Het jaar is nog jong wanneer we op 18 januari 2016
verzamelen blazen bij Ludo. Ciska en Chris kunnen er tot onze spijt niet bij
zijn. Chris gaf wel zijn mening over het boek door.
De avond begint traditiegetrouw met een
favoriet fragment van de volgende gastheer of –vrouw. Ik kies voor een kort citaat van de Amerikaanse fotograaf Walker
Evans(1903-1975): ‘I go to the street for the education of my
eye and for the sustenance that the eye needs-the hungry eye, and my eye is
hungry.’ Voor mij een mooie en herkenbare formulering
in verband met ‘kijken’, de nieuwsgierigheid ernaar en de noodzaak om het veel
te doen.
Walker Evans | Moma |
Ook auteur Alice Munro kijkt aandachtig naar
mensen en dingen. In tien kortverhalen beschrijft ze in het boek ‘Te veel
geluk’ lief en veel leed tijdens dit leven op onze planeet, vaak bekeken door
vrouwenogen. Het laatste verhaal op rij –dat, vind ik, een beetje een ander
karakter heeft dan de negen voorafgaande- gaf toch de titel aan de
verhalenbundel. Menselijke relaties en eigenaardigheden staan centraal in de
verhalen, die zelden een heel rechtlijnig scenario hebben. ‘Kabbelen’ is een
woord dat herhaaldelijk valt als we proberen dit werk te omschrijven. Toch
gebeuren er vaak hallucinante, onvoorstelbare dingen die een mens doen
huiveren.
Niet iedereen heeft het boek uitgelezen, wat
in dit geval (met tien op zich staande verhalen) geen uitgesproken ‘oordeel’
over de kwaliteit hoeft te betekenen. Bijna alle lezers zijn het er over eens
dat Munro een begenadigde pen heeft, en dat ze een sfeerschepper bij uitstek
is. Het bevreemdend karakter, het fragmentaire en de onvoorspelbaarheid van de
verhalen vallen echter niet bij iedereen echt in de smaak. Het is soms
verwarring troef, en dat kan –ondermeer- voor een gevoel van onbehagen zorgen. De
traagheid van Munro’s stijl doet voor enkele lezers simpelweg afbreuk aan het
leesplezier.
Ludo verwijst naar het werk van Roger van de
Velde (jaren ’60-’70) die destijds in enkele verhalenbundels (‘Knetterende
schedels’ en andere) onder meer zijn medegevangenen beschreef toen hij zelf
achter de tralies zat. Ook hij deed dat in de vorm van kortverhalen, een
literair genre dat op zijn retour lijkt. In het werk van Van de Velde is ‘het
lijden’ een overheersend thema, en dat is ook zo bij Munro. Bij veel van haar
personages zijn er ‘hoekjes af’. Ook de
naam van Dirk De Wachter valt, de psychiater die pleit voor ‘leven met onze
kwetsuren’ en ‘leren weer een beetje ongelukkig te zijn’. Jo ziet dan weer gelijkenissen met de
populaire tv-reeks ‘Bevergem’, en zet ‘Te veel geluk’ nog een trapje hoger. Reinoud
vermeldt het ‘achterhouden’ van bepaalde elementen in de verhalen, en het
vernuft van de ‘constructies’.
Chris –geen uitgesproken liefhebber van dit
boek- noemt in de bespreking die hij doorgaf aan de voorzitter ‘Kinderspel’
zijn favoriete verhaal. En hij is niet de enige. Naast ‘Kinderspel’ zijn ook
‘Gezicht’ en ‘Hout’ enkele lezers bijzonder bijgebleven.
Al bij al gemengde gevoelens rond ‘Te veel
geluk’ en dat zien we ook aan de score: Jo 8,5, Reinoud 8, Ina 8, Christine
7,5, Ludo 7, Geert 6, Chris 6. Dat brengt ons op een gemiddelde van 7,3.
Volgende bijeenkomst: op 1 maart 2016 bij Ina
voor ‘Tram 83’ van Fiston Mwanza Mujila uit Congo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten