vrijdag 1 juli 2016

'Te veel geluk' van Alice Munro

Het jaar is nog jong wanneer we op 18 januari 2016 verzamelen blazen bij Ludo. Ciska en Chris kunnen er tot onze spijt niet bij zijn. Chris gaf wel zijn mening over het boek door.

De avond begint traditiegetrouw met een favoriet fragment van de volgende gastheer of –vrouw. Ik kies voor een kort citaat van de Amerikaanse fotograaf Walker Evans(1903-1975): I go to the street for the education of my eye and for the sustenance that the eye needs-the hungry eye, and my eye is hungry.’ Voor mij een mooie en herkenbare formulering in verband met ‘kijken’, de nieuwsgierigheid ernaar en de noodzaak om het veel te doen. 
Walker Evans | Moma

Ook auteur Alice Munro kijkt aandachtig naar mensen en dingen. In tien kortverhalen beschrijft ze in het boek ‘Te veel geluk’ lief en veel leed tijdens dit leven op onze planeet, vaak bekeken door vrouwenogen. Het laatste verhaal op rij –dat, vind ik, een beetje een ander karakter heeft dan de negen voorafgaande- gaf toch de titel aan de verhalenbundel. Menselijke relaties en eigenaardigheden staan centraal in de verhalen, die zelden een heel rechtlijnig scenario hebben. ‘Kabbelen’ is een woord dat herhaaldelijk valt als we proberen dit werk te omschrijven. Toch gebeuren er vaak hallucinante, onvoorstelbare dingen die een mens doen huiveren.

Niet iedereen heeft het boek uitgelezen, wat in dit geval (met tien op zich staande verhalen) geen uitgesproken ‘oordeel’ over de kwaliteit hoeft te betekenen. Bijna alle lezers zijn het er over eens dat Munro een begenadigde pen heeft, en dat ze een sfeerschepper bij uitstek is. Het bevreemdend karakter, het fragmentaire en de onvoorspelbaarheid van de verhalen vallen echter niet bij iedereen echt in de smaak. Het is soms verwarring troef, en dat kan –ondermeer- voor een gevoel van onbehagen zorgen. De traagheid van Munro’s stijl doet voor enkele lezers simpelweg afbreuk aan het leesplezier.


Ludo verwijst naar het werk van Roger van de Velde (jaren ’60-’70) die destijds in enkele verhalenbundels (‘Knetterende schedels’ en andere) onder meer zijn medegevangenen beschreef toen hij zelf achter de tralies zat. Ook hij deed dat in de vorm van kortverhalen, een literair genre dat op zijn retour lijkt. In het werk van Van de Velde is ‘het lijden’ een overheersend thema, en dat is ook zo bij Munro. Bij veel van haar personages zijn er  ‘hoekjes af’. Ook de naam van Dirk De Wachter valt, de psychiater die pleit voor ‘leven met onze kwetsuren’ en ‘leren weer een beetje ongelukkig te zijn’.  Jo ziet dan weer gelijkenissen met de populaire tv-reeks ‘Bevergem’, en zet ‘Te veel geluk’ nog een trapje hoger. Reinoud vermeldt het ‘achterhouden’ van bepaalde elementen in de verhalen, en het vernuft van de ‘constructies’.
Chris –geen uitgesproken liefhebber van dit boek- noemt in de bespreking die hij doorgaf aan de voorzitter ‘Kinderspel’ zijn favoriete verhaal. En hij is niet de enige. Naast ‘Kinderspel’ zijn ook ‘Gezicht’ en ‘Hout’ enkele lezers bijzonder bijgebleven.

Al bij al gemengde gevoelens rond ‘Te veel geluk’ en dat zien we ook aan de score: Jo 8,5, Reinoud 8, Ina 8, Christine 7,5, Ludo 7, Geert 6, Chris 6. Dat brengt ons op een gemiddelde van 7,3.

Volgende bijeenkomst: op 1 maart 2016 bij Ina voor ‘Tram 83’ van Fiston Mwanza Mujila uit Congo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten