Laat ons voor de verandering eens beginnen met het einde: de
puntenscore had een gemiddelde van 7 op 10. Verdienstelijk maar niet
overdonderend, dat was een beetje de teneur bij de meeste leesgenoten
(inclusief Chris die op afstand mee beoordeelde). Hoewel er zoals steeds
meningsverschillen waren (gelukkig maar), waren er toch heel wat
gemeenschappelijke factoren waar de meesten het er over eens waren.
Uitschieters waren Ina in de positieve zin die heel enthousiast was over deze
roman (“Men doet alles om te kunnen overleven”) en Ludo die er weinig leesplezier
aan beleefd had (beetje jammer voor een stevige turf van 520 bladzijden).
Een familiekroniek van Koreanen in Japan die zich uitstrekte
over het grootste deel van de 20ste eeuw, is een ambitieus opzet
waar de auteur Min Jin Lee voor een deel toch in geslaagd is, zonder evenwel permanent de
lezer te kunnen boeien. Ludo verwoordde het treffend als een “aangeklede
genealogie die spankracht mist”. Bij momenten zeer pakkend maar soms ook
langdradig was de mening van de meerderheid. Opnieuw hebben we een les in
geschiedenis gekregen want niemand was op de hoogte van de kolonisering van
Korea door Japan en de (soms gedwongen) emigratie van duizenden Koreanen naar
Japan. Uiteraard is rascisme (alweer) een hoofdthema zelfs tot op de dag van
vandaag in Japan waar Koreanen nog steeds tweederangsburgers zijn.
Een eerste zijdelingse discussie ontspint zich: waar halen
die Japanners toch hun meerwaarde? Eeuwenlang heeft hun superioriteitsgevoel de
geschiedenis in dit deel van Azië beïnvloed. Het was ook het enige Aziatische
land dat nooit door Westerlingen gekoloniseerd geweest is. Is het te
verwonderen dat Japan zich verwant voelde met Duitsland zodat die samen een
wereldoorlog ontketenen elk aan een andere kant van de wereld? Tegelijk leggen
Japanners zich een hard werkethos op en zijn ze zeer dominant ten opzicht van
vrouwen. Een terugkerende mantra in d roman was dan ook: “lijden is het lot van
de vrouw”. Voorwaar een harde
maatschappij is hier geschetst, dat herinneringen oproept aan eerdere
leeservaringen van dit gezelschap zoals Murakami en Amelie Nothomb, zij het op
een heel andere manier. En de pachinko uit de titel? Die speelhallen bleken dan
weer de ons onbekende gokverslaving van de Japanners te moeten voeden, handig
uitgebaat door Koreanen.
Het familiedrama van 5 generaties Koreanen is dan weer
meesterlijk in scène gezet met soms verrassende plotwendingen en dramatische
gebeurtenissen. Dat de historische
context niet altijd in detail geschetst werd maar als een vaag kader de
ontwikkelingen verder dreef, stoorde daarbij niet echt. Hoe hard de Koreanen ook hun best doen om
zich te integreren in de Japanse samenleving, toch zullen ze altijd vernederd
blijven worden, een fatalistische ondertoon in de hele roman. Jo verwoordde het
ook filosofisch: “Er is maar één manier om te kijken door de ogen van de andere
en dat is via de literatuur.” Bepaalde verscheurende familiale keuzes in de
roman zoals adoptie, emigratie,
huwelijk, ouderontkenning tot zelfmoord zorgden dan weer voor verhitte
discussies onder bepaalde leesgenoten.
En toch: de epiloog van de auteur Min Jin Lee was dan weer verrassend in
die zin dat ze als historica in de VSA jarenlang gewerkt had aan een epos over
Koreanen in Japan maar pas ten volle tot schrijven is gekomen na talloze
gesprekken met latere generaties van geëmigreerde Koreanen in Japan. Deze
getuigenissen waren blijkbaar veel inspirerender dan klassiek historisch
onderzoek. Met de juiste nuanceringen tot gevolg: “pas op met te vroeg te
oordelen”.
Reinoud Van Acker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten