vrijdag 8 juli 2016

'De straat van de donkere winkels' van Patrick Modiano

De verwachtingen waren hooggespannen bij het lezen van een boek van Patrick Modiano, Nobelprijswinnaar literatuur 2014, bekroond om zijn sublieme “herinneringskunst waarmee hij de meest ongrijpbare menselijke lotsbestemmingen” heeft weten op te roepen, aldus het  Nobelprijscomité.

Waarover gaat het boek? Guy, een privédetective met een complete black-out wat zijn verleden betreft, onderzoekt via flarden van herinneringen, vage kennissen, foto’s,  geuren, sferen en gevoelens die hij meent te herkennen,  zijn eigen voorgeschiedenis en identiteit.  Dit brengt hem in een bijna onwerkelijke wereld van  sjacheraars, schimmige louche personen, gigolo’s, landverraders en mensen met bedenkelijke morele waarden. Het resultaat waar hij op uitkomt,  blijft flou, in een sfeer van geheimzinnigheid, "onopgelostheid", en vaagheid.

De zoektocht voert  het hoofdpersonage naar diverse locaties in Parijs, een grootstad die zich evenzeer als hoofdpersonage aandient. Het is de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Het is een tijd waarin  vluchtelingen vanuit diverse landen hun toevlucht zochten tot de Parijs:  Russen die toegestroomd waren na de Russische revolutie, Grieken, Engelsen, Zuid-Amerikanen en joden vanuit gans Europa. Iedereen probeerde er zijn plaats te vinden via contacten, louche zaakjes en duistere jobs.  Hierin probeert Guy zijn verleden te reconstrueren zijn geheugen en identiteit terug te vinden, maar alles ademt een mistige fragmentaire sfeer uit,  net zoals ons geheugen.

Guy graaft in zijn mistige verleden en krijgt slechts mondjesmaat wat informatie over zichzelf:  waarschijnlijk Joods, sjacherend en handelend in dubieuze zaakjes,  contacten met maffia-achtige personen, vriendin waarvan de lotsbestemming onduidelijk blijft ,  gevlucht over de grens wegens zijn louche zaakjes, zijn vondst in de sneeuw – onderkoeld ..., alles blijft vaag en mistig.  Zo ook het einde: zal hij in Rome in de straat van de donkere winkels zijn ware identiteit vinden?

Modiano confronteert ons met universele, metafysische vragen zoals:  wie ben ik, wat is het leven eigenlijk?  Zijn wij de som van onze herinneringen, een verzameling van foto’s met hun geschiedenis, indrukken en gevoelens waarbij alles vervormd is door de tijd, en het geheel mistig,  flou en vergankelijk blijkt.  
De eerste en laatste zin van het boek zijn typerend : “ik ben niets” is de aanhef van het boek; “vervliegen onze levens niet even snel in de avond als kinderverdriet” is het slot . Betekent het iets dat ik leef en geleefd heb?  Worden we niet snel vergeten?  En toch spreekt uit de ganse zoektocht van het hoofdpersonage een diep verlangen om “iemand”, een uniek individu te zijn . Evenzeer benadrukt de zoektocht hoe omstandigheden de toekomst van een persoon kunnen bepalen. “Het lot”?

De commentaren van de leden van het genootschap waren niet unaniem positief. Ondanks de zeer vlotte schrijfstijl, wat door iedereen beaamd werd, vonden zowel Ina, Ludo, Geert en Ciska het vooral een verpakking zonder inhoud, een “kettingverhaal” stilistisch gemakkelijk te schrijven , “ijskoud” (Ina), afstandelijk en volgepropt met nodeloze details, bijwijlen magisch-realistisch (Ludo).  Meest positief waren Jo en Christine die geboeid waren door de sfeer van mistigheid, de zoektocht naar het verleden, de film-noir sensatie. 

Belangrijk was ook de achtergrondinformatie die Jo ons gaf over de persoon van Modiano.  De schrijver heeft een Vlaamse moeder en een Italiaanse Jood als vader . Gedurende de  tweede wereldoorlog overleefden zijn ouders door allerhande louche contacten en zaakjes die het daglicht niet verdroegen. Vandaar zijn belangstelling voor het schimmige verleden, malafide personen en dubbelzinnige moraal, een mistige toestand waarin mensen pogen te overleven. Ook belangrijk vond Jo de functie van Parijs in het verhaal. Zo mistig en flou het verleden en het geheugen, zo precies is de toponymie van de stad: men volgt moeiteloos het afgelegde parcours in Parijs, de stad als personage in een film-noir.  Hieruit blijkt de liefde van de schrijver voor Parijs , maar het kan ook gezien worden als contrast tegenover de vaagheid en onjuistheid van ons geheugen.

De punten :  Chris 7 , Ciska 4, Ludo 5, Ina 5, Christine 8, Jo 8 , Reinoud 7 en Geert 4,  maakt dus 6 als globale score . 

zaterdag 2 juli 2016

Lezen tot de boot komt

Voor Dubrovnik, aan de Dalmatische kust, ligt het paradijselijke eilandje Lokrum, een kwartier varen. Benedictijnse monniken namen het tijdens de middeleeuwen in bezit, delen van de abdijsite bleef bewaard.  Lokrum lag ook de Belgische prinses Charlotte, dochter van koning Leopold I, en haar man, Maximiliaan van Oostenrijk, na aan het hart. Ze verbleven er  vaak en graag tot ze meegesleurd werden in een onfortuinlijk Mexicaans avontuur.


Het havenhuis, bij de aanlegkade, biedt een bibliotheekje aan, heterogeen, boeken bijeen gesprokkeld over de jaren heen. Iedereen passeert er: er is maar één aanlegsteiger en overnachten op het eiland is verboden. Boeken ter beschikking van eilandbezoekers die wachten op de eerstvolgende boot.



'Tram 83' van Fiston Mwanza Mujila

Op 1 maart bespraken we bij Ina ‘Tram 83’ van de Congolese naar Oostenrijk uitgeweken auteur Fiston Mwanza Mujila. Deze debuutroman uit 2013 sleepte verschillende literaire prijzen in de wacht en speelt zich hoofdzakelijk af in de bar ‘Tram 83’. De hitsige, chaotische, turbulente en overdonderende gebeurtenissen die er de hoofdpersonages Lucien en Requiem te beurt vallen, gaven aanleiding tot een al even turbulente gedachtewisseling. Ciska en Ludo ontbraken spijtig genoeg op het appèl. 

Het verhaal speelt zich af in een niet nader genoemde Congolese stad die zijn beste tijd gehad heeft en ten prooi valt aan verval, chaos, … en verwordt tot een plek waar eenieder op al of niet wanhopige wijze tracht te overleven. Christine las nooit eerder een dergelijk boek, maar dat had het genieten niet in de weg gestaan. Meer dan een verhaal vond ze het een sfeerschepping van de anarchie, de promiscuïteit en de levenslust. Ondanks alles blijft het volk doorgaan, blijft er middenin de miserie een zekere veerkracht overeind. Geert sloot zich hier bij aan, bewierookte de grandioze sfeerschepping, maar zocht tevergeefs het verhaal. Waar gaat deze roman over? Ook Jo was een beetje overdonderd door de hypnotiserende taal en de muzikaliteit in de structuur. Inhoud en vorm zijn op mekaar afgestemd in hun absolute chaos. Reinoud en Chris vonden die ietwat experimentele vorm en structuur vooral vermoeiend. Chris ergerde zich zonder meer aan het nihilisme dat de roman in zijn vorm en inhoud ten toon spreidt. De Afrikaanse cultuur en de hedendaagse problemen worden vernietigend benaderd. Waar is de hoop en de schoonheid die evengoed typerend zijn voor Afrika? 

Er ontstaat een stevige discussie: hoe accuraat is dit nihilisme wanneer je over het huidige Congo schrijft? Ook Reinoud mist menselijkheid en hoop in deze roman. Jo vond het een typisch mannenboek, het benadert vrouwen toch wel bijzonder denigrerend (vrouwen worden consequent omschreven als ‘neukkuikens’). Ook over de stijl zijn de meningen verdeeld. Voor de enen lijkt het vooral iets waar Mujila mee uitpakt en die de inhoudelijke leegte van het boek maskeert (of in de verf zet), voor anderen werkt die juist bezwerend. Zo werd Ina er echt door in het boek getrokken en had ze het erg graag gelezen. De individuele beoordelingen lagen uiteindelijk dicht bijeen, op uitzondering van Chris die dit een lelijk boek vond in alle betekenissen, én Ina die het echt graag gelezen had: Reinold (5,5), Jo (5,5), Geert (6), Chris (3), Ina (8) en Christine (6). Dit geeft een gemiddelde van 5,7, maar iedereen toch content want wat hadden we ons weer eens laten gaan. 

vrijdag 1 juli 2016

'Te veel geluk' van Alice Munro

Het jaar is nog jong wanneer we op 18 januari 2016 verzamelen blazen bij Ludo. Ciska en Chris kunnen er tot onze spijt niet bij zijn. Chris gaf wel zijn mening over het boek door.

De avond begint traditiegetrouw met een favoriet fragment van de volgende gastheer of –vrouw. Ik kies voor een kort citaat van de Amerikaanse fotograaf Walker Evans(1903-1975): I go to the street for the education of my eye and for the sustenance that the eye needs-the hungry eye, and my eye is hungry.’ Voor mij een mooie en herkenbare formulering in verband met ‘kijken’, de nieuwsgierigheid ernaar en de noodzaak om het veel te doen. 
Walker Evans | Moma

Ook auteur Alice Munro kijkt aandachtig naar mensen en dingen. In tien kortverhalen beschrijft ze in het boek ‘Te veel geluk’ lief en veel leed tijdens dit leven op onze planeet, vaak bekeken door vrouwenogen. Het laatste verhaal op rij –dat, vind ik, een beetje een ander karakter heeft dan de negen voorafgaande- gaf toch de titel aan de verhalenbundel. Menselijke relaties en eigenaardigheden staan centraal in de verhalen, die zelden een heel rechtlijnig scenario hebben. ‘Kabbelen’ is een woord dat herhaaldelijk valt als we proberen dit werk te omschrijven. Toch gebeuren er vaak hallucinante, onvoorstelbare dingen die een mens doen huiveren.

Niet iedereen heeft het boek uitgelezen, wat in dit geval (met tien op zich staande verhalen) geen uitgesproken ‘oordeel’ over de kwaliteit hoeft te betekenen. Bijna alle lezers zijn het er over eens dat Munro een begenadigde pen heeft, en dat ze een sfeerschepper bij uitstek is. Het bevreemdend karakter, het fragmentaire en de onvoorspelbaarheid van de verhalen vallen echter niet bij iedereen echt in de smaak. Het is soms verwarring troef, en dat kan –ondermeer- voor een gevoel van onbehagen zorgen. De traagheid van Munro’s stijl doet voor enkele lezers simpelweg afbreuk aan het leesplezier.


Ludo verwijst naar het werk van Roger van de Velde (jaren ’60-’70) die destijds in enkele verhalenbundels (‘Knetterende schedels’ en andere) onder meer zijn medegevangenen beschreef toen hij zelf achter de tralies zat. Ook hij deed dat in de vorm van kortverhalen, een literair genre dat op zijn retour lijkt. In het werk van Van de Velde is ‘het lijden’ een overheersend thema, en dat is ook zo bij Munro. Bij veel van haar personages zijn er  ‘hoekjes af’. Ook de naam van Dirk De Wachter valt, de psychiater die pleit voor ‘leven met onze kwetsuren’ en ‘leren weer een beetje ongelukkig te zijn’.  Jo ziet dan weer gelijkenissen met de populaire tv-reeks ‘Bevergem’, en zet ‘Te veel geluk’ nog een trapje hoger. Reinoud vermeldt het ‘achterhouden’ van bepaalde elementen in de verhalen, en het vernuft van de ‘constructies’.
Chris –geen uitgesproken liefhebber van dit boek- noemt in de bespreking die hij doorgaf aan de voorzitter ‘Kinderspel’ zijn favoriete verhaal. En hij is niet de enige. Naast ‘Kinderspel’ zijn ook ‘Gezicht’ en ‘Hout’ enkele lezers bijzonder bijgebleven.

Al bij al gemengde gevoelens rond ‘Te veel geluk’ en dat zien we ook aan de score: Jo 8,5, Reinoud 8, Ina 8, Christine 7,5, Ludo 7, Geert 6, Chris 6. Dat brengt ons op een gemiddelde van 7,3.

Volgende bijeenkomst: op 1 maart 2016 bij Ina voor ‘Tram 83’ van Fiston Mwanza Mujila uit Congo