Reinoud heeft dit boek gekozen omdat hij de auteur
persoonlijk gekend heeft zij het in een andere hoedanigheid namelijk als lid
van een visitatiecommissie voor musea en later als conservator van het
Visserijmuseum in Oostduinkerke dat zij op korte tijd volledig getransformeerd
heeft, inclusief de nieuwe naam Navigo. Maja was vele jaren geleden al een
gedreven dame die overgekomen is uit Polen en in Gent een winkeltje uitbaatte
met Poolse specialiteiten en boeken. Zij is getrouwd met Marc Peirs, een VRT-medewerker
en ze hebben samen twee kinderen. Plots heeft Maja haar korte carrière in de
museum- en erfgoedsector stopgezet om zich volledig te wijden aan het
schrijven. Niet veel later vertrok ze dan terug naar Polen met man en kinderen,
een moeilijke beslissing in haar leven. Maja had toen al een paar romans
geschreven, maar die zijn vrij onopgemerkt gebleven omdat ze in haar
moedertaal, het Pools schrijft.
Nagenoeg de voltallige leesgroep was op 4 maart 2018 aanwezig, toen Maja in het boekenprogramma “Lees meer” in het Concertgebouw (samen met
2 andere schrijvers) op onnavolgbare wijze werd geïnterviewd door VRT-journaliste An De Bie.
Maja kreeg voor haar derde roman veel media-aandacht, niet in het minst door
haar VRT-connecties via haar echtgenoot. Maar ze is zelf helemaal niet
mediaschuw en komt sterk naar voren met haar uitgesproken mening, charisma en
enthousiaste vertelstijl.
Haar derde roman was wel raak, en werd dan ook in het
Nederlands vertaald. Deze roman sluit aan bij een jeugdherinnering van
haar: een trauma in haar geboortestad
Kielce op het einde van de Tweede Wereldoorlog waarbij een deel van de Joodse
gemeenschap uitgemoord werd door op hol geslagen Polen na het verdwijnen van
een Pools jongetje. De Joden werden ervan beschuldigd kinderen te ‘offeren’ wat
met heel wat bijgeloof gepaard ging. Deze gebeurtenis werd decennialang
verzwegen in haar stad en land omdat Polen direct na de Duitse bezetting en
jodenvervolgingen (die net in Polen zeer hevig waren) niet zelf wilden
geassocieerd worden met pogroms tegen Joden op grote schaal.
Ook zij was onwetende over dit drama tot op het moment dat
Maja uit Polen en het Oostblok wegtrok richting vrije Westen. Toen kwam ze al
liftend toevallig in gesprek met een chauffeur die wel van het drama in haar
geboortestad op de hoogte was en daardoor zeer geshockeerd haar verplichtte uit
de wagen te stappen. Dit voorval stimuleerde haar natuurlijk om de ware
toedracht te gaan opzoeken wat uiteindelijk in deze roman uitmondde. Zij heeft
er een aantal autobiografische elementen in verwerkt zonder dat zij daar zelf
een rol in gespeeld heeft. Het verhaal draait rond Weronika een historica
verbonden aan de universiteit van Kielce wiens tienjarig dochtertje plots
spoorloos verdween. Doorsneden met de gebeurtenissen in 1944 waar parallellen
te trekken zijn, wordt Weronika meegesleurd in een wanhopige zoektocht naar
haar dochter, bijgestaan door een verbitterde lokale politiecommissaris.
Uiteindelijk belandt ze in de armen van haar oude moeder waarmee ze al jaren
mee gebroken had.
Een belangrijke rol is ook weggelegd voor Julia, een Poolse
emigrante die in Brussel terechtkomt kort voor de Tweede Wereldoorlog, er
trouwt met een Belg en een carrière als fotografe uitbouwt op diverse plaatsen
in Europa. Zo maakte Julia een fotografische reportage van het Jodendrama in Kielce
in 1944. Foto’s die Maja ontdekte in … het Fotografiemuseum in Charleroi. Een
aaneenschakeling van toevalligheden door de tijd heen als het ware.
En wat vond de leesgroep ervan? Hoewel een aangrijpend
verhaal dat goed verteld werd, was de meerderheid niet laaiend enthousiast:
nogal gekunstelde en geforceerde constructie, raakte niet echt, bepaalde
personages nogal oppervlakkig. Geen grootse roman maar wel een fascinerend
onderwerp. Zodat het eindcijfer toch op een riante 7,5 op 10 uitkwam.
Reinoud Van Acker (ingesprongen voor Geert Wullaert)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten