties. Ludo wijst er tenslotte nog op dat Huisman ook een intrigerend verband met Brugge heeft door het boek l’alia over satanisme. Zijn inspiratiebron daarvoor was de kapelaan Van Haecke van de bloedkapel in Brugge. Hoe dit tot stand kwam, is goed beschreven in het boek “Un personage de roman” van Herman Bossiez uit 1943.
En uiteindelijk de scores: Geert 4 - Ciska 7,5 – Jo 8,5 – Chris 7,5 – Ludo 8 – Ina 8 – Reinoud 8 – Christine 8 = een gemiddelde van 7,5 / 10.
Reinoud Van Acker

vrijdag 8 juli 2016

'De straat van de donkere winkels' van Patrick Modiano

De verwachtingen waren hooggespannen bij het lezen van een boek van Patrick Modiano, Nobelprijswinnaar literatuur 2014, bekroond om zijn sublieme “herinneringskunst waarmee hij de meest ongrijpbare menselijke lotsbestemmingen” heeft weten op te roepen, aldus het  Nobelprijscomité.

Waarover gaat het boek? Guy, een privédetective met een complete black-out wat zijn verleden betreft, onderzoekt via flarden van herinneringen, vage kennissen, foto’s,  geuren, sferen en gevoelens die hij meent te herkennen,  zijn eigen voorgeschiedenis en identiteit.  Dit brengt hem in een bijna onwerkelijke wereld van  sjacheraars, schimmige louche personen, gigolo’s, landverraders en mensen met bedenkelijke morele waarden. Het resultaat waar hij op uitkomt,  blijft flou, in een sfeer van geheimzinnigheid, "onopgelostheid", en vaagheid.

De zoektocht voert  het hoofdpersonage naar diverse locaties in Parijs, een grootstad die zich evenzeer als hoofdpersonage aandient. Het is de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Het is een tijd waarin  vluchtelingen vanuit diverse landen hun toevlucht zochten tot de Parijs:  Russen die toegestroomd waren na de Russische revolutie, Grieken, Engelsen, Zuid-Amerikanen en joden vanuit gans Europa. Iedereen probeerde er zijn plaats te vinden via contacten, louche zaakjes en duistere jobs.  Hierin probeert Guy zijn verleden te reconstrueren zijn geheugen en identiteit terug te vinden, maar alles ademt een mistige fragmentaire sfeer uit,  net zoals ons geheugen.

Guy graaft in zijn mistige verleden en krijgt slechts mondjesmaat wat informatie over zichzelf:  waarschijnlijk Joods, sjacherend en handelend in dubieuze zaakjes,  contacten met maffia-achtige personen, vriendin waarvan de lotsbestemming onduidelijk blijft ,  gevlucht over de grens wegens zijn louche zaakjes, zijn vondst in de sneeuw – onderkoeld ..., alles blijft vaag en mistig.  Zo ook het einde: zal hij in Rome in de straat van de donkere winkels zijn ware identiteit vinden?

Modiano confronteert ons met universele, metafysische vragen zoals:  wie ben ik, wat is het leven eigenlijk?  Zijn wij de som van onze herinneringen, een verzameling van foto’s met hun geschiedenis, indrukken en gevoelens waarbij alles vervormd is door de tijd, en het geheel mistig,  flou en vergankelijk blijkt.  
De eerste en laatste zin van het boek zijn typerend : “ik ben niets” is de aanhef van het boek; “vervliegen onze levens niet even snel in de avond als kinderverdriet” is het slot . Betekent het iets dat ik leef en geleefd heb?  Worden we niet snel vergeten?  En toch spreekt uit de ganse zoektocht van het hoofdpersonage een diep verlangen om “iemand”, een uniek individu te zijn . Evenzeer benadrukt de zoektocht hoe omstandigheden de toekomst van een persoon kunnen bepalen. “Het lot”?

De commentaren van de leden van het genootschap waren niet unaniem positief. Ondanks de zeer vlotte schrijfstijl, wat door iedereen beaamd werd, vonden zowel Ina, Ludo, Geert en Ciska het vooral een verpakking zonder inhoud, een “kettingverhaal” stilistisch gemakkelijk te schrijven , “ijskoud” (Ina), afstandelijk en volgepropt met nodeloze details, bijwijlen magisch-realistisch (Ludo).  Meest positief waren Jo en Christine die geboeid waren door de sfeer van mistigheid, de zoektocht naar het verleden, de film-noir sensatie. 

Belangrijk was ook de achtergrondinformatie die Jo ons gaf over de persoon van Modiano.  De schrijver heeft een Vlaamse moeder en een Italiaanse Jood als vader . Gedurende de  tweede wereldoorlog overleefden zijn ouders door allerhande louche contacten en zaakjes die het daglicht niet verdroegen. Vandaar zijn belangstelling voor het schimmige verleden, malafide personen en dubbelzinnige moraal, een mistige toestand waarin mensen pogen te overleven. Ook belangrijk vond Jo de functie van Parijs in het verhaal. Zo mistig en flou het verleden en het geheugen, zo precies is de toponymie van de stad: men volgt moeiteloos het afgelegde parcours in Parijs, de stad als personage in een film-noir.  Hieruit blijkt de liefde van de schrijver voor Parijs , maar het kan ook gezien worden als contrast tegenover de vaagheid en onjuistheid van ons geheugen.

De punten :  Chris 7 , Ciska 4, Ludo 5, Ina 5, Christine 8, Jo 8 , Reinoud 7 en Geert 4,  maakt dus 6 als globale score . 

zaterdag 2 juli 2016

Lezen tot de boot komt

Voor Dubrovnik, aan de Dalmatische kust, ligt het paradijselijke eilandje Lokrum, een kwartier varen. Benedictijnse monniken namen het tijdens de middeleeuwen in bezit, delen van de abdijsite bleef bewaard.  Lokrum lag ook de Belgische prinses Charlotte, dochter van koning Leopold I, en haar man, Maximiliaan van Oostenrijk, na aan het hart. Ze verbleven er  vaak en graag tot ze meegesleurd werden in een onfortuinlijk Mexicaans avontuur.


Het havenhuis, bij de aanlegkade, biedt een bibliotheekje aan, heterogeen, boeken bijeen gesprokkeld over de jaren heen. Iedereen passeert er: er is maar één aanlegsteiger en overnachten op het eiland is verboden. Boeken ter beschikking van eilandbezoekers die wachten op de eerstvolgende boot.



'Tram 83' van Fiston Mwanza Mujila

Op 1 maart bespraken we bij Ina ‘Tram 83’ van de Congolese naar Oostenrijk uitgeweken auteur Fiston Mwanza Mujila. Deze debuutroman uit 2013 sleepte verschillende literaire prijzen in de wacht en speelt zich hoofdzakelijk af in de bar ‘Tram 83’. De hitsige, chaotische, turbulente en overdonderende gebeurtenissen die er de hoofdpersonages Lucien en Requiem te beurt vallen, gaven aanleiding tot een al even turbulente gedachtewisseling. Ciska en Ludo ontbraken spijtig genoeg op het appèl. 

Het verhaal speelt zich af in een niet nader genoemde Congolese stad die zijn beste tijd gehad heeft en ten prooi valt aan verval, chaos, … en verwordt tot een plek waar eenieder op al of niet wanhopige wijze tracht te overleven. Christine las nooit eerder een dergelijk boek, maar dat had het genieten niet in de weg gestaan. Meer dan een verhaal vond ze het een sfeerschepping van de anarchie, de promiscuïteit en de levenslust. Ondanks alles blijft het volk doorgaan, blijft er middenin de miserie een zekere veerkracht overeind. Geert sloot zich hier bij aan, bewierookte de grandioze sfeerschepping, maar zocht tevergeefs het verhaal. Waar gaat deze roman over? Ook Jo was een beetje overdonderd door de hypnotiserende taal en de muzikaliteit in de structuur. Inhoud en vorm zijn op mekaar afgestemd in hun absolute chaos. Reinoud en Chris vonden die ietwat experimentele vorm en structuur vooral vermoeiend. Chris ergerde zich zonder meer aan het nihilisme dat de roman in zijn vorm en inhoud ten toon spreidt. De Afrikaanse cultuur en de hedendaagse problemen worden vernietigend benaderd. Waar is de hoop en de schoonheid die evengoed typerend zijn voor Afrika? 

Er ontstaat een stevige discussie: hoe accuraat is dit nihilisme wanneer je over het huidige Congo schrijft? Ook Reinoud mist menselijkheid en hoop in deze roman. Jo vond het een typisch mannenboek, het benadert vrouwen toch wel bijzonder denigrerend (vrouwen worden consequent omschreven als ‘neukkuikens’). Ook over de stijl zijn de meningen verdeeld. Voor de enen lijkt het vooral iets waar Mujila mee uitpakt en die de inhoudelijke leegte van het boek maskeert (of in de verf zet), voor anderen werkt die juist bezwerend. Zo werd Ina er echt door in het boek getrokken en had ze het erg graag gelezen. De individuele beoordelingen lagen uiteindelijk dicht bijeen, op uitzondering van Chris die dit een lelijk boek vond in alle betekenissen, én Ina die het echt graag gelezen had: Reinold (5,5), Jo (5,5), Geert (6), Chris (3), Ina (8) en Christine (6). Dit geeft een gemiddelde van 5,7, maar iedereen toch content want wat hadden we ons weer eens laten gaan. 

vrijdag 1 juli 2016

'Te veel geluk' van Alice Munro

Het jaar is nog jong wanneer we op 18 januari 2016 verzamelen blazen bij Ludo. Ciska en Chris kunnen er tot onze spijt niet bij zijn. Chris gaf wel zijn mening over het boek door.

De avond begint traditiegetrouw met een favoriet fragment van de volgende gastheer of –vrouw. Ik kies voor een kort citaat van de Amerikaanse fotograaf Walker Evans(1903-1975): I go to the street for the education of my eye and for the sustenance that the eye needs-the hungry eye, and my eye is hungry.’ Voor mij een mooie en herkenbare formulering in verband met ‘kijken’, de nieuwsgierigheid ernaar en de noodzaak om het veel te doen. 
Walker Evans | Moma

Ook auteur Alice Munro kijkt aandachtig naar mensen en dingen. In tien kortverhalen beschrijft ze in het boek ‘Te veel geluk’ lief en veel leed tijdens dit leven op onze planeet, vaak bekeken door vrouwenogen. Het laatste verhaal op rij –dat, vind ik, een beetje een ander karakter heeft dan de negen voorafgaande- gaf toch de titel aan de verhalenbundel. Menselijke relaties en eigenaardigheden staan centraal in de verhalen, die zelden een heel rechtlijnig scenario hebben. ‘Kabbelen’ is een woord dat herhaaldelijk valt als we proberen dit werk te omschrijven. Toch gebeuren er vaak hallucinante, onvoorstelbare dingen die een mens doen huiveren.

Niet iedereen heeft het boek uitgelezen, wat in dit geval (met tien op zich staande verhalen) geen uitgesproken ‘oordeel’ over de kwaliteit hoeft te betekenen. Bijna alle lezers zijn het er over eens dat Munro een begenadigde pen heeft, en dat ze een sfeerschepper bij uitstek is. Het bevreemdend karakter, het fragmentaire en de onvoorspelbaarheid van de verhalen vallen echter niet bij iedereen echt in de smaak. Het is soms verwarring troef, en dat kan –ondermeer- voor een gevoel van onbehagen zorgen. De traagheid van Munro’s stijl doet voor enkele lezers simpelweg afbreuk aan het leesplezier.


Ludo verwijst naar het werk van Roger van de Velde (jaren ’60-’70) die destijds in enkele verhalenbundels (‘Knetterende schedels’ en andere) onder meer zijn medegevangenen beschreef toen hij zelf achter de tralies zat. Ook hij deed dat in de vorm van kortverhalen, een literair genre dat op zijn retour lijkt. In het werk van Van de Velde is ‘het lijden’ een overheersend thema, en dat is ook zo bij Munro. Bij veel van haar personages zijn er  ‘hoekjes af’. Ook de naam van Dirk De Wachter valt, de psychiater die pleit voor ‘leven met onze kwetsuren’ en ‘leren weer een beetje ongelukkig te zijn’.  Jo ziet dan weer gelijkenissen met de populaire tv-reeks ‘Bevergem’, en zet ‘Te veel geluk’ nog een trapje hoger. Reinoud vermeldt het ‘achterhouden’ van bepaalde elementen in de verhalen, en het vernuft van de ‘constructies’.
Chris –geen uitgesproken liefhebber van dit boek- noemt in de bespreking die hij doorgaf aan de voorzitter ‘Kinderspel’ zijn favoriete verhaal. En hij is niet de enige. Naast ‘Kinderspel’ zijn ook ‘Gezicht’ en ‘Hout’ enkele lezers bijzonder bijgebleven.

Al bij al gemengde gevoelens rond ‘Te veel geluk’ en dat zien we ook aan de score: Jo 8,5, Reinoud 8, Ina 8, Christine 7,5, Ludo 7, Geert 6, Chris 6. Dat brengt ons op een gemiddelde van 7,3.

Volgende bijeenkomst: op 1 maart 2016 bij Ina voor ‘Tram 83’ van Fiston Mwanza Mujila uit Congo

zaterdag 7 mei 2016

Leesarchief


  • John Berger (°1926) is overleden (DS 4 januari 2017). De Britse auteur, antropoloog, kunstcriticus enz. die zich terugtrok in een klein Frans bergdorp en er de ontbinding van de rurale samenleving registreerde, Het varken aarde en andere boeken (trilogie De vrucht van hun arbeid, met onder meer het "varken" kwam vorig jaar nog in Nederlandse vertaling uit). Geoff Dyer schreef een boek over Berger, in 1986, zijn eersteling.
  • Het jongste boek van Julia Blackburn (Draad: het delicate leven van John Craske, De Bezige Bij, 2016) doet in meer dan één opzicht denken aan 'De ringen van Saturnus' van W.G. Sebald. Het boek situeert zich in Norfolk, de zee speelt een hoofdrol en het boek is opgebouwd uit stukken die ogenschijnlijk weinig uitstaans met elkaar hebben. En het boek wordt door recensenten zeer hoog ingeschat, "een stil en gelaagd werk" zegt Kathy Mathys in Sdl an 23 september 2016, waarna prompt 5 sterren worden gegeven. 
  • Lang geleden passeerde 'Het leven en de dood in den ast' op een van de lijstjes bij de keuze van een boek. Streuvels novelle uit 1926 maakte evenwel geen kans. Maar zeg nooit:  'nooit', nu er een nieuwe editie uit is (Lannoo, 2016, 120 p), én een kunstboek "Ast" bij dezelfde uitgever, met zwart-wit foto's die de sfeer vatten. "Een absoluut meesterwerk", zegt Koen Peeters; "een totaal meesterwerk" dixit David Van Reybrouck. Komaan!
  • Leen Huet is een kunsthistorica met een fijne pen en een grote verbeeldingskracht. De kunstenaarsbiografie over Pieter Bruegel (1525?-1569) is een fraai staaltje van haar kunnen. Dit vuistdik boek over een man van wie nauwelijks biografische gegevens zijn overgeleverd, is meteen een portret van de zestiende-eeuwse geleerdenwereld en een inleving in een bijzonder bewogen tijd (Opstand tegen Spanje).  Want Breugel was niet de "boerenschilder", wel een hooggestemde humanist binnen een intens netwerk (Uitgeverij Polis, 2016, 472 p.).
  • De laatste pagina van StL verbindt telkens twee schrijvers door middel van een brief. In Stl 3349 richt Sarah Hall (onder meer De komst van de wolven) zich vol bewondering tot de vorig jaar overleden Amerikaanse auteur James Salter (Lichtjaren, Alles wat is,  en het autobiografische Dwars door de dagen): 'Zo'n uitmuntende literatuur, altijd onmiskenbaar Salter. Sensueel, integer, gul van geest. Ze toonde ons wat echt in ons binnenste zit, ze brak de dingen open... We zijn de slachtoffers van het leven'. 

vrijdag 6 mei 2016

Brugs leesgezelschap bepaalt literaire agenda

Bescheidenheid is een niet onaardige deugd, maar soms moet je ook de dingen durven zeggen zoals ze zijn. En dat is dat juryleden van de meest prestigieuze literaire prijzen in  ons taalgebied nauwgezet onze blog volgen. Wij, het Brugse leesgezelschap, zetten Muidhond en De onderwaterzwemmer op onze leeslijst, en prezen beide boeken net niet de hemel in, wat ze meteen
"incontournable" maakt. De geleerde jury mag zich dan nog wel uitsloven in hoogdravende leesrapporten; de simpele waarheid is dat hij geen andere keus had dan beide boeken te nomineren, zowel voor Libris als voor Fintro (was: Gouden Uil).

Zal "Het Brugse leesgezelschap" in het juryverslag worden vermeld? Uiteraard niet. Wij blijven lekker onder de radar vliegen, maar weten: wij bepalen de literaire agenda.

Lezen onder de Egyptische zon


"Kom je op je wandelwegen een bijzondere bibliotheek, boekhandel of wat dan ook in verband met boeken tegen, stuur ons een fotootje". Voor onze blog. Deze vernieuwde oproep was nog niet koud, of onze Midden-Oostenmedewerker deponeerde dit plaatje in de brievenbus van het leesgezelschap. Egypte is de plaats, lekker lezen in het zonnetje de boodschap. En heb je je boek uit, je laat het achter in het bibliotheekje. Je vindt er wat Nederlandse boeken, wie Russisch kent heeft ruimere keuzemogelijkheden. Dank u wel, Linda!

'De onderwaterzwemmer' van Pieter Frans Thomése


Het is midden november en het leesgezelschap nestelt zich in de gezellige woonkamer van Jo. Boeken zijn hier overal, ons ideale biotoop dus. Er is een intro en een boek te bespreken, het belooft opnieuw een onvergetelijke avond te worden.

Met een voorleesstukje mag Ludo de dans openen en hij koos – het stond in de sterren geschreven – voor Chris De Stoops ‘Dit is mijn hof’, met name het stukje waarin de hormoneninspectie toeslaat op zijn ouderlijke hof. Dit was een passage die Chris De Stoop zelf voorlas op een lezing in Eeklo (1 oktober 2015). “Een gezonde samenleving heeft een gezonde landbouw nodig” is de grondtoon van ‘Dit is mijn hof’.  Stof tot discussie, maar daar is in een voorleesmoment geen plaats voor. Jammer.

Intussen bevolken fijne bieren (uit de kelder of de ijskast!), wijn en heerlijke hapjes de tafel, waarop nu ook het boek van de avond wordt gelegd, ‘De onderwaterzwemmer’, de jongste roman van de Nederlandse auteur Pieter Frans Thomése (°1958). Jo had al eerder onze aandacht op Thomése gevestigd, onder meer door voor te lezen uit ‘Schaduwkind’. ‘De onderwaterzwemmer’ bestaat uit drie delen, drie perioden uit het leven van de hoofdpersoon Tin: de jongen van 14 jaar die in oorlogstijd met zijn vader de rivier overzwemt, de volwassen man die zijn vrouw vergezelt op een uit de hand lopende Afrikareis op zoek naar hun|haar Forster-Parents-kind, de “ouderling” in een ziekenhuisbed in Cuba.

Alle lezers vinden dit een bijzonder boek: goed geschreven, gevoelig, ontroerend en soms hilarisch, diepgravend in de “condition humaine”. Verschil in waardering ligt hem vooral in de verhouding van de drie delen. Iedereen vindt de manier waarop in het eerste deel een traumatische ervaring literair vorm krijgt, sterk,  ontroerend, heel mooi. Een hoofdstuk dat zo in bloemlezingen Nederlandse literatuur thuishoort. Chris vraagt zich wel af of de toon hier goed zit: zijn dit de reflecties van een veertienjarige? Zijn voorkeur gaat uit naar het middenluik, met een aantal fenomenale scènes. Onder
meer Ciska, Ina, Reinoud en Ludo ervaren het afsluitende deel als ongeloofwaardig, te gemakkelijk, waardoor afbreuk wordt gedaan aan het volledige verhaal. Vooral Christine en Jo hebben oog voor het evenwicht in het boek. Ze wijzen erop hoe de auteur bijzonder knap de drie fasen van het leven vorm geeft door verandering in toon, stijl en woordgebruik. Zo weerspiegelt de ironische toon in het tweede deel de taal van een volwassen man die zich onzeker voelt. 
    
Vele grote vragen worden in dit boek aan de orde gesteld, onder en boven de oppervlakte. Hoe omgaan met schuld? En met verlies? Verlies en schuld. Is het mogelijk om een ander te worden, een nieuwe mens te worden? “Onmacht”, wordt dan op tafel gelegd, als centraal thema. Of “onrust”. Of nog: “Angst om te leven, om dingen te doen”, wat het boek meteen ook zo actueel maakt. Het zijn ook deze vragen waarover verder wordt gereflecteerd, goed wetend, een antwoord komt er niet, het is het bevragen, steeds opnieuw, die ons maakt tot wie we zijn, broze, zoekende mensen. Het geven van de punten is dan het signaal om ons terug tot de orde van de dag te brengen: Geert 8, Christine 7,5, Chris 6,5, Ciska 7,5, Ina 6, Ludo 7, Jo 8,5 en Reinoud 6,5, wat een eindresultaat van 71,9 oplevert.


En, zo gaat dit al jaren in ons gezelschap, wie opent, mag ook afsluiten, dit met de voorstelling van het nieuwe boek. Ludo haalt uit zijn tas een bundel kortverhalen van Alice Munro, ‘Te veel geluk’. Waarop iedereen in de nacht verdwijnt, hoopvol om de overkant te bereiken. 

donderdag 11 februari 2016

'Muidhond' van Inge Schilperoord

Op vrijdag 18 september lag bij onze bijeenkomst bij Geert  het boek Muidhond van Inge Schilperoord op tafel. Een debuutroman over pedofilie geschreven door een forensisch psycholoog. Een ongewoon en ongemakkelijk boek. Waarover gaat het precies?

Als lezer zitten we de hele roman op de huid van Jonathan. Bij gebrek aan bewijs komt hij na enkele maanden vrij en trekt terug in bij zijn moeder in een klein kustplaatsje. De oude vissersbuurt wordt  weldra afgebroken en dan zullen ze verhuizen naar een nieuwbouwwijk. In het krot naast hen wonen voorlopig een jonge moeder en haar tienjarige dochter. Geen sociale controle en een verwaarloosd kind dat zich stierlijk verveelt. Er is een grote stervende vis, een muidhond, en een oude hond waar het meisje dol op is. Het wordt steeds warmer. Iedereen kijkt Jonathan met de rug aan, behalve de vis, de hond en het meisje. Jonathan wil beter worden, volgt verbeten zijn werkboek maar raakt steeds meer verstrikt in de driften van zijn geaardheid.

Aanvankelijk heerst wat huiver bij enkele leden van ons gezelschap:
- Is de symboliek niet te doorzichtig? Zo'n grote gewonde vis een bokaaltje dat langzaam zijn kookpunt bereikt (dixit Ciska).
- Toch wat al te voorspelbaar: eenzaam meisje zoekt  speelgenoot in een afbraakwijkje (zegt Reinoud)
-Vooral belerend: het werkboek waar Jonathan elke dag mee aan de slag moet krijgt een prominente plaats tussen de verhaalattributen (zegt Ludo).
-Het personage van de pedofiel klopt niet. Het marginale profiel strookt niet met de realiteit: teveel ellende op een hoop (zegt Christine vanuit de eigen praktijk).

Het wordt meteen duidelijk dat de worsteling van Jonathan met zijn geaardheid weinigen rond de tafel onbewogen laat, bovendien hebben ook Chris en Geert in hun werksituatie ervaring met deze problematiek.
Geert stelt het scherp: Wie treft hier schuld? De moeder die op de vlucht is voor de bijzondere jeugdzorg en haar dochter verwaarloost? Heeft Jonathan zich schuldig gemaakt aan strafbare feiten? Is pedofilie een misdrijf? Angst en hysterie bepalen ons beeld; waarom reageren we zo verkrampt?
Ina brengt ons terug tot de literatuur: ze heeft een knappe roman gelezen in een verzorgde, elegante taal. Niemand spreekt haar tegen. Ze wijst op de perfecte spanningsboog  en wordt daarin bijgevallen door Chris. Ook Reinoud geeft toe dat hij het boek in een ruk heeft uitgelezen.
Chris is vol lof over de personages, erg accuraat geschetst en met een grote inleving. Geert noemt de empathie ronduit subliem wat ook Ludo beaamt.
Ina doe er nog een schepje bovenop en vergelijkt "Muidhond" met "De Vlucht" (een veelgeprezen eerdere titel op onze leeslijst): sobere opbouw, schaarse personages, een uitgepuurde, gave stijl en een  dreigende, troebele ondertoon.

Een boeiende discussie en een verdeelde appreciatie die zich laat lezen in de quotering:
Reinoud: 6 / Christine: 6,5 / Ciska : 7 / Ludo: 7 / Geert: 8 / Chris: 8 / Ina: 8 / Jo : 8,5
Samen 59/80 of 7,4 gemiddeld.

Tot slot nog een leestip: ik ben nog aan het bekomen van Een honger van Jamal Quariachi. Was ik al behoorlijk onder de indruk van Muidhond, ik vond het een beklijvende en tragische roman, dan laat Een honger mij even woordeloos achter. Het is een verpletterende roman over hetzelfde thema: pedofilie, angst en de collectieve kramp bij elke afwijking van de norm.

Jo

woensdag 30 september 2015

Boekenkast in de regen


De voorbij zomer liepen we op een regenachtige dag in de hoofdstraat van het aardige en interessante stadje Arnsberg (Sauerland) deze boekenkast (Bücherschrank) tegen het lijf. "Lesen, Tauschen, Entdecken", staat te lezen op het gebruikerspaneel, lezen, uitwisselen en ontdekken dus. Toeristen en inwoners van Arnsberg worden uitgenodigd om een boek mee te nemen, en achteraf terug te brengen of te vervangen door een ander boek. En het werkt. Deze boekenkast wordt (onzichtbaar op deze foto) links geflankeerd door de Openbare Bibliotheek, rechts door een mooie boekhandel. Het boekenhart van Arnsberg.

Ludo

dinsdag 29 september 2015

Warm aanbevolen


Gezien in een Madrileense boekhandel. In dit digitale tijdperk hangt er een doodgewoon paneel met briefjes waarop lezers leestips uitwisselen. Voor de geïnteresseerden: La Central (Calle del Postigo de San Martin, 8) is een grote internationale boekhandel waar men ook een natje en een droogje kan consumeren. 
Een aanrader voor wie de Spaanse hoofdstad bezoekt.

Ina

donderdag 24 september 2015

La Superba gesignaleerd in Sint-Michiels

Het verslag (eigenlijk een interview, een privilege dat de voorzitter zonder inspraak heeft afgedwongen) werd al eerder gepubliceerd, hier een foto stiekem genomen tijdens de bespreking van dit boek op een niet nader te noemen terras te Sint-Michiels. Het was een warme zomeravond zoals er zovele zijn in Genua of La Superba (in Vlaanderen wel eens onderbroken door een fikse regenbui). Gelukkig zijn er grote parasols waaronder men met velen kan schuilen. Ondertussen savoureerde het leesgezelschap van een huisgemaakte 'negroni', de rode lievelingsdrank van de auteur en tegelijk het hoofdpersonage van La Superba. Alsook de Italiaanse witte wijn vloeide rijkelijk om de dito hapjes door te spoelen. Proost! Van links naar rechts: Ciska, Ina, Geert, Ludo, Jo, Christine en Chris (Reinoud was fotograaf).


zaterdag 5 september 2015

'De bres' en 'Dit is mijn hof'

‘De bres’ van Chris De Stoop was het boek waarmee deze leesgroep, bijna tien  jaar geleden, uit de startblokken ging. ‘Blijft het beste boek dat we hebben gelezen’ herhaalt onze voorzitter als een mantra  op bijna elke leesbijeenkomst. ‘De bres’ gaat over Doel, over de strijd tussen Wase polderboeren en de havenlobby, eigenlijk over de ongelijke strijd tussen landbouw en grootindustrie. ‘Ik laat dit onderwerp niet los’, berichtte Chris De Stoop ons toen, ‘er komt nog een vervolg’. Dit vervolg draagt de titel ‘Dit is mijn hof’ en werd deze week dinsdag boven de doopvont gehouden. Aan de orde is het machtsdenken van de natuurlobby, mee verantwoordelijk voor de teloorgang van landbouw en platteland.  
‘De bres’ en ‘Dit is mijn hof’ vormen een tweeluik: met plattelandscultuur en landbouwers als grote verliezer en machtslobby’s (industrie en natuur) die gaan voor eigen gewin, met nauwelijks kennis van en respect voor de historische en sociale betekenislagen van ons platteland. ‘Als we dan niet investeren in grote aaneengesloten natuurgebieden dreigen pakweg de blauwborst of het visdiefje niet meer dan een herinnering te zijn’. Zo staat het, echt waar, in een reactie van Hermes Sanctorum op ‘Dat is mijn hof’ in DS 4 september 2015. Arme boeren, arme Chris De Stoop: dit nieuwe boek - "het belangrijkste boek in mijn leven", dixit de auteur - zal niets veranderen aan “dat sociaal drama waar niemand wakker van ligt”.   

Ludo  

zondag 23 augustus 2015

'La superba' van Ilja Leonard Pfeijffer


Interview met Geert Wullaert als verslaggever

 Voordat we een vraag konden stellen, steekt onze voorzitter enthousiast van wal: "We dachten dat we ons vergist hadden van adres want onze gastheer Reinoud was bijna onherkenbaar geworden met zijn baard. Niemand had dat verwacht of had hem met baard gezien tot nu plots. Hij verraste ons met lekkere Italiaanse hapjes en het bloedrode aperitiefdrankje dat zo dikwijls in het boek voorkomt: een Negroni zijnde een cocktail van gin en campari met rode vermouth, aangelengd met spuitwater en ijsblokjes. Iedereen durfde het aan om te proeven zodat de sfeer er van bij het begin goed inzat."

 Geert herinnert zich nog dat Ludo de bloggers bedankte voor hun bijdragen zodat de achterstand nagenoeg ingehaald is. Geert stelde zelf als 'eerste lezing' het boek 'BelgaCult' van Liesbeth Imbo voor, 25 momenten die cultureel België bepaald hebben, van Jef Geeraerts tot Stromae.

Maar toch werd vrij snel overgegaan naar de bespreking  van het boek zelf en verwezen een paar leesgenoten naar de film 'Genova' van Michael Winterbottom die toevallig een week geleden op TV vertoond werd. In plaats van een klassiek verslag volgt hierna een interview met de verslaggever.

 Wat is je algemene appreciatie van het boek?

Geert: "Ik vond het moedig van de schrijver om zichzelf zo bloot te geven hoewel hij in het begin nogal hautain en ijdel overkwam. Maar dat evolueert in de loop van het boek want de auteur relativeert zichzelf regelmatig met veel humor. Dus moeizaam gestart en daarna toch wel op dreef gekomen ... en dat bleek nu net de ervaring van de meeste leesgenoten te zijn."

 Wat is het belang van de locatie Genua?

Geert: "Zeer belangrijk uiteraard, de titel alleen al verwijst ernaar (bijnaam van Genua: de hoogmoedige). De auteur heeft  er ook vele jaren verbleven. Alhoewel aanvankelijk het boek als een saaie reisgids begon met een opsomming van straatnamen en pleintjes. Vroeger was Genua mij onbekend en reden we er voorbij op onze reizen, maar na het lezen van het boek ben ik nieuwsgierig geworden en zou ik de stad graag verkennen. Christine o.a. vond de beschrijving van de stad heel treffend met mooie parallellen tussen heden en verleden. Jo en Ludo wezen er terecht op dat de stad Genua als een protagonist of personage opgevoerd wordt."

 Hoe ervaar je de auteur als personage?

Geert: "Zeer dubbelzinnig: enerzijds hoort hij zichzelf graag bezig maar anderzijds geeft hij aan dat hij ook maar een migrant is in een vreemde stad. Hij was daar eerlijk in. Zoals Jo vertelt: hij straalt arrogantie en branie uit als een bronstige stier die zijn pik achterna loopt maar tegelijk relativeert hij zichzelf constant zodat de lezer geleidelijk aan meer inlevingsvermogen krijgt. We hebben ook een tijdje gediscussieerd over de al dan niet noodzakelijke ijdelheid van schrijvers en kunstenaars."

 Wat vond je van de schrijfstijl en het literaire gehalte?

Geert: "Ik heb er geen bijzondere mening over maar bepaalde leesgenoten zoals Christine en Ludo citeerden heel uitdrukkelijk zijn rijk en beeldend taalgebruik, hij is een rasechte literator. Ciska vermeldde dat hij 2X de Tzumprijs gewonnen heeft voor de beste literaire zin van het jaar. Chris, Jo en Ludo signaleerden dat een grote sterkte van het boek was dat het onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie vervaagde, alles is waar wat hij zichzelf inbeeld; fantasie wordt voor waar aangenomen. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde bizarre scènes op het surrealistische af zijn, zoals de scène met het been of de verkoop van het theater"

 Welke personages zijn je bijgebleven?

Geert: "In eerste instantie de schrijver zelf zoals eerder gemeld. Verder waren er enkele personages die eerder zielig waren zoals de Don die ganse dagen gin zat te drinken. Ciska vond dan weer 'het mooiste meisje van Genua' zeer aangrijpend, ook een tragische figuur die in een cyclische stijlfiguur een grote evolutie meemaakt op het einde. Chris van zijn kant was geïntrigeerd door het indringende verhaal van de Senegalese migrant Djibi.

 Hoe sprak het migrantenthema je aan?

Geert: "Ik was daardoor zeer getroffen en had dit niet direct verwacht. Het heeft een ommekeer veroorzaakt in mijn leeservaring van het boek. Heel mooi vond ik de durf om de vergelijking te maken tussen de asielzoeker Djibi en de immigrant die de schrijver zelf was. Ik herkende mij heel sterk in de opmerking van Reinoud die zei dat hem het tragische verhaal van de migrant getroffen had die een onrealistisch beeld heeft over het Westen maar zo gedreven is door die droom dat hij niet durft te vertellen aan het thuisfront dat dit niet klopt en geld blijft sturen naar zijn familie ook al moet hij daarvoor lenen."

 Zat er een evolutie in het boek?

Geert: "Wees maar zeker! De eerste 50 bladzijden is het boek zeer beschrijvend maar geleidelijk aan wordt de lezer meegezogen in het verhaal of de verschillende verhalen zoals Ina aanhaalt. Zij vertolkte daarbij de mening van de meeste leesgenoten. Diverse puzzelstukken worden in de loop van het boek aangereikt die op het einde in elkaar blijken te passen."

Het verwondert dan ook niet dat dit boek een gemiddelde score van 8 op 10 haalt.

 interviewer Reinoud

donderdag 4 juni 2015

'De ontheemden' van Amin Maalouf

Vooraleer ons te storten in het recente verleden van Libanon, komt Reinoud nog eens terug op ons vorige boek, Aards Paradijs van Seppe Van Groeningen, waar John Lennon de grote held was van het hoofdpersonage. We zien fragmenten uit een documentaire over John Lennon begin jaren 1970, kort na de Beatlessplit en horen het verscheurende nummer 'Mother' uit de plaat 'Plastic One Band.

Het onthaal ten huize Christine was eens te meer hartverwarmend, niet alleen door de rijkgedekte tafel met hapjes en dranken die verband hielden met de mediterrane context van ons boek maar vooral door haar gastvrije stijl, enthousiasme en aanwezigheid. Daarna beet Ciska de spits af: hoewel ze (als enige) het boek al gelezen had, heeft ze het met plezier opnieuw verslonden. Wat haar aansprak was de nostalgie, de heimwee naar betere tijden en het lang uitgesponnen gefilosofeer onder vrienden die door de Libanese burgeroorlog verspreid geraakt zijn over de wereld. De auteur beschrijft mooi wat een oorlog doet met een gewone mens.

Geert intervenieerde plots want hij moest zijn ei leggen in zijn typerende kritische stijl: hij heeft het hele boek toegeleefd naar de ontmoeting en reünie onder de vrienden maar het einde met het auto-ongeluk was een ware anticlimax waardoor het boek plots uitdoofde. Jammer. Ook dat de vriendenkring alle soorten religies en geaardheden moest hebben, vond hij zeer geconstrueerd.
Er ontspint zich een discussie over het discutabele einde: een groep vond dit zeer ontgoochelend, anderen vonden dan weer dat het wel goed zat omdat alles al gezegd was.

Ludo maakt de balans op in 5 puntjes: hem trof alvast de fascinerende geschiedenis van Libanon, het historische debacle van onze wereld, de frustratie van de Arabische cultuur en de teleurgang van Beiroet als kosmopolitische stad. Hoewel hij de literaire stijl niet zo hoogstaand vond, erkende hij sterk de literaire techniek van 'het al schrijvend nadenken' of: door op te schrijven krijg je inzicht. ook fascinerend vond hij bepaalde concepten zoals 'the blind spot', wat anderen direct bijtraden.

Chris beaamde dat de complete geschiedenis van Libanon zeer toegankelijk gebracht werd terwijl Christine de essentie voor haar samenvatte als: dit boek gaat over persoonlijke keuzes die iedereen maakt in welbepaalde omstandigheden. Haar troffen de vele ethische en morele kwesties die aangesneden werden op een toegankelijke manier. Ina was gefascineerd door de genuanceerde voorstelling van de Arabische wereld met een samenleven van diverse etnische groepen, een hoogstaande cultuur en vooral een grotere tolerantie dan het Christendom. Wat haar ook bijbleef - ondanks het nogal saaie hoofdpersonage - was het onvervulde verlangen uit zijn jeugd en de onvervulde illusies op het einde.

Jo verraste ons dan weer dat hij het boek in het Frans in originele versie gelezen had met als titel 'Les désorientés'. Hij vond het zalig en prettig lezen in het Frans en vatte het boek samen in het citaat: "Tes amis te servent à te préserver tes illusions le plus longtemps possible" of "Je vrienden zorgen dat je zolang mogelijk je illusies in stand houdt." De personages zijn het oosten kwijt, al hun illusies kwijt, ontworteld; alle verwachtingen in het leven worden illusies. Jo was ook gecharmeerd door de dagstructuur in opgaande lijn en de brede historische kijk op de Arabisch-Israëlische kwestie.

Reinoud kon de meeste opmerkingen enkel bevestigen, vooral gebiologeerd door de hoogstaande Arabische cultuur met grote mate van tolerantie en respect voor andere culturen en door het naïeve idealisme van een vriendenverhaal wat een stuk zijn eigen studententijd deed herbeleven.

Christine besloot als aangever van dit boek dat het allerminst een deprimerend verhaal is maar juist heel veel hoop bevat want er is geen spoor van cynisme ondanks de uitzichtloze situaties. Zij vond dit een uniek beeld van de recente geschiedenis van het Midden-Oosten en het Arabisch-Joodse conflict. Ze vat het samen in een zeer WIJS boek en tegelijk zeer onderhoudend met de driehoeksrelatie tussen Adam, Semi en Dolores en de scène met Hanun of de hilarische ontvoeringsscène. Dit toont aan dat het allemaal menselijke figuren zijn met elk hun eigen zwakheden.

Tenslotte de score: 64 punten of een gemiddelde van 8, een aanrader dus !    

Reinoud

woensdag 3 juni 2015

'Aards paradijs' van Seppe van Groeningen

Het debuut van Seppe Van Groeningen was een voorstel van  Ina, onder meer omdat het zich afspeelt in de geboortestreek van haar vriend, het platteland op de grens tussen Oost- en West-Vlaanderen. En zou Seppe een even goede schrijver blijken te zijn als zijn broer Felix een goed regisseur ?


Al van bij het begin van de bespreking waren de gemoederen verhit. Enkel uitgesproken pro’s en contra’s .. zeer tot de verbazing van Ludo.
Ciska, Geert en vooral Jo hadden het boek gelezen met een toenemend gevoel van irritatie, zelfs afkeer en walging en dit over van alles.  Irritatie en afkeer over de thematiek van de ongebreidelde vrijheid zonder verantwoordelijkheid (drugs, drank, vrije liefde), kinderverwaarlozing in al zijn vormen,  het beeld van super-egoïstische mensen die zich hedonistisch laafden aan wat elke dag te bieden had, ook over de irreële  tegenstelling binnenin de vaderfiguur: elf talen spreken, maar terzelfder  tijd afkerig van alles wat neigt naar intellectuele verrijking.  Voor Jo was de vader een gek, bipolair , bijwijlen manisch, bijwijlen depressief.  Wat Jo verder mateloos stoorde was het povere Nederlands en de vele taalfouten. “Tenenkrullend” voor hem.

De andere leden van ons gezelschap konden leven met dit boek, waren niet blind voor de zwakke plekken van een debuutroman, maar verbaasden zich over zoveel negativiteit. Zij hadden zich bij het lezen vooral erg geamuseerd. De taal stoorde hen nauwelijks want passend in de context en de streek. Ja, er gingen zelfs stemmen op die gewaagden van een vlot geschreven roman en die de auteur  een goede verteller vonden. Deze waardering staat niet los van het bij momenten hilarische plot, de groteske enscenering en uiteraard de vrij realistische (zij het in overtreffende trap ) schets van de hippiecultuur, de flowerpowertijd met ongebreidelde vrijheid, ruimte voor experimenten, en afkeer van conformisme en geldende ethiek. Een boek over een “uitspatting” van de tijdsgeest, zeer herkenbaar voor wie deze tijd (vanaf de zijlijn?) heeft meegemaakt,  maar uiteraard overgoten met een groteske saus. 

Maar goed, iedereen voelde wel aan dat dit nog geen voldragen roman is. Het boek mist diepgang,  het lijkt, zo zei Chris,  bijwijlen een aaneenschakeling van anekdotes. Als het hoofdpersonage loskomt van het Aards Paradijs en in zijn bredere levensgang op de voorgrond komt, wordt alles nogal snel afgehaspeld (de Parijse periode,  de "zo vader zo zoon"- thematiek ). Ook het einde is wat ontgoochelend en wordt aangevoeld als een hoofdstuk teveel. Kortom, uiteenlopende meningen over dit al bij al  aangenaam, vlot leesbaar debuut, evenwel geen hoogvlieger. 
Zo ook de punten :  Ina 7 , Christine 6.5 , Jo 5.5, Geert een 4.5, Ciska een 4 , Reinoud en Ludo een 7.5 en Chris een 6 , dus een globale 6 .

Christine

donderdag 1 januari 2015

Leesarchief

Waarom niet opnieuw wat titels vergaren? Auteursnamen en titels komen langs alle kanten aanwaaien, dus hier wat ruimte om te registreren.
Voor de lijstjes 'De beste boeken van 2014' in  SdL sloofden alle journalisten en recensenten zich opnieuw uit, met de beste boeken van het voorbije jaar, ook met vergeten boeken. Zoals Onafhankelijke mensen van de IJslander Halldór Laxness. Onvermijdelijk ook Tom Wolfe (Terug naar het bloed), enz. Nergens te bespeuren de Man Booker Prize 2014-winnaar Richard Flanagan, De smalle weg naar het hoge noorden, een liefdes- en oorlogsverhaal in het broeierige Zuid-Oost-Azië, toen Australische krijgsgevangenen de 'Dodenspoorlijn' doorheen Thailand en Birma aanlegden. Bij nader inzien terecht, want boek valt erg tegen.  .
En wie op zoek gaat naar biografieën, De Boekenwereld, 30 (2014) 4, p. 86-91 pakt uit met een interview met Jan Fontijn wiens biografie over Jacob Israël de Haan dit voorjaar uitkomt. De Haan was een Nederlands-Joodse schrijver en dichter met pro-Arabische standpunten die in 1924 op een gewelddadige manier om het leven kwam in Jeruzalem.
Tot op heden geen (kort)verhalen gelezen. Als we met deze traditie breken, dan komt het oeuvre van de Canadese verhalenschrijfster en nobelprijswinnaar 2013 Alice Munro in beeld.
Een Italiaanse auteur die overal warm wordt onthaald is Sandro Veronesi. Alhoewel, zijn roman 'XY' was nu niet onmiddellijk een heerlijke leeservaring. Misschien zijn zijn andere boeken dat wel.

vrijdag 26 december 2014

'Het zwart en het zilver' van Paolo Giordano

Op 17 december 2014 bespreken we bij Chris het boekje Het zwart en het zilver van Paolo Giordano, de Italiaanse auteur die een paar jaar geleden de hemel werd in geprezen voor De eenzaamheid van de priemgetallen. Voor Ludo riep de plicht, hij is er niet bij.  Ik open de avond met de nieuwe cd van mijn ‘jeugdidool’ Henny Vrienten, meer bepaald het nummer ‘De namen en de plaatsen’.  Woorden van een
‘wijze man’ die terugblikt, ze vallen wel in de smaak en roepen bij Reinoud associaties met Spinvis op.

Paolo Giordano valt een ander lot te beurt: zijn ‘zwart en zilver’ wordt minder gesmaakt. Centraal in het boek staat een zekere  ‘Signora A’ die huishoudster is bij een jong gezin. Zij heeft in moeilijke omstandigheden haar entrée gemaakt bij hen, en de intensiteit van haar relatie met het koppel en hun zoon is net daardoor enorm hoog. Wanneer Signora A heel ziek wordt, zorgt dat voor een ontwrichting, en net die situatie is zowat het belangrijkste onderwerp van het verhaal.

Hoewel ‘verhaal’? Voor enkele lezers is dit zelfs geen echt boek (Geert), maar iets waar je niet ‘in’ geraakt (Geert,  Ciska, Christine…).  Reinoud ziet het eerder als een soort snapshot,  Ciska vindt het vlot geschreven ‘maar zeker geen top 10-boek’, ook Christine vindt het afstandelijk,  ze herkent er wel enkele menselijke waarden in.  Jo ziet enige overeenkomst met Carrasco (die met De vlucht wel hoge toppen scheerde bij onze lezers) maar vindt het werk van Giordano in vergelijking nogal eenduidig. Ondergetekende (Ina) vond het wel een subtiel geschreven boekje over menselijke emoties, daarvan getuigen de vele ezelsoren (!) die haar exemplaar van  Het zwart en het zilver intussen telt.  Chris bevindt zich figuurlijk ergens tussen Reinoud en Ina, hij herkent in beider leeservaringen iets. Wat alle lezers wel bindt, is de manier waarop we naar de relatie van het koppel in de schijnwerpers kijken. Dit ‘in mekaar opgaan’ lijkt nog maar weinig ruimte te laten voor mensen/dingen buiten hun cocon.

De punten weerspiegelen het geringe enthousiasme voor Paolo Giordano: een 5 van Geert, een 5,5 van Jo, een 6 van Reinoud, Ciska en Christine, een 6, 5 van Chris, een 7,5 van Ina. Dit brengt ons, nog zonder score van Ludo, op een gemiddelde van 6,1.

Tot slot, een fragment uit Het zwart en het zilver’dat toch de kwaliteiten van de auteur naar mijn mening even in de verf zet. Emanuele, het zoontje van hoger genoemd echtpaar, slooft zich tijdens een schoolopvoering enorm uit, op de eerste plaats om indruk te maken op Signora A, die hij aanbidt.  Signora A, gekweld door haar ziekte, verlaat echter vroeger de zaal en kan hem dus niet prijzen omwille van zijn prestatie, wat enorm weegt op het jongetje. Giordano beschrijft dan het vertrek van de ouders en Emanuele uit de school, na de gemiste ontmoeting met Signora A:
‘We houden het gedag zeggen zo kort mogelijk en lopen naar huis, met z’n drieën: twee ouders en een kleine, treurige vogelverschrikker die stevig  onze hand vasthoudt tot we voor de voordeur staan, alsof hij wil zeggen dat hij het heeft begrepen, heeft begrepen dat mensen verdwijnen, dat mensen weggaan en dat is het dan, voor altijd, maar wij niet, dat zal hij niet laten gebeuren, tenminste niet zolang hij ons bij elkaar houdt.’

Voor onze volgende bijeenkomst lezen we Het aards paradijs van Seppe Van Groeningen.

Ina

donderdag 25 december 2014

'De verborgen geschiedenis' van Dona Tartt

Dat ze dapper is, Ciska. Om zomaar haar favoriete boek te grabbel te gooien in de grijpgrage kritische blik van ons leesgenootschap. De verborgen geschiedenis, de debuutroman van de Amerikaanse Donna Tartt, verscheen in 1992 en sindsdien had Ciska het boek zowat jaarlijks herlezen. Trouw aan haar opgevatte hartstocht voor dit meeslepende relaas van een faliekant afgelopen vriendschap tussen studenten die niet zomaar het leven, hun studie of passies wilden ondergaan. O ja, ook wij, de overige leden van het leesgenootschap, kenden de reputatie van deze roman, herinnerden ons het overdonderend succes. Enkelen hadden het toen gelezen. Uiteraard, je bent lezer of je bent het niet. Plichtsbewust en met enig enthousiasme buig je je dan over de obligate meesterwerken. Donna Tartt behoort dus tot het kransje schrijvers dat debuteerde met een bestseller. Dit debuut liet Ciska 20 jaar later opnieuw op ons los, op 13 november 2014.


Dat sommigen net het verplichtte nummertje ‘bestsellers lezen’ afschrikt, bleek meteen bij Jo. Hij had 20 jaar gewacht en begon aanvankelijk met veel reserves aan De verborgen geschiedenis. Maar Jo heeft het graag gelezen, ondanks dat slotdeel dat zich in zijn ogen naar het einde toe sleepte. De zelfoverschatting van een groep die zich beter voelt tot het in mekaar stuikt, vond hij tragisch en had bij hem een actuele snaar geraakt. De link werd gemaakt met ‘Zet die plaat af’ van een bekend Vlaams politicus tijdens een overwinningseuforie. Jo genoot ook volop van het hilarische middendeel dat de begrafenis evoceert.
Ina had het destijds erg graag gelezen, had zich toen probleemloos laten meeslepen door de herkenbare sfeer binnen een microkosmos van jonge studenten die een sterke affiniteit met mekaar hebben. nu had ze genoten van de schets van jongeren die binnen hun eigen logica in een voor hen vanzelfsprekende wereld leven.
Geert had het eerste luik erg graag gelezen, maar was ontgoocheld in het vervolg dat in zijn ogen als een pudding in elkaar viel (wat is dit precies, een pudding die in mekaar valt?). Het was voor hem noch ontroerend, noch spannend en hij kon zich nooit identificeren met een van de personages. Was het maar dat? Kortom, Geert met zijn spreekwoordelijk enthousiasme.
Ludo had het boek destijds gelezen. Zijn oordeel was in grote lijnen: “Dit is een zeer vreemd boek.” Wat hem eraan beviel was de sfeerschepping, het hermetische binnen dit studie-en vriendenclubje, het dreigende, … Een personage als Henry vond hij tegelijk heel bizar als mooi. De titel vond Ludo dan weer misleidend, eigenlijk gaat dit simpelweg over een platte moord. Dit sfeervolle boek - hoe mooi die schets van de begrafenis - had voor hem een wel allesbehalve ingenieuze plot.
Ook Reinoud had vroeger de roman gelezen, maar wist er tot zijn verbazing bijna niks meer van, buiten de vage herinnering dat hij het graag had gelezen. Bij het herlezen zag hij zijn humanioratijd opnieuw passeren, ook Reinoud behoorde tot een groepje aangestuurd door één iemand waarbij zij zich beter voelden. Herkende de beslotenheid, de eigen sfeer binnen een groepje van gelijkgezinden of gelijk-gepassioneerden volledig. Net als Ludo gefascineerd door het personage van Henry, het dubieuze eraan: erudiet, belezen, behulpzaam, … maar ook de moordenaar en eigenlijk pervers. Met de titel had hij geen probleem, het betrof toch simpelweg een moord die nooit is uitgekomen.
Voor Christine is de titel dan weer veelzeggend. Voor het hoofdpersonage Richard, oorspronkelijk toch integer, wordt het meemaken van dergelijke geschiedenis wellicht het meest ingrijpende dat je kunt meemaken. Christine heeft het graag gelezen, tot het halfweg wat begint te kabbelen. Houdt niet zo van die breedvoerige Amerikaans stijl, het moet vooruit gaan. De plot vindt Christine vrij goed, ook de zeer interessante schets van de personages die door hun kwetsbare goddelijke bewondering voor de leerkracht begeleid worden naar hun ondergang. Ook Geert herkende hier wat de sfeer van de al even beroemde film Dead Poets Society.
Ciska blijft haar lievelingsboek goed vinden, het zou er maar aan ontbreken. Al wordt het bij een zevende lezing natuurlijk een ander soort beleving. Ciska houdt van Amerikaanse boeken, dit wisten we al langer, de sfeer die inderdaad doet denken op Dead Poets Society blijft ze aantrekkelijk vinden. Maar ook de algemene sfeerschepping, het mistige van de herfst, enzovoorts. Ze beaamt dat het boek misschien iets korter kan, maar Ciska leest net graag dikke boeken.
Ikzelf had destijds met groot enthousiasme De verborgen geschiedenis gelezen, had menig persoon naderhand warm gemaakt om zich er ook eens aan te wagen. Bij herlezing kwam de euforie van toen niet meteen bovendrijven, je kijkt toch met andere ogen of misschien een ander perspectief naar dingen die je toen om een of andere redenen zo troffen. Maar opnieuw liet ik me toch wat meeslepen door de personages, door de beklemmende sfeerschepping binnen het vriendenclubje in een verhaal waarvan ik vooral vind dat het op een fantastisch manier verteld wordt. En het is waar, in het laatste deel miste ook ik wat de ‘drive’ van wat er aan vooraf gaat. 

In een verdere bespreking meanderen we wat verder rond een aantal thema’s. Een discussie blijft of er toch niet heel wat bladvulling is, die eindeloze details, terwijl anderen net die uitvoerige sfeerschepping de kracht vinden van het boek. We gaan uitgebreid in op de verschillende personages en hun functie binnen de plot. Eens te meer blijkt hoe complexe figuren, hoe pervers of slecht ook, fascineren als ze tenminste niet eendimensionaal worden neergezet. Henry bijvoorbeeld. De volwassene als goeroe, Julian, draagt in een belangrijke mate bij tot de toenemende normvervaging bij het studiegroepje: ‘Echte schoonheid is altijd schokkend.’ Als een volleerde pervert trekt hij zich net op tijd uit de tragische maalstroom terug. Julian is als classicus uiteraard op de hoogte dat na de hoogmoed de val komt, maar hij laat Henry als zijn verlengstuk ongestoord zijn gang gaan.

We eindigen nog met een interessante constatering: “De leesgroep maakt van Geert geen beter mens, maar wel een betere lezer.” Wij weer content. En sommigen misschien ook omdat Geert alweer zijn score na bespreking naar boven aanpaste: 7. Jo en Reinold gaven een 8 op 10, Ludo en Ina  7.5, Chris en Christine een 7, Ciska spande de kroon met  9,5. Dit gaf een totaalscore van 7,9 op 10.

Chris