woensdag 14 november 2018

'Zwarte bladeren' van Maja Wolny


Reinoud heeft dit boek gekozen omdat hij de auteur persoonlijk gekend heeft zij het in een andere hoedanigheid namelijk als lid van een visitatiecommissie voor musea en later als conservator van het Visserijmuseum in Oostduinkerke dat zij op korte tijd volledig getransformeerd heeft, inclusief de nieuwe naam Navigo. Maja was vele jaren geleden al een gedreven dame die overgekomen is uit Polen en in Gent een winkeltje uitbaatte met Poolse specialiteiten en boeken. Zij is getrouwd met Marc Peirs, een VRT-medewerker en ze hebben samen twee kinderen. Plots heeft Maja haar korte carrière in de museum- en erfgoedsector stopgezet om zich volledig te wijden aan het schrijven. Niet veel later vertrok ze dan terug naar Polen met man en kinderen, een moeilijke beslissing in haar leven. Maja had toen al een paar romans geschreven, maar die zijn vrij onopgemerkt gebleven omdat ze in haar moedertaal, het Pools schrijft.


Nagenoeg de voltallige leesgroep was op 4 maart 2018 aanwezig, toen Maja in het boekenprogramma “Lees meer” in het Concertgebouw (samen met 2 andere schrijvers) op onnavolgbare wijze werd geïnterviewd door VRT-journaliste An De Bie. Maja kreeg voor haar derde roman veel media-aandacht, niet in het minst door haar VRT-connecties via haar echtgenoot. Maar ze is zelf helemaal niet mediaschuw en komt sterk naar voren met haar uitgesproken mening, charisma en enthousiaste vertelstijl.

Haar derde roman was wel raak, en werd dan ook in het Nederlands vertaald. Deze roman sluit aan bij een jeugdherinnering van haar:  een trauma in haar geboortestad Kielce op het einde van de Tweede Wereldoorlog waarbij een deel van de Joodse gemeenschap uitgemoord werd door op hol geslagen Polen na het verdwijnen van een Pools jongetje. De Joden werden ervan beschuldigd kinderen te ‘offeren’ wat met heel wat bijgeloof gepaard ging. Deze gebeurtenis werd decennialang verzwegen in haar stad en land omdat Polen direct na de Duitse bezetting en jodenvervolgingen (die net in Polen zeer hevig waren) niet zelf wilden geassocieerd worden met pogroms tegen Joden op grote schaal.

Ook zij was onwetende over dit drama tot op het moment dat Maja uit Polen en het Oostblok wegtrok richting vrije Westen. Toen kwam ze al liftend toevallig in gesprek met een chauffeur die wel van het drama in haar geboortestad op de hoogte was en daardoor zeer geshockeerd haar verplichtte uit de wagen te stappen. Dit voorval stimuleerde haar natuurlijk om de ware toedracht te gaan opzoeken wat uiteindelijk in deze roman uitmondde. Zij heeft er een aantal autobiografische elementen in verwerkt zonder dat zij daar zelf een rol in gespeeld heeft. Het verhaal draait rond Weronika een historica verbonden aan de universiteit van Kielce wiens tienjarig dochtertje plots spoorloos verdween. Doorsneden met de gebeurtenissen in 1944 waar parallellen te trekken zijn, wordt Weronika meegesleurd in een wanhopige zoektocht naar haar dochter, bijgestaan door een verbitterde lokale politiecommissaris. Uiteindelijk belandt ze in de armen van haar oude moeder waarmee ze al jaren mee gebroken had.

Een belangrijke rol is ook weggelegd voor Julia, een Poolse emigrante die in Brussel terechtkomt kort voor de Tweede Wereldoorlog, er trouwt met een Belg en een carrière als fotografe uitbouwt op diverse plaatsen in Europa. Zo maakte Julia een fotografische reportage van het Jodendrama in Kielce in 1944. Foto’s die Maja ontdekte in … het Fotografiemuseum in Charleroi. Een aaneenschakeling van toevalligheden door de tijd heen als het ware.

En wat vond de leesgroep ervan? Hoewel een aangrijpend verhaal dat goed verteld werd, was de meerderheid niet laaiend enthousiast: nogal gekunstelde en geforceerde constructie, raakte niet echt, bepaalde personages nogal oppervlakkig. Geen grootse roman maar wel een fascinerend onderwerp. Zodat het eindcijfer toch op een riante 7,5 op 10 uitkwam.

Reinoud Van Acker (ingesprongen voor Geert Wullaert)

'Pachinko' van Min Jin Lee

Caramel de jolige Cocker Spaniel verwelkomt ons in de nieuwe thuis van Ciska in de Rietlaan te Sint-Michiels waar ze haar intrek genomen heeft met twee kinderen en een hond. Caramel heeft zijn naam niet gestolen want hij heeft het rosbruine snoepkleur van de gelijknamige zoetstof en begroet ons smakelijk door regelmatig speelse pootjes te geven. En ook Ludo had wat te vieren want hij kwam met twee flessen prosecco en een partij aperitiefglazen binnen: hij is namelijk zestig geworden en heeft dan maar direct zijn beroepsactiviteit gehalveerd om een deeltijdse voorafname te nemen op zijn pensioen. Alhoewel dit niet betekent dat Ludo nu meer thuis is. Chris moesten we helaas missen deze avond, hij moest afzeggen wegens een professioneel noodgeval, wat lichte onrust veroorzaakte omdat Chris verslaggever was en het volgende boek zou voorstellen. Gelukkig kon de voorzitter Geert telefonisch één en ander ondervangen zodat de volgende leesgroep al gegarandeerd is. Gevolg is dat Reinoud dit verslag voor zijn rekening genomen heeft.


Laat ons voor de verandering eens beginnen met het einde: de puntenscore had een gemiddelde van 7 op 10. Verdienstelijk maar niet overdonderend, dat was een beetje de teneur bij de meeste leesgenoten (inclusief Chris die op afstand mee beoordeelde). Hoewel er zoals steeds meningsverschillen waren (gelukkig maar), waren er toch heel wat gemeenschappelijke factoren waar de meesten het er over eens waren. Uitschieters waren Ina in de positieve zin die heel enthousiast was over deze roman (“Men doet alles om te kunnen overleven”) en Ludo die er weinig leesplezier aan beleefd had (beetje jammer voor een stevige turf van 520 bladzijden).


Een familiekroniek van Koreanen in Japan die zich uitstrekte over het grootste deel van de 20ste eeuw, is een ambitieus opzet waar de auteur Min Jin Lee voor een deel toch in geslaagd is, zonder evenwel permanent de lezer te kunnen boeien. Ludo verwoordde het treffend als een “aangeklede genealogie die spankracht mist”. Bij momenten zeer pakkend maar soms ook langdradig was de mening van de meerderheid. Opnieuw hebben we een les in geschiedenis gekregen want niemand was op de hoogte van de kolonisering van Korea door Japan en de (soms gedwongen) emigratie van duizenden Koreanen naar Japan. Uiteraard is rascisme (alweer) een hoofdthema zelfs tot op de dag van vandaag in Japan waar Koreanen nog steeds tweederangsburgers zijn.

Een eerste zijdelingse discussie ontspint zich: waar halen die Japanners toch hun meerwaarde? Eeuwenlang heeft hun superioriteitsgevoel de geschiedenis in dit deel van Azië beïnvloed. Het was ook het enige Aziatische land dat nooit door Westerlingen gekoloniseerd geweest is. Is het te verwonderen dat Japan zich verwant voelde met Duitsland zodat die samen een wereldoorlog ontketenen elk aan een andere kant van de wereld? Tegelijk leggen Japanners zich een hard werkethos op en zijn ze zeer dominant ten opzicht van vrouwen. Een terugkerende mantra in d roman was dan ook: “lijden is het lot van de vrouw”.  Voorwaar een harde maatschappij is hier geschetst, dat herinneringen oproept aan eerdere leeservaringen van dit gezelschap zoals Murakami en Amelie Nothomb, zij het op een heel andere manier. En de pachinko uit de titel? Die speelhallen bleken dan weer de ons onbekende gokverslaving van de Japanners te moeten voeden, handig uitgebaat door Koreanen.

Het familiedrama van 5 generaties Koreanen is dan weer meesterlijk in scène gezet met soms verrassende plotwendingen en dramatische gebeurtenissen.  Dat de historische context niet altijd in detail geschetst werd maar als een vaag kader de ontwikkelingen verder dreef, stoorde daarbij niet echt.  Hoe hard de Koreanen ook hun best doen om zich te integreren in de Japanse samenleving, toch zullen ze altijd vernederd blijven worden, een fatalistische ondertoon in de hele roman. Jo verwoordde het ook filosofisch: “Er is maar één manier om te kijken door de ogen van de andere en dat is via de literatuur.” Bepaalde verscheurende familiale keuzes in de roman zoals adoptie, emigratie,  huwelijk, ouderontkenning tot zelfmoord zorgden dan weer voor verhitte discussies onder bepaalde leesgenoten.


En toch: de epiloog van de auteur Min Jin Lee was dan weer verrassend in die zin dat ze als historica in de VSA jarenlang gewerkt had aan een epos over Koreanen in Japan maar pas ten volle tot schrijven is gekomen na talloze gesprekken met latere generaties van geëmigreerde Koreanen in Japan. Deze getuigenissen waren blijkbaar veel inspirerender dan klassiek historisch onderzoek. Met de juiste nuanceringen tot gevolg: “pas op met te vroeg te oordelen”.

Reinoud Van Acker 

maandag 11 juni 2018

'De mensengenezer' van Koen Peeters

Op 11 juni 2018 komen we samen bij Jo, een bijzondere samenkomst, een beetje afscheid nemen. Straks beginnen immers de werken van Jo's couhousingproject Eikenberg waarbij de woonsite een metamorfose zal ondergaan. Metamorfosen is toevallig ook Ludo's intro; hij leest een stukje uit Ovidius' meesterwerk, over hoe alles voortdurend verandert en schuift, zonder dat aan de essentie van het bestaan wordt geraakt.

Een Yaka-makser
En dan duiken we in de het leven van Remi, een boerenzoon van "aan de schreve" die voor een religieus leven kiest  als jezuïet en als missionaris in Congo. Hij bouwt een antropologische expertise op die hem tot een internationale autoriteit  maakt. Koen Peeters is een fijne verteller; verbluffend hoe hij zich de 'ziel' van de Westhoek eigen maakt, vreemde verhalen, donkere gedachten. Maar Peeters is vooral ook een antropoloog. Zijn wetenschappelijke gedrevenheid en zijn auteurschap komen in De mensengenezer op een natuurlijke wijze samen.  Peeters volgt in zijn roman twee sporen: het chronologisch-biografisch verhaal van Remi (blijkens de epiloog geïnspireerd op het leven van Renaat Devisch) én de gesprekken van de auteur met Remi, zijn intussen bejaarde promotor. En zo componeert Peeters een verhaal dat verdicht en alles bij elkaar brengt. Zelfs de Westhoek en de diepe Congolese brousse, twee werelden die ogenschijnlijk eindeloos uit elkaar liggen, verwijzen naar elkaar, met demonen die overal terugkeren.

Deze zoektocht naar het onzegbare in een rijke, verzorgde taal wordt heel erg gewaard door Jo, Ina, Christine en Ludo. Voor Ina is het overigens opnieuw aanknopen bij 'Het gelaat van de geesten', een Antwerpse expo die ze lang geleden gidste. Jo legt een link met David Van Reybrouck voor de hoofdstukken waarin Peeters de mentaliteit van de Westhoek peilt. Andere lezers zijn minder enthousiast. Ze voelen zich minder betrokken bij de personages. Chris was het meest getroffen door de episode in het noviciaat; de psycho-analytische achtergrond van het verhaal werkte dan weer storend. Ciska, en Geert werden  vooral geraakt door het Westhoekverhaal, maar haakten dan af. Ook voor Reinoud  is 'De mensengenezer' een te gekunsteld boek, afstandelijk en bestudeerd. 

De punten: Jo 9, Ina 8,5, Ludo 9, Chris 6, Ciska 5, Reinoud 6, Christine 8,5 en Geert 6,5, of een gemiddelde van 7,31

zondag 10 juni 2018

Lijstjes

Rob Riemen, de man van Nexus (tijdschrift en instituut) laat zich graag fotograferen, met een boek in de hand of gezeten voor een imposant en nokvol boekenrek. Wat moet die man gelezen hebben, is de natuurlijke reactie bij het zien van deze foto's. Ook fictie, blijkt uit het recente interview (Knack, 2019|38), met op één, Thomas Mann, op wiens roman De Toverberg Nexus is geënt.

"Een literair epos", zo kan je 'Wij, de verdronkenen' van Carsten Jensen benoemen (2006, Nederlandse vertaling 2008). Bijna 700 pagina's meegaan in het ruwe vissersleven op een Deens eiland. Een epos dat nu op de planken wordt gebracht.

Een tip met een stip van Brigitte (ook door P.F. Thomése in DS): De meester en Margarita van de Russische auteur Michail Boelgakov. Te lezen in het derde deel van zijn Verzameld werk uitgegeven bij Van Oorschot, het fijne papier, de fraaie letter, de sobere band. In alle opzichten een boek om te koesteren.
Lag ook uitnodigend op Brigittes leestafeltje: Eva Rovers, Helene Kröller-Müller (1869-1939), de eeuwigheid verzameld (Amsterdam: Bert Bakker, 2010). Over een van eerste vrouwelijk kunstverzamelaars, met een neus voor Van Gogh, te zien in het naar haar genoemde museum op haar landgoed in De Hoge Veluwe.

Eerder dit jaar overleed in Boedapest György Konrad (1933-2019), en Johan De Boose blikt met een volle pagina terug op auteur en werk 'dat tot het beste behoort van de 20st eeuw' (DS, 16 september 2019). Eén werk springt er boven uit, Tuinfeest, 'waarin een man zijn leven vertelt terwijl hij in een tuin zit, aan een tot tafel verbouwde grafsteen, waaraan de doden moeiteloos aanschuiven'.

Door Jan DM zeer warm aanbevolen, Galische wetten van de mensenrechtenadvocaat  Philippe Sands, non fictie Over de oorsprong van genocide en misdrijven tegen de menselijkheid, maar "razend spannend" en "adembenemend", met de verwerking van een groot stuk Europese geschiedenis vanaf de late negentiende eeuw.

Wat met ons rechtssysteem, onze rechtsstaat? Peter Vermeersch stelde zich vele vragen, vooral toen hij voor een assissenjury werd opgeroepen (Aantekeningen bij een moord, 2019). Het deed hem teruggrijpen naar een boek uit zijn studententijd, waarin rechtspreken helemaal anders maatschappelijk was ingebed. In Her hof van mijn vader (1966) vertelt Isaac Bashevis Singer hoe zijn vader, als rabbijn in Warschau, recht sprak en herstel bemiddelde.

Laten we ons al eens inspireren door de recensies in SdL, deze maanden laat het zomerreces zich wel heel hard aanvoelen. Niet getreurd, want net in deze vakantiemaanden is er een portrettenreeks waarin jonge Nederlandstalige schrijvers ("Verse letteren") worden voorgesteld. Jong en vooral gedreven, met die magische drive naar taal en vertellen, zich respectvol lavend aan soms onverwachte literaire voorbeelden. Wees gegroet Roos van Rijswijk (Sdl, 3505), Nina Polak (SdL3507) en ander jong talent.

donderdag 3 mei 2018

'Sovjetistan: een reis door Turkmenistan, Kazachstan, Tadzjikistan, Kirgistan en Oezbekistan' van Erika Fatland.


Samen op reis: lezen is kijken door andermans ogen.
Op een warme lenteavond schaart ons literaire genootschap zich rond de tafel in de tuin van de voorzitter (0) voor de bespreking van Sovjetistan van Erika Fatland (1).

We genieten van de wijn en het koel schuimend bier en prijzen ons gelukkig dat Geert, ondanks zijn zoektocht naar Centraal- Aziatische specialiteiten , ons geen koemis (2) laat drinken.
Bij wijze van opwarming doet Jo een Grietopdebeekje (3) waarna we ons op een van de gevaarlijkste wegen ter wereld (4) begeven om een beeld te krijgen van ons reisdoel. De bestemming spreekt tot de verbeelding; behalve voor Chris is het voor de overige leden terra incognita (5).
Het boek van Erika Fatland opent voor ons een wondere wereld vol smeulende gasvelden, megalomane gebouwen, blinkende kitsch, straatarme boeren en griezelige dictators. We zien een fascinerende streek: kleurrijk, ruw (6), indrukwekkend, verwarrend (7) en erg gastvrij. Bakermat van een oude beschaving; zowel Reinoud als Christine dromen van een reis langs de Zijderoute (8) door de Centraal Aziatische republieken.

We krijgen erg veel informatie voorgeschoteld, soms moeilijk te behappen maar steeds verwerkt in een leesbare tekst vol rake observaties. De beoordeling van het boek was eensluidend positief (9) en leidde tot een uitzonderlijk goede score (10).

Het volgende boek brengt ons van de Westhoek naar de Afrikaanse binnenlanden:" de mensengenezer"  van Koen Peeters wacht op ons. Steeds nieuwe horizonten, steeds weer verrassende inzichten: no books, no glory. We bluvn goan.

Een knusse, gezellige stad op mensenmaat ... : Astana, hoofdstad van Kazachstan


Voetnoten:
(0) Onze président-fondateur is Geert W., ijveraar voor de schone kunsten, activist voor een betere wereld en ook berucht voor zijn boude uitspraken. Zo heeft hij een gloeiende hekel aan intellectuele prietpraat en haat hij teksten met voetnoten en verklarende woordenlijsten. Een goede tekst spreekt voor zichzelf en heeft al die verwijzingen en verklaringen niet nodig.
(1) Erika Fatland. Sovjetistan. Een reis door Turkmenistan, Kazachstan, Tadzjikistan, Kirgistan en Oezbekistan. Verschenen in 2014, uit het Noors vertaald, 446 blz.
(2) Koemis (ook kumys) is gegiste melk van merries. Volgens Chris een geneeskrachtige lekkernij waarbij de grootste kunst erin bestaat om het goedje ongemerkt in een bloempot te laten verdwijnen.
(3) Griet Op de Beeck schreef het boekenweekgeschenk, een novelle van krap honderd bladzijden, waarin haar gekende thema's aan bod komen: de pijn van het zijn en de kracht van de liefde. Door de kritiek ongenadig neergesabeld, door Christine en Jo gewaardeerd als onderhoudende en ontspannende lectuur zonder veel pretenties. Een Grietopdebeekje wordt meestal gedaan als aanzet tot een diepzinnig gesprek: wij hadden het over de moeite bij het kiezen en later op de avond borduurden we verder over de illusie van totale vrijheid die maakt dat jongeren geen keuzes meer durven maken.
(4) "De gevaarlijkste wegen van de wereld" is een televisieprogramma van VARA waarin twee personen een avontuurlijke rit ondernemen. We bekeken de uitzending van 15 april 2018 die ons over de Pamir Highway in Tadzjikistan voerde. De diepzinnige gesprekken tussen de twee chauffeurs werden door Geert versneld doorgespoeld maar de beelden van het landschap waren overweldigend.
(5) Onbekend gebied.
(6) De favoriete sport is het uit mekaar scheuren van een levende geit op ronddravende paarden. Het roven van jonge meisjes gebeurt nu ook al met de auto.
(7) In de 20e eeuw gedurende 70 jaar deel van de Sovjet-Unie en onderworpen aan deportaties en strafkampen. Toch denkt de bevolking met heimwee terug aan de zegeningen van de communistische heilstaat.
(8) De zijderoute is de oude handelsroute die oost en west verbond van de oudheid tot de late middeleeuwen en bestaat uit een netwerk van karavaanwegen doorheen Centraal- Azië.
(9) Vlotte en aangename lectuur (Ciska), fascinerend (Christine), rake observaties (Chris), boordevol prachtige verhalen (Reinoud),  interessant (Ina), aangenaam (Geert), Waarom is die trein weer te laat?  (Ludo).
(10) Ciska (8), Ina (8), Reinoud (8), Christine (8), Geert (8), Chris (7.5), Jo (7.5) en Ludo (8.5) geeft een gemiddelde van 7,9.

Opgetekend door Jo Libbrecht


vrijdag 2 februari 2018

'De stad aan de rand van de hemel' van Elif Shafak

Ten huize van Reinoud op  7 oktober 2016. Reinoud heeft dit boek gekozen na het bezoek van een tentoonstelling ‘The Sultans world’ in Bozar voorjaar 2015, over de beeldvorming in het Westen van het Ottomaanse Rijk (voorganger van het huidige Turkije) in de 16de, 17de en 18de eeuw. Dit enorme rijk omvatte toen nagenoeg de volledige islamitische wereld van Hongarije tot in Noord-Afrika. In de 19de eeuw brokkelde de macht van het Ottomaanse rijk geleidelijk af om uiteindelijk ten onder te gaan na de Eerste Wereldoorlog. Glorieperiode was de 16de eeuw met sultan Suleyman de Prachtlievende die heel wat indrukwekkende gebouwen nagelaten heeft in zijn rijk en meer bepaald in Istanbul. Dit was voor een groot deel te danken aan zijn geniale architect Sinan die een belangrijke rol vervult in deze roman. Hoofdfiguur is evenwel de pientere migrant Jahan uit Indië die met zijn trouwe witte olifant in het paleis van de sultan terechtkwam en het schopte tot één van de assistenten van de architect Sinan en aldus het ontwerp en de bouw van grote projecten van nabij mee kon volgen. Omdat Geert niet graag schrijft, een interview door Reinoud.

Wat was je eerste algemene impressie bij het lezen van deze roman?
Ik vond het een zeer mooi boek en heb dit graag gelezen. Er was een duidelijk verhaal en het was laagdrempelig zodat het zeer vlot las. Het leek wel een historische roman voor de jeugd met heel mooie vergelijkingen. Ik kan de appreciatie van Ciska en Reinoud volledig volgen dat het boek gelezen moet worden als een warm sprookje waarbij niet alles letterlijk moet genomen worden. Vooral de relatie van Jahan het hoofdpersonage met zijn witte olifant is zeer mooi uitgewerkt. Er komen soms vele andere verhaallijnen door elkaar te lopen vanuit een zeer kosmopolitische leefwereld die Istanbul toen was. Maar dit stoorde het leesplezier niet.

Volg je het oordeel van andere leesgenoten Chris en Jo als zou dit historisch verhaal teveel geromantiseerd zijn met bordkartonnen personages?
Helemaal niet, ik heb me daar zeker niet aan gestoord. Ondanks de soms onwaarschijnlijke passages, ben ik meegegaan in het wat fantastische verhaal en vond ik het voldoende geloofwaardig opgebouwd om tot op het einde meegesleept te blijven. Bovendien bleef het historisch ongemeen interessant: een complexe maar boeiende wereld wordt opgeroepen in het kosmopolitische en bruisende Istanbul van de 16de eeuw dat handelaars, diplomaten, pelgrims en avonturiers uit alle delen van de toenmalige wereld aanzoog. Zo ook een delegatie Venetianen en andere Italianen die het best vertrouwd waren met het Ottomaanse rijk. Heel treffend was ook de tolerantie die de islamitische wereld toen aan de dag legde ook voor anders gelovigen.

Was het dan ook niet van het goede teveel met een opeenstapeling van historische details zoals Christine het wat ervaarde?
Zo heb ik het toch niet gelezen, maar Christine beaamde ook onmiddellijk dat ze tegelijk enorm veel bijgeleerd heeft over de Ottomaanse cultuur. Ze vond het ook een mooie lange historische schets van Istanbul gesponnen rond het leven van Jahan. Ook Ludo moest toch erkennen dat de historische sfeerschepping over het toppunt van het Ottomaanse rijk toch zeer goed zat. Hoewel hij ook wel kritisch was en weinig enthousiast over deze roman. Hij vond het geen grote leeservaring.

En wat te denken van Ina haar mening als zou deze roman teveel clichématig als een recept geschreven zijn?

Ook dat standpunt volg ik niet. Het leek me voldoende origineel en had nergens het gevoel dat de auteur hier een trukendoos hanteerde door verschillende ingrediënten samen te brengen. Ik heb het toch niet als voorspelbaar of stereotiep ervaren. De stijl was niet zo scherp of hard cynisch maar ik heb het dan ook opgevat als een exotisch sprookje dat dicht in de buurt kwam van de verhalen van 1001 nacht. De schrijfster hanteerde hier trouwens een zeer vlotte en toegankelijke schrijfstijl met trefzekere typeringen en soms verrassende ontwikkelingen. Elif Shafak is voor mij een meesterlijke verteller!

Tenslotte: het boek behaalde een quotering van 7,1 op 10.
Met dank voor het interview, Reinoud 


woensdag 24 januari 2018

'De tolk van Java' van Alfred Birney

Het jaar is nog kakelvers als we voor dit boek samenkomen zodat Christine ons bij aankomst vergast op een glas champagne om de obligate nieuwjaarswensen en dito kussen door te spoelen. Ze heeft nog een andere verrassing in petto dat direct verband houdt met het te bespreken boek.

  

Als opwarmertje, haalt Reinoud een krantenartikeltje boven uit de reeks 'ook dat nog', (korte feitjes en anekdootjes in de marge van het grote wereldnieuws) met als titel 'Vrouwen zullen altijd langer leven dan mannen'. Daarna leest hij in het kader van gedichtendag en week, een paar gedichten van 2 Brugse dichters voor: Jotie 't Hooft (gestorven in 1977) en Peter Verhelst (jawel, debuteerde als dichter en leeft nog).

Christine geeft aan dat zij het boek gekozen heeft omwille van de prestigieuze Libris-boekenprijs in 2017, met Lize 'Het smelt' Spit en Jeroen 'Wil' Olyslaeghers als concurrenten. Toch kon het boek deze hoge verwachtingen niet waarmaken voor de meeste leesgroepleden. Niemand was er wild enthousiast over ('onze' Jeroen verdiende meer de prijs met het door ons gesmaakte Wil ...) maar er waren wel enkele milde en vooral geïnteresseerde commentaren te noteren, onder meer van Ciska, Ina en Ludo.

Eén van de redenen was dat wij zo weinig weten over dit toch wel belangwekkende land Indonesië (het grootste moslimland ter wereld) behalve Chris die de archipel al bereisd heeft. We moeten zelfs toegeven dat we nauwelijks iets weten over de kolonies van onze noorderburen, anders dan onze 'relatie' met onze ex-kolonie Congo. De vergelijking met het eerder besproken boek van David Van Reybrouck loerde dan ook om de hoek.

Iedereen was het er over eens dat dit wel een baanbrekende roman was over het koloniale verleden van Nederland, nog intenser dan de verwante klassiekers uit de Nederlandse literatuur zoals Oeroeg van Hella Haasse, Indische Duinen van Adriaan Van Dis of Bezonken Rood van Jeroen Brouwers. (Er zou zelfs met de hutkoffer een indirecte verwijzing naar Multatuli van Max Havelaar in steken.) De Jappenkampen tijdens WO-II waren daarbij dikwijls een onverwerkt trauma. Bijzonder aan deze roman is dat het vanuit het standpunt van een autochtone Indonesiër geschreven is waarbij een aantal koloniale mythes keihard onderuit gehaald worden. Vermoedelijk een zware ontnuchtering voor veel vaderlandslievende en andere Nederlanders.

Een andere verdienste van deze roman ligt in de ontdekking hoe enorm complex dergelijke onafhankelijkheidsoorlog wel was en hoe gewelddadig het er aan toe ging. Tegelijk was het ook de zwakte van de roman want iedereen ergerde zich aan de ellenlange beschrijvingen van gevechtscènes met storend machogedrag. De helft van het boek was meer een oorlogsverslaggeving dan een roman. De auteur wou waarschijnlijk persé het dagboek van zijn vader hiermee postuum publiceren maar het diende de lezer niet dat dit zo letterlijk gebeurde. Veel indringender is bij voorbeeld hoe Stefan Hertmans het dagboek van zijn grootvader verwerkt heeft tot het meeslepende Oorlog en terpentijn. Een aantal leesgroepleden vonden het boek dan ook onevenwichtig.

Zeer krachtig en indringend waren dan weer de (schrijnende) taferelen over het gezin in Nederland en de dieptragische hoofdfiguur van de vader die zijn 5 kinderen en echtgenote zwaar mishandelde. Misschien wel vanuit een posttraumatisch stress-syndroom na de oorlog in Indonesië. Er was een constante dreiging van geweld voelbaar in dat gezin wat traumatiserend bleek te zijn voor de rest van hun leven. Ook de auteur zelf deelde regelmatig in de klappen, zodanig dat de opname in een internaat bijna een verlossing bleek te zijn. De relatie met zijn vader zou nooit meer goedkomen maar de verhouding met zijn moeder was al even getroubleerd. En toch, ondanks alle vreselijke daden, is er een zweem van moreel besef en mededogen, zelfs bij de vaderfiguur. Het laatste hoofdstuk is dan ook louterend.

Benieuwd wat David Van Reybrouck er zal van maken in zijn aangekondigde epos over Indonesië.....

 
Om de avond passend af te sluiten, trakteerden Christine en Danny ons nog op een heerlijke portie 'spekkoek' (wat in de roman al subtitel gebruikt werd). Het is een gelaagd gebak met koekjes ('petitbeurkes'), boter en room, dat zij in het dialect 'schotelvlees' noemt, wat op gebakken spek slaat met dezelfde gelaagdheid.
De punten: gemiddeld 6,8, een middenmoter dus.






Leesgroep gesignaleerd in Antwerpen, in het spoor van WIL van Jeroen Olyslaeghers




Op zondag  8 oktober arriveert het Brugse leesgezelschap met partners per trein in het station van Antwerpen om vandaaruit met een deskundige gids het Jodenkwartier te bezoeken.

 
Het bezoek wordt afgerond met een heerlijke maaltijd in het gekende Joodse restaurant van de Hoffy-gebroeders, uiteraard alles kosjer volgens de Joodse traditie.


Steven, de vriend van Ina, heeft een smaakvolle zwart-wit fotoreportage gemaakt waaruit we graag plukken voor onze blog.