zondag 10 juli 2011

Brugs leesgezelschap gaat stappen in Oostende


Om nog eens ongedwongen zonder een boek rond tafel te zitten vooraleer iedereen met vakantie gaat, besloot de leesgroep om eind juni een hap te gaan eten in Oostende. Op advies van Chris staken we onze benen onder tafel in een bescheiden oer-Oostends restaurantje in de Langestraat luisterend naar de inheemse naam 'In de stad Kortrijk'. Hoge verwachtingen naar een gastronomisch zesgangenmenu zijn hier niet op zijn plaats want we werden vergast op een authentiek vissersmaal met garnalen, vissoep, pladijzen en tongetjes met de obligate frieten. Groenten kon ook nog voor wie het vroeg. Desserts serveert men er niet. Een no-nonsense etablissement met een volkse sfeer en dito decor met passende maritieme attributen en schilderijtjes. Een vriendelijke stamgast was zowaar bereid om ons te fotograferen. Breedlachend van links naar rechts herkent u: Chris, Ina, Ciska, Marie-Christine, Reinoud, Ludo en Geert.

woensdag 8 juni 2011

zondag 29 mei 2011

'Spaar de spotvogel' van Harper Lee

We waren te gast bij Ina in haar nieuwe appartement dat nog aan inrichting toe was na haar recente verhuis. Maar de ruime woonkamer waar de avondzon overvloedig binnenstroomde beloofde al een gezellige leefplek te worden. Ze verraste ons direct na aankomst al met een heerlijk mexicaans gerechtje. Met een volle maag konden we ons beter concentreren op een klassieker uit de Amerikaanse literatuur: 'To kill a mockingbird'.

Deze roman uit 1960 was een instant succes, zeker na het winnen van de Pulitzerprijs en werd reeds verfilmd in 1962. Bizar genoeg heeft de schrijfster Harper Lee dit nooit weten (of willen) te verzilveren want het is haar enige boek gebleven. Nadien heeft ze nooit meer iets gepubliceerd en leidde ze een teruggetrokken leven. Zij was nochtans een tijd bevriend met Truman Capote en heeft hem geholpen bij zijn klassieker uit die periode 'In cold blood', eveneens verfilmd. Korte tijd later is de carrière van Capote ook uitgedoofd.

Het succes was nochtans niet zo evident want het boek is een kritische kijk op rascisme (vooral tegenover de zwarten) wat in de VSA van die tijd absoluut not done was , zovele jaren voor Martin Luther King. De kentering zou pas midden jaren zestig optreden. Het was dus enigszins een profetische roman. Bovendien geschreven door een vrouw die autobiografisch een fase uit haar jeugd beschreef waarin ze geconfronteerd werd met ondubbelzinnig rascisme ten opzichte van de zwarte medemens in het zuiden van de VSA in de jaren 1930.

Het verhaal gaat over een gezin van een advocaat (een dochter van 9, zoon van 12, moeder gestorven) die de verdediging opnam voor een zwarte die ten onrechte beschuldigd werd van verkrachting van een blanke vrouw; dit alles verteld vanuit het standpunt van het meisje (zijnde de auteur zelf).

De reacties waren opnieuw wisselend, van één van de beste boeken uit de reeks (Geert) tot enigszins ontgoocheld wegens te hoge verwachtingen (Ludo). De indruk van de meesten was toch dat het wat gedateerd was en geen grote indruk nagelaten heeft. Het had een hoog kindertijdgehalte en leek meer een adolescentenroman. Nochtans was iedereen het erover eens dat het zeer vlot geschreven is en dat het een goede sfeerschepping bood van een conservatief landelijk stadje in de zuidelijke VSA uit de jaren dertig.

Edoch: Christine en Ina leiden ons toch naar een beter begrip van deze roman. We moeten het meer in zijn tijdskader zien en vergelijken met de maatschappij van de jaren 50 in de VSA toen rascisme nog zeer sterk ingebakken was. Er is nu natuurlijk al veel veranderd (hoewel rascisme nu allesbehalve uitgeroeid is) zodat die radicalere situatie uit die tijd moeilijk voor te stellen is. Een ander aspect is het standpunt van de vertelster als jong meisje die alles vanuit een onschuldige kinderziel bekijkt en zich terecht heel kritische vragen stelt hoe volwassenen omgaan met zwarten. Het is een meesterlijke zet van de auteur om langs die weg heel logische maar tegelijk ook kritische kanttekeningen te maken bij de rascistische houding van de stadsgenoten. Dit leidt naar het absurde hoogtepunt dat een volledig blanke jury van boeren een zwarte schuldig verklaart hoewel iedereen ervan overtuigd is dat de vader van het slachtoffer de eigenlijke dader is.

Ook de mysterieuze familie Radley, buren van het gezin van de advocaat die zelden buiten kwamen en waarover de wildste verhalen de ronde deden, bleek een geniale schrijverstechniek om een parallelle parabel te construeren omtrent omgaan met het anders zijn (waar rascisme in wezen om gaat). De kinderen fantaseren allerlei griezelachtige verhalen over buurjongen Bo Radley totdat die op het einde van de roman uiteindelijk toch maar het leven redt van het hoofdpersonage en haar broer. Anders leven is een voedingsbodem voor allerlei veronderstellingen van de stadsgenoten maar betekent daarom nog niet dat het fout is.

Tenslotte vraagt de opvallende titel een verklaring: middenin de roman vraagt de vader zijn kinderen om geen spotlijsters te doden omdat die het mooist zingen en geen kwaad doen. Op het einde werd Bo Radley vereenzelvigd met een spotvogel die gespaard moest worden omdat hij een goed mens bleek te zijn ondanks zijn misdaad die hij gepleegd heeft om de kinderen te redden.

Deze wending in de bespreking bracht een genuanceerder puntenbedeling dan aanvankelijk vermoed: een gemiddelde van 7,5/10. (Reinoud: 7; Ludo: 7,5; Ciska: 7; Chris: 7, Christine: 7; Ina 8,5 en Geert: 8,5).
Reinoud Van Acker

zondag 15 mei 2011

'Congo, een geschiedenis' van David van Reybrouck

Vanavond, maandag 28 maart 2011, zijn we te gast bij Chris en het boek op tafel is het lijvige ‘Congo, een geschiedenis’ van David Van Reybrouck. Niet alle lezers hebben de eindmeet gehaald. Desondanks komen de tongen snel los over ‘Congo’ en zo blijkt dat het boek niemand koud laat.

Van Reybrouck schreef dit boek blijkbaar deels uit eigen nood aan een geschiedenis van Congo. Wie het leest, krijgt een (in mijn eigen ogen) behoorlijk volledig overzicht van de vrij recente geschiedenis van het land. De precisie van onderzoek en beschrijving wordt door menig lezer geprezen; data, cijfers, situering van religies en politieke partijen (waarvan de afkortingen ons weliswaar naar het einde toe steeds meer doen duizelen)… ontbreken niet.
Bovendien blijkt voor de Belgische lezer dit boek een beetje een puzzel te zijn waarvan de stukjes eindelijk in mekaar vallen. Naast alom gekende namen genre ‘Lumumba’ zijn er immers heel wat andere, even exotisch maar voor ons toch een beetje vertrouwd omdat hun klank in het journaal tijdens onze kinder-of jeugdjaren regelmatig te horen was. Maar hoe de vork juist in de steel zat, wordt (weer) duidelijk tijdens het lezen van ‘Congo’. Daarnaast zijn er –veel persoonlijker- de herinneringen die enkele van ons hebben aan familie of vrienden die een tijd van hun leven doorbrachten in ‘de Congo’. Hun heimwee, hun gemengde gevoelens, hun eigenaardigheden…kwamen eveneens terug tijdens onze lectuur en de bespreking bij Chris.

Toch weerklinkt er ook een kritische noot over het boek; een ‘personage’ als Nkasi (zo oud dat Van Reybrouck hem aarzelend vraagt of hij Stanley nog gekend heeft) doet menige wenkbrauw fronsen. Anderzijds is dit misschien niet iets om ons blind op te staren, het brengt in geen geval (voor mij dan) de geloofwaardigheid van dit huzarenstuk aan het wankelen.
Wat raakt het meest in dit boek? Voor mij niet de cijfers, de data, de gedetailleerde beschrijvingen van een zo bewogen geschiedenis. Wel de liefde van de auteur voor zijn onderwerp, voor het land en vooral voor de Congolezen. De warme ontmoetingen die hij met hen heeft, die gevoelig maar nooit melig beschreven worden. Het schrille contrast dan met de wreedheden in Congo, vroeger en helaas ook nu. De beschrijving van moedige mensen die –hoe dan ook- verder leven.
En vergeten we niet de pen van Van Reybrouck. Die heeft voor mij iets tijdloos, en ook dat maakt dat hij het ‘geschiedenisboek’ overstijgt.

Een voorbeeld op bladzijde 285, de aanvang van het hoofdstuk ‘Een donderdag in juni’ over de dag van de onafhankelijkheid. Jamais Kolongo maakt zich op voor de grote dag, en de auteur beschrijft kort maar indrukwekkend Kinshasha op dit vroege uur:
‘De ceremonie was pas om elf uur, maar dit was niet zomaar een dag. De stad van bijna een half miljoen inwoners was nog donker en stil. Een lome hitte hing tussen de huizen en de hutten. Niets bewoog. De was: roerloos aan de lijn. Het vuur: broze sintels as. Onzichtbaar sliepen de kinderen in hoekige houdingen. Onzichtbaar lagen mannen en vrouwen tegen elkaar aan – troost voor één nacht, of voor een heel leven. Op de lege boulevard sprongen de verkeerslichten lusteloos van groen op oranje op rood. In de Europese wijken was het water van de zwembaden rimpelloos. De vogels zwegen nog. En verderop, voorbij de tuinen en de villa’s, de gazons en bougainvilles, gleed het zwarte water van de machtige rivier stil voorbij. Nog steeds dreven eilandjes van vegetatie mee, graszoden en planten, honderden kilometers hogerop losgerukt uit het oerwoud, boomstronken die wentelden in het donker en straks bij de eerste stroomversnellingen zouden oprijzen en stuiteren in het schuim van de rivier. Zo ging het al duizenden jaren lang. De natuur trok zich niets aan van deze bijzondere dag.’

Terug naar de nuchtere realiteit van de leesgroep: de ‘score’ voor Congo, 7,7/10. Dit is de optelsom van 5 (Geert), 8,5 (Ciska), 8 (Chris), 8 (Ludo), 8 (Reinoud), 8 (Christine, onze nieuwe lezer die hier een warm welkom verdient), 8 (Ina).
Gewoontegetrouw werd er gestart met een citaat uit een ander boek. Ik koos voor een fragment uit ‘Dwarskijker’, een verzameling colums van Rudy Vandendaele uit Humo (1991-1998). Vandendaele staat bekend als kritische, soms cynische toeschouwer van de Vlaamse televisiewereld. In het stukje in kwestie hekelt hij ‘Goedele’ die in een uitzending over ‘extreme dierenliefde’ nogal schaamteloos enkele kwetsbare, trieste ‘dierenliefhebbers’ te kijk zet. Ik vond het pijnlijke contrast met ‘Congo’ ook veelzeggend.

Het volgende boek is een Amerikaanse klassieker, ‘Spaar de spotvogel’ van Harper Lee.

Ina

'De geschiedenis van de liefde' van Nicole Krauss

Tijdens de voorbije koude wintermaanden probeerden we ons hart te verwarmen aan ‘De geschiedenis van de liefde’ van de New Yorkse schrijfster Nicole Krauss. Deze internationale bestseller uit 2005 werd in meer dan 35 landen vertaald en dat maakte ons toch nieuwsgierig. We waren op 18 januari 2011 te gast bij Ciska die ons traditiegetrouw met allerhande traktaties bestookte. Jammer genoeg was Geert afwezig wegens ziekte, wij lieten het ons smaken in zijn plaats.

Chris leidde de avond in met een fragment uit ‘Weg’ van Josse De Pauw, het juweeltje dat eenieders nachtkastje zou moeten opvrolijken. ‘Weg’ biedt gelegenheid te over tot mijmeren, grinniken, verlangen, troosten, … Op ontroerende wijze beschrijft Josse De Pauw hoe Kim Gevaert hem door haar gratie en concentratie tot opperste verrukking brengt. Ook wij zijn geen sportlui – neen hoor, wij lezen boeken -, we begrijpen wat Josse bedoelt.

Voor een keer waren de meningen quasi eensluidend, wat op het einde van onze bespreking feilloos geïllustreerd werd met de puntentoekenning: iedereen, op Ludo na (6,5) gaf 7,5. Even Ludo buiten beschouwing gelaten: we hebben graag deze bij momenten ontroerende en taalgevoelige roman gelezen. De meeste waren vooral aangegrepen door het personage van Leo Gursky, de vereenzaamde oude man én auteur van ‘De geschiedenis van de liefde’.

De roman vertelt verschillende verhalen, soms naast elkaar, soms met elkaar verweven en telkens vanuit een welbepaalde toonaard en/of stijl.
Vooreerst is er Leo Gursky.

‘Er was eens een jongen die verliefd was op een meisje, en haar lach was een vraag waarop hij zijn hele leven een antwoord wilde zoeken.’ (p 19)

Hij verliet in de nasleep van de tweede wereldoorlog Polen om in New York te ontdekken dat zijn grote liefde Alma er niet op hem heeft gewacht. Het boek dat hij naar aanleiding van deze overrompelende liefde destijds heeft geschreven, is ooit toevertrouwd aan zijn vriend Zvi Litvinoff. Deze publiceerde het later onder eigen naam in het Spaans. Dit, het boek zelf en de lotgevallen van Litvinoff, vormen een tweede en derde verhaallijn. Wanneer Gursky het manuscript van zijn verloren gewaand boek in handen krijgt, gaat de bal aan het rollen.

‘In de bus naar huis duizelde het Litvinoff. Hij lachte naar iedereen die zijn kant op keek. Fluitend liep hij door zijn straat. Maar toen hij de sleutel in het slot stak, trok er een kilte in zijn hart. Zonder de lamp aan te knippen bleef hij in zijn donkere kamer staan. In Godsnaam, dacht hij, waar zit je met je verstand? Wat heb je zo’n meisje in hemelsnaam te bieden, doe niet zo stom, je hebt jezelf volledig laten instorten, de brokstukken zijn verdwenen en nu heb je niets meer te geven, je kunt het niet eeuwig verbergen, vroeg of laat komt ze vanzelf achter de waarheid; je bent niets meer dan een lege huls, ze hoeft alleen maar te kloppen om te merken dat je hol bent vanbinnen.’ (p.184)

En tot slot is er het meisje Alma, genoemd naar het hoofdpersonage van de roman. Haar moeder vertaalt deze in opdracht naar het Engels. Alma wil haar moeder bevrijden uit haar eenzaamheid en droomt voor haar een toekomst samen met de mysterieuze opdrachtgever. Steeds meer geraakt ze er van overtuigt dat het personage Alma uit het boek echt bestaat. En ze gaat op zoek.

‘Waarom worden mensen altijd genoemd naar dode mensen? Als ze al ergens naar vernoemd mogen worden, waarom kunnen dat dan geen dingen zijn die langer blijven bestaan, zoals de lucht of de zee of zelfs ideeën, die eigenlijk nooit verloren gaan, zelfs slechte ideeën niet.’ (p.205)

Tegelijk graaft Gursky in zijn verleden en hij probeert alsnog zin te vinden in het leven, de tristesse te overstijgen.

‘Hij leerde met de waarheid te leven. Niet de waarheid te accepteren, maar ermee te leven. Het was alsof je met een olifant samenleefde. Zijn kamertje was heel klein, en elke ochtend moest hij zich om de waarheid heen wringen om alleen maar in de badkamer te kunnen komen. Om bij de klerenkast te komen zodat hij er een onderbroek uit kon halen, moest hij onder de waarheid door kruipen, biddend dat ze niet zou besluiten om juist op dat moment op zijn gezicht te gaan zitten. Als hij ’s nachts zijn ogen dichtdeed, voelde hij haar boven zich opdoemen.’ (p.182)

Dergelijke samenvatting doet het boek oneer aan: de verhaalstructuur is zo complex en fragmentair dat een kat er soms zijn jongen niet zou in terugvinden. Vandaar de bemerking dat ‘het lezen liefst ook nog een beetje plezant moet blijven’. Met potlood en blocnote in de hand pogen het verhaal te ontcijferen, hoort hier niet noodzakelijk bij. Kenmerkend was dat we nog tijdens onze bespreking gezamenlijk probeerden te reconstrueren hoe het manuscript nu precies in handen was gekomen van Gursky. We kwamen er niet uit, de meningen waren verdeeld. De roman prikkelt dus de verbeelding, laat de fantasie bij de lezer zijn werk doen. Bij Ludo overheerst het gevoel dat dit voornamelijk een geconstrueerd boek is, hij mist de bezieling waardoor ‘De geschiedenis van de liefde’ artificieel op hem overkomt. Door het verbrokkelde verhaal en de warrig lijkende structuur, is identificatie met personages en gebeurtenissen uiteraard telkens verschillend. Maar meestal was ze er wel en dit leverde een al bij al bevredigende algemene score op van 7,3.

Chris

donderdag 6 januari 2011

'Sprakeloos' van Tom Lanoye



Voor de bespreking van ons zesde en laatste boek van 2010, gaan we op 7 december naar Ludo. De Sint is nog maar net in ons landje geweest en omdat iedereen erg voorbeeldig geweest was, kregen we allerlei lekkers voorgeschoteld.
Bij de 'verkennende ronde' blijkt dat het merendeel van de groep het boek graag tot erg graag gelezen heeft. Is dit geen probleem voor de discussies die we willen voeren? Zullen we nu niet gezellig kunnen kissebissen over ons boek?
Geen nood: Sprakeloos biedt ons gelukkig heel wat thema's waarrond we maar al te graag een boompje opzetten.
Allereerst is er natuurlijk die -volgens sommigen- vreselijk langdradige en niet ter zaken doende inleiding. Lanoye leutert 80 pagina's door over het al dan niet kunnen/mogen/willen schrijven van dit boek. Ergens kunnen we toch begrip opbrengen voor zijn standpunt: onzekerheid, schroom en de reacties van de de rest van de familie over het publiceren van familiekwesties kunnen hier meegespeeld hebben.
Na die inleiding raakt Lanoye op dreef en beschrijft hij met veel fijnheid en humor de relatie met zijn moeder en hoe die vrouw in het leven stond. We worden deelgenoot van hoe het slagersgezin draaide: moeder stond aan het roer, vader en de vijf kinderen volgden. Enkel De Lastigste zorgt voor wat weerwerk. Toch is het uiteindelijk de vader die het gezin van de ondergang redt nadat moeder niet meer kan functioneren wanneer haar Lastigste sterft. Moeder is het hoofd van het gezin, maar ze kan niet zonder de nek, haar man.
Nadat Josée door een aantal beroertes wordt getroffen, verandert de sterke en prominent aanwezige moeder in een afhankelijk en 'leeg' wezen. Weg zijn de pathetische maniertjes, weg de ijzeren hand waarmee ze haar gezin bestierde. Schrijnend is de anekdote waarin ze zich - na een schamele verbetering van haar toestand- toch nog eens opdoft om op uitstap te gaan. Net wanneer ze helemaal klaar is - beste tenue aan, make-up in orde- kamt ze haar haar met een wekker.
Het verhaal wordt gelukkig nooit melig. Lanoye had alle registers kunnen opentrekken en bij elke lezer een traantje kunnen forceren, maar in de plaats daarvan schrijft hij op een ingetogen en verstilde manier over de aftakeling van zijn moeder. We vinden het dapper van hem dat hij zo'n intiem en heikel onderwerp -en de daarbij horende kwetsbaarheid- met iedereen wil delen, zeker ook gezien zijn status van BV. Wat een aantal van ons wel een beetje stoort, is dat Lanoye graag pronkt met zijn schrijftalent. Het nodeloos etaleren van moeilijke woorden valt niet bij iedereen in goede aarde.
De verhalen van Tom (autobiografisch) en van zijn moeder (biografisch) worden heel mooi met elkaar verweven. Het boek ademt een nostalgie die de iets ouderen onder ons wel aanspreekt: De Goeie Oude Tijd van Sunlightzeep en Priorpronostiekjes en 'Wat zullen de mensen van ons denken?' .
Een niet onbelangrijk deel van het boek gaat over de outing van Lanoye. Dat dit niet van een leien dakje liep en zelfs gestuurd moest worden door Winnie de waarzegster, viel met zo'n moeder te voorzien. Gelukkig draaide ze bij toen ze Toms vriend ontmoette. Hoe ze verder omging met de geaardheid van haar zoon, komen we niet te weten, maar dit hoeft ook niet.
De essentie van het boek ligt besloten in de titel: een vrouw die graag op de voorgrond stond (zelfs letterlijk want haar grote passie was acteren), die graag communiceerde, die graag de lakens uitdeelde, die zeer goed van de tongriem gesneden was, die vrouw verloor haar belangrijkste instrument: haar spraak. Lanoye beschrijft prima tot welke frustraties dit leidt bij haarzelf en bij haar naasten.
Helaas was er geen tijd om nog wat standpunten en thema's uit te spitten, de puntenronde volgde. Ludo gaf 8,5 ; Geert 7,5 ; Chris 6,5; Ina 8,5, Reinoud 8,5 en Ciska 9/10. Dit bracht het gemiddelde op een mooie 8,1/10!

Nog even vermelden dat het gekozen fragmentje gelezen werd door Ciska. Zij koos voor een boek dat haar in haar jeugd erg aangreep: Alleen op de wereld van Hector Mallot.

Dit verslag werd geschreven door Eloquin.

zaterdag 9 oktober 2010

'Norwegian Wood' van Haruki Murakami

Toen Geert Norwegian Wood van de Japanse (cult)auteur Haruki Murakami voorstelde, stond de grote vakantie er nog aan te komen. Gisteren, op weg naar Geert, viel het op hoe bomen reeds hun bladeren verloren. Er was inderdaad veel tijd over heen gegaan, sinds onze laatste bijeenkomst. Maar geen nood, het was een blij weerzien, en een Japans drankje (in 'light' versie) deed de rest. Klaar om er weer in te vliegen.



Voor het voorleesmoment 'Een literair fragment dat van betekenis is in uw leven'' koos Ludo voor een 'ode aan het boerenleven' dat verweven zit middenin Boerenpsalm van Felix Timmermans. Een romantisch, vitalistisch loflied op het mooiste beroep van de wereld, dat verwoordt wat niet uit te spreken is en dat wie het landleven lief heeft recht naar het hart gaat.



In een leesgroep is de overgang van het Vlaamse plattelandsleven van boer Wortel naar het leven van de jonge student Watanabe in de wereldstad Tokio maar een kleine stap. Een streepje muziek van John Lennon was voldoende om de knop om te draaien en de wereld van Norwegian Wood binnen te stappen. Wat een bijzonder gevoelig boek, opgebouwd uit vele menselijke relaties, aftastend, onzeker, liefdevol, botsend, heel vaak abrupt afbrekend. Bijna iedereen ervaarde de melancholie, maar niet iedereen voelde even veel affiniteit met deze broze levens, met de wijze waarop ''de moeilijkheden en het problematische van het leven op zich" in de vele figuren besloten ligt. Wie zich daar wel in terugvond, prees dit boek de hemel in. Dat dit ook goldt voor wie het boek opnieuw had gelezen (Chris 3x!) pleit uiteraard voor Murakami. Het boek opnieuw lezen, betekent ondermeer begrijpen hoe de prachtige allegorie van de put, waarover Naoko aan Watanabe vertelt, helemaal voorin het boek, een voorafspiegeling is van wat komt.



De hoofdfiguur Watanabe roept verschillende gevoelens op: eenzaam of eenzaat, onderkoeld of gevoelig, geengageerd of afwachtend. Onbewust is hij heel erg aanwezig in relaties binnen zijn omgeving. Chris was bovendien erg gefascineerd door de fantasierijke en impulsieve Midori. Anderen stelden vragen bij de rol en het levensverhaal van Reiko: verheven, dubbelzinnig of misschien zelfs parasiterend.



Uiteraard kwamen nog vele andere aandachtspunten aan bod. Zo de grote plaats die sexualiteit in de verhalen inneemt. Dat dit meestal niet als dusdanig werd ervaren, zegt veel over de natuurlijkheid, de intimiteit en de vanzelfsprekendheid waarmee Murakami dit beschrijft. Ook de vraag of Murakami met Norwegian Wood de vinger op de ziel van de Japanse jongerencultuur in de jaren '60 legt, werd verschillend benaderd. Is Norwegian Wood dan ook niet eerder een Westers boek? Of is het betrokken zijn op het Westen precies karakteristiek voor de naoorloogse generatie Japanners. Kortom, ook bij dit boek liepen meningen uiteen, werden meningen bijgesteld.


En o ja, de puntenronde: Chris 9, Ina 8,5, Geert 8, Reinoud 7,5, Ludo 7, Ciska 5,5, wat een score van 75,8 oplevert.



In de rand werd afgesproken om de toekomst (of we de groep uitbreiden en hoe we dat aanpakken) aan de orde te stellen op de volgende bijeenkomst. Dat is op 24 november bij Ludo, nadat we met zijn allen Tom Lanoyes 'moederboek' Sprakeloos hebben gelezen.


vrijdag 3 september 2010

Archiveren (vier)


  • Een nieuwe boekenkast om te vullen. Kasten laten zich makkelijker vullen dan boeken zich laten lezen. Maar we geven niet op.

    Victor Klemperer, Curriculum vitae (Atlas, 2009), 1360 p. - Mooi geschreven dagboek, herinneringen en beschouwingen van een Joods-Duitse filoloog en zijn familie, en de manier waarop antisemitisme en nazisme op zijn/hun denken en leven ingreep.
    Ken Follett, Pilaren van de aarde (Houten: van Holkema & Warendorf, 2009), 1006 p. - Groot werk van deze bestsellerauteur over de bouw van een kathedraal in het 12de-eeuwse Engeland. Oorspronkelijke titel: 'World without End', in een vroegere Nederlandse vertaling verspreid onder de titel 'De kathedraal'. Dit monumentaal werk vormt een tweeluik met het al even vuistdikke 'Brug naar de hemel'. Het boek lag op de weegschaal om gelezen te worden maar woog - letterlijk - te zwaar. Een tip van Ciska.
    David Vann, Legende van een zelfmoord (Amsterdam: De Bezige Bij, 2010), 254 p. - Boek over vader-zoon relatie, draait rond zelfmoord van mislukte vader, tegen de achtergrond van de ijzige natuur van Alaska. Bijzonder goed onthaald, 'briljant', ook in SdL.
    Hilary Mantel, Wolf hall (2009; Nederlandse vertaling: Utrecht: Signatuur, 2010), 672 p. Meeslepend meesterwerk en fictionele biografie van Thomas Cromwell, dat ons meeneemt naar het hof van Hendrik VIII in het Engeland van de eerste helft van de 16de eeuw. Man Booker Prize 2009. SdL 28 januari 2011. Een tip van Evelien.
    Jan Drost, Het romantisch misverstand (2011, De Bezige Bij) doorprikt de dominante kijk op liefde en relaties en pleit, in de geest van Levinas, in relaties voor een fundamentele openheid voor het andere en weerbarstige in de ander. Aangehaald in Tertio van 4 mei 2011 ('Standpunt' van Peter Vande Vyvere, die verwijst naar de voorbije De Morgen-weekendkrant).
    Johan Bergé, Een frisse kijk op religiositeit: op zoek naar de basis en de kern van geloven (Mens en Cultuur, 2010, 119 p.). Klein en pretentieloos boek over de zoektocht naar God en over de plaats van religieuze ervaringen in ons leven en in de maatschappij. De auteur en zijn vrouw richtten in 2002 De Ast op, een ontmoetingsplaats voor levensverdieping. Een tip van Annemie.
    Tim Jackson, Welvaart zonder groei: economie voor een eindige planeet (Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel, 2010, 280 p.). Hoogleraar duurzame ontwikkeling Univeristeit Surrey; boek is omwerking van adviesrapport aan Britse regering, adviseur OESO en andere internationale instellingen.
    Bart Moeyaert, De melkweg (Querido, 2011, 150 p.). - Typisch Bart Moeyaert boek, over leef- en denkwereld van enkele kinderen, broers, gevoelig, over verhalen verzinnen en de minder fraaie realiteit, ... Besproken in Knack 25 mei 2011 (Annelies De Weale).
    Sebastian Barry, Annie Dunne (Querido, 2011, 253 p.). - Ierlandroman, over platteland van anno 1900, met het plattelandsmeisje Annie Dunne als vertelster. Vier sterren van Kathy Mathys in SdL 3080.
    Jim Dodge, Stone junction (1989). Deze outlawklassieker waarin Daniël Pearses op zoek gaat naar waarheid en kennis in een bizarre Amerikaanse wereld 'heeft mijn leven veranderd', zegt Bent van Looy, de frontman van Das Pop, maar helaas vooral bekend als 'slimme mens' (SdL,3082, 17 juni 2011). Dat soort uitlatingen worden vlug in de mond genomen, maar niet zo bij Bent Van Looy. Deze intelligente kerel meent wat hij zegt - komt hoe langer hoe minder voor -, dus ook dat dit boek is "een rollercoaster van alles wat het lezen en zelf het leven de moeite waard maakt. Dodge heeft mij de ogen geopend voor anderen en de wereld."
    Graham Swift, Was je maar hier (A'dam: De Bezige Bij, 2011, 383 p.). - Een van de beste Britse romanciers van het ogenblik (° 1949), met een weinig hartverwarmend verhaal over de teloorgang van het pittoreske Engelse platteland in de voorbij jaren, 'een meester in het doorgronden van de menselijke ziel'. Oorspronkelijke titel: Wish you were here. Uitvoerig besproken in Knack, 3 augustus 2011; The Guardian verkiest Swifts roman Last Orders (Laatste ronde) , waarmee hij in 1996 Booker Prize won.

donderdag 19 augustus 2010

'Het verslag van Brodeck' van Philippe Claudel

7 juli, in de mooie tuin van Reinoud, lekkere hapjes en drankjes, en een 'boekbespreking' voor de boeg. Wat kan er mooier zijn? Dit doet het gemis van Sesiel nog sterker aanvoelen; even zeer is er het gevoel dat ze nog steeds onder ons is, voor altijd.

Geert mocht de spits afbijten met een keuzefragment, een stukje uit 'Bartje' van Anne De Vries. Het oude, stoffige boekje dateert uit zijn collegejaren, pure nostalgie.

Philippe Claudels 'Het verslag van Brodeck' vormde de hoofdmoot. De eerste reacties gingen overwegend dezelfde richting uit. Reinoud had het boek gekozen en karakteriseerde het als een parabel over wreedheid, schuld en onschuld. Het trof hem dat de historische context niet wordt geëxpliciteerd, maar toch voor iedereen duidelijk is. Chris deelde dit enthousiasme over 'een eenvoudig, meeslepend en rauw verhaal'. Ook Ina wist dit boek te smaken, en schoof 'de menselijke wreedheid' naar voor als hoofthema van het boek, eerder dan het meer specifieke thema xenofobie. Ciska had het boek al eerder gelezen. Het doorstond moeiteloos haar tweede lectuur. Het sfeervol-poëtische confronteerde met de menselijke wreedheid. Geert en Ludo waren iets meer terughoudend. Ludo had te hoge verwachtingen gekoesterd. Vooral de stijl van Claudel stond hem tegen: te gekunsteld, te gepolijst, te weinig authentiek, overmatig gebruik van de opsomming en andere klassieke stijflfiguren. Ook Geert plaatste kanttekeningen en schatte Claudels wondermooie 'Grijze zielen' hoger in. Bovendien bleef hij na lectuur met veel open vragen zitten. Veel van deze vragen kwamen in de verdere bespreking aan bod.

Reinouds creativiteit om dit boek te doorgronden, kende opnieuw geen grenzen. In een associatiespel zochten we gelijkenissen tussen foto's uit tijdschriften en personnages uit het boek. Het leverde verrassende keuzes en interessante discussiestof op. Vervolgens kregen we 'citaten' op ons bord en probeerden we te achterhalen van wie deze uitspraken waren. Wat vanzelfsprekend leek, bleek dit plots niet meer te zijn, en dat pleit voor de gelaagdheid van Claudels verhaal.

En voor we het wisten, waren we al aan de punten toe: Ciska 8, Reinoud 8, Ina 8, Chris 9,5 (!), Ludo 7,5 en Geert 7, wat een gemiddelde van 8 oplevert, niet mis. En na al die 'menselijke wreedheid' babbelden we nog wat na over minder beladen onderwerpen zoals daar zijn: voetbal, wielrennen, drankjes, en uiteraard reizen en vakantie. Op naar de volgende bijeenkomst. We reizen in de geest van Elzas-Lotharingen ('Brodeck') naar Japan ('Norwegian Wood').

Geert

dinsdag 10 augustus 2010

'Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne' van Marina Lewycka

Niet alleen de titel maar ook de premisse wekt de nieuwsgierigheid: twee
zussen proberen hun stokoude vader te overtuigen om, een paar jaar na de dood van hun moeder, te scheiden van een jonge vamp uit de Oekraïne waarmee hij via een advertentie getrouwd geraakt is. Het is het intrigerend uitgangspunt voor een verrassende geschiedenis van een Oekraïns gezin dat naar Engeland geëmigreerd is na de WO II.

De leesgroep, te gast bij Ina deze keer, vond het een vlot geschreven, goed opgebouwd verhaal. Iedereen kon de grote hilariteit waarderen waarmee de auteur alles beschrijft ondanks de bij momenten geladen inhoud. (Korte discussie of humor zo uitzonderlijk is bij vrouwelijke auteurs ?) Het gezin en de vooral de ouders hebben heel wat meegemaakt in het communistische Rusland en de WO II. Dat liet zijn sporen na in de relatie tussen de 2 zussen, ogenschijnlijk karakterieel elkaars tegenpolen maar die desondanks in de loop van de roman geleidelijk aan naar elkaar toegroeien.

Niettemin waren er enkele kritische klanken te noteren zoals het gebrek aan diepgang bij dit stukje familiedrama, het weinig beklijvend karakter, de karikaturale vaderfiguur en jonge eega.
Toch bleek de waardering voor het hilarisch gehalte - zonder afbreuk aan de geladen familiegeschiedenis - de bovenhand te halen. En dat gaf als gemiddelde eindscore een niet onaardige 7,2/10.

En wat heeft die tractor er nu mee te zien ? In een fijne kruismontage schreef de grijsaard, die vroeger ingenieur in Russische overheidsdienst was, een tractaat over het belang de tractor voor de Oekraïnse landbouw en welke rol hij daarin gespeeld heeft. Een stukje onbekende Russische geschiedenis erbovenop.

Geert bracht voor de start van de sessie ook nog even Sesiel in herinnering en vroeg een minuut stilte voor haar. Ludo las een prachtige ingetogen en persoonlijke tekst voor als eerbetoon aan ons onverwacht overleden leesgroeplid. Ze laat een grote leegte na in ons midden.

We zetten tenslotte de intentie verder om een kort tekstje naar voor te brengen die ons getroffen heeft. Ikzelf had de eer om een sonnet van Shakespeare in het oud-engels voor te lezen, gevolgd door een Nederlandse vertaling.

Reinoud

zaterdag 12 juni 2010

Sesiel

Op 14 april overleed Sesiel, geheel onverwacht.

Sesiel was een wonderlijke vrouw, steeds met anderen begaan. Ze las bergen boeken en kon er heerlijk over vertellen. Wat genoten we van haar warmte en milde spot. Haast ondraaglijk is de gedachte aan de lege stoel.

Ze blijft bij ons, in elk boek dat we samen verder lezen.

'Vreemd land' van Jhumpa Lahiri

Maandag 22 maart, en we zijn te gast bij Chris in zijn voor ons nog nieuwe en gezellige thuis in de Vispaanstraat. Op tafel wacht ons Indische overvloed. Op het leesmenu staan dan ook kortverhalen van een schrijfster met voor ons exotische (Bengalese) roots: Jhumpa Lahiri, alom geprezen en met ‘Een tijdelijk ongemak’ zelfs winnares van een Pulitzerprijs.

Wij hebben net ‘Vreemd land’ gelezen. Het boek telt acht verhalen, waarvan de laatste drie samen één geheel vormen. Voor mij persoonlijk echter heeft het hele boek hoe dan ook één rode draad: de grote leemte, het grote gemis waar vele van de personages aan ten prooi vallen. Dit heeft haast elke keer te maken met het land dat zijzelf of hun voorouders achter hebben gelaten, maar evenzeer met het voor iedereen herkenbare verlies van mensen uit hun directe omgeving.

Al snel wordt duidelijk dat de meningen over de verhalenbundel (voor deze leesgroep een ‘nieuw’ genre) enigzins verdeeld zijn. Haast iedereen prijst de schoonheid van Lahiri’s taal. Mooi, maar voor sommigen houdt het daarmee een beetje op. Het beschrijven van dagelijkse bezigheden in een traag ritme wordt soms als saai en zelfs een beetje banaal ervaren. Bovendien werkt deze traagheid enkele lezers echt op de zenuwen.
Anderen herkennen dan (zie hoger) weer veel in de verhalen. Enerzijds precies in de beschrijving van de dagelijkse dingen (koken en eten voorop) die hoewel hier exotisch gepresenteerd toch universeel zijn. Anderzijds in de ‘grote emoties’ die ruim aan bod komen in het boek, en door Lahiri (naar mijn mening) bijzonder subtiel worden aangepakt. Ze weet de vinger soms precies op de wonde te leggen, en benoemt dingen waarvan je je nauwelijks bewust leek.
Een vraag die al eerder in de leesgroep aan bod kwam, borrelde ook nu weer op: in welke mate ‘leren’ we uit dit ‘exotische’ boek iets over een andere cultuur? Is dit vanzelfsprekend, of net niet? Hoe gaan zowel auteurs als lezers hiermee om? Wat verwachten beide partijen? Opvallend was toch wel dat de liefhebbers van ‘Vreemd land’ niet zozeer het ‘vreemde’ beviel maar wel de beschrijving van dat wat we gemeen hebben. Een schrijfster is tenslotte veel meer dan een ‘boegbeeld’ van haar cultuur (alweer mijn mening).

De punten tenslotte: ‘Vreemde land’ scoorde niet slecht met een gemiddelde van 7,7. Dit is de optelsom van volgende scores: Chris 8,5, Ciska 6, Geert 6,5, Ludo 8, Cécile 8,5, Reinoud 7,5, Ina 9.

Tijdens deze sessie startten we met iets nieuws: beurtelings brengen we een tekst naar voren die ons raakt. Ik mocht de spits afbijten met een klein verhaal van Toon Tellegen uit het boekje ‘Twee oude vrouwtjes’.
Het volgende boek van opnieuw een vrouwelijke auteur brengt ons via Groot-Brittanië naar Oekraïne.

Ina

Heathcliffs woeste hoogten


Eind januari waren we te gast bij Ciska en we bogen er ons over Woeste Hoogten, de 19de-eeuwse klassieker van Emily Brontë. Het was haar debuutroman en zou haar enige werk blijven want een jaar later, in 1848, overleed ze op 30-jarige leeftijd.

Er werden binnen onze leesgroep al meerdere discussies gevoerd, natuurlijk steeds binnen de perken van het welvoeglijke, maar niet eerder waren de meningen zo verdeeld. Om het eufemistisch uit te drukken. Ludo voelde zich bij vlagen ondergedompeld in een waar shakespeareaans drama, Reinoud bejubelde de moderne verhaalstructuur en waardeerde erg de gothic sfeer, Geert kon het verhaal slechts volgen dankzij de verfilming, Ciska had ondanks de vele zeemzoeterige en ongeloofwaardige wendingen Woeste hoogten heel graag herlezen omwille van de intrigerende sfeer, Ina verzekerde ons dat het haten van het hoofdpersonage een goed teken is, Cécile schetste de krakkemikkige verhaalopbouw en de tenenkrullende pathetiek (om over oubolligheid nog maar te zwijgen), en Chris vond dat deze roman niet aan de hielen komt van een aantal indrukwekkende 19de-eeuwse romans die hij eerder las. Kortom, wat te zeggen over ‘Wuthering Heights’ – herinner je de song van Kate Bush – de debuutroman (Chris: ‘Gelukkig bleef het bij die ene’) van Emily Brontë?






Opmerkelijk hoe de beoordelingen ditmaal niet hand in hand liepen volgens de breuklijn man/vrouw. Nochtans omschreef Ciska het als een echt vrouwenboek vol ouderwetse passie en emotionele hoogtes en laagtes … sommige vrouwen zullen dit graag horen. Vanzelfsprekend verliep de discussie niet eendvoudig, uiteindelijk was de insteek – desastreus versus indrukwekkend – tegenstrijdig. Toch vonden we een aantal raakvlakken. Zo was quasi iedereen het er over eens dat de fysisch beschreven ruimte, de in een woeste en onherbergzame uithoek van het graafschap Yorkshire gesitueerde landgoederen Thrushcross Grange en Wuthering Heights, een voorname en imponerende rol spelen in dit verhaal. Er is een mooi samenspel tussen de getormenteerde personages en de natuur die hen omringt. De ongepolijste woestheid van het hoofdpersonage Heathcliff lijkt als het ware hand in hand te gaan met het landgoed ‘Woeste Hoogten’ van waaruit hij zijn snode plannen ten uitvoer brengt.

“De Woeste Hoogten is de naam van het woonhuis van de heer Heathcliff: ‘woest’ vanwege het atmosferische geraas waaraan het door zijn ligging bij storm en regen is blootgesteld … je kunt de kracht van de noordenwind, die over de heuvelrand waait, afmeten aan de diepe kromming van een paar dwergachtige sparretjes achter het huis; en aan een rij haveloze doornstruiken die hun takken allemaal één kant op houden, alsof ze de zon om een aalmoes smeken.” (p.6)

Evenzeer was er overeenstemming over de slechtheid van Heathcliff, die gestuwd door een oeverloze portie haat zijn verwanten het leven zuur maakt. Zijn wraak naar aanleiding van een afgewezen liefde is niet zoet maar bitter, en hij stort er eenieder door in het verderf, inclusief zichzelf.
Terwijl sommigen onder ons op zoek gingen naar begrip voor en inzicht in diens tragedie, gingen anderen vruchteloos op zoek naar het waarom van de hulpeloosheid van zijn slachtoffers. Hier en daar vergde het inspanningen om in het verhaal te komen – sommigen vonden de psychologie van de personages totaal ongeloofwaardig, anderen vonden het meeslepend en fascinerend. Maar het noodlot slaat uiteraard gemakkelijker toe bij onevenwichtige figuren. Door de sterke profilering van de personages was identificatie alleszins niet steeds gemakkelijk.
Verder was het opmerkelijk hoe de belangrijkste verteller uit het boek, de huishoudster die Catherine en Heathcliff samen had zien opgroeien, wel heel toevallig steeds op de juiste plaats op het juiste moment aanwezig was. En de andere verteller, de huurder van Thrushcross Grange, werd dramatisch nauwelijks uitgespeeld.
En wie anglofiel is, Ludo en in iets mindere mate Reinoud, werd erg gecharmeerd door de door en door Engelse setting en sfeer.

Na de zeer geanimeerde discussie was het spannend uitkijken naar het uiteindelijke verdict. Is het te verbazen dat de punten sterk uiteen lopen? Dit zijn de scores: Reinoud gaf een 7, Ciska een 8, Ina een 7,5, Geert een 4, Ludo een 9, Cécile een 5 en Chris gaf 3 punten. Zo kwamen we uit op een totaalscore van 6,2.

Voor verslag: Chris

woensdag 13 januari 2010

Interview met Geert, voorzitter en oprichter van onze leesgroep


Geert, wat dreef je om een leesgroep op te richten ?

Geert: Zelf ben ik ooit nog lid van een leesclub geweest (onder de vleugels van de Volkshogeschool). Aangezien ik al jarenlang veel boeken las, wou ik dat delen met andere mensen. Je moest voorgedragen worden door een ander lid om te kunnen toetreden en ik heb lang op de ‘wachtlijst’ gestaan. Toen het eindelijk zover was, is deze leesclub na een klein jaar ter ziele gegaan. (Er is geen oorzakelijk verband!) Dit was een grote ontgoocheling voor mij want ik ontdekte ook veel meer in boeken die ik zelf gelezen had door er met andere mensen over te praten.

Langzaamaan begon het in mijn hoofd te rijpen om zelf een leesclub op te richten, maar ik twijfelde nog sterk over het hoe, wie erbij te betrekken, welke werkwijze te hanteren enz … Ik heb er twee jaar lang op gebroed en ondertussen meerdere mensen aangesproken uit mijn wijde omgeving: kennissen, vrienden, buren, collega’s, familieleden, enz … om te horen wat ze ervan vonden en of ze eventueel geïnteresseerd waren. En uiteindelijk hebben we een eerste datum afgesproken met een aantal mensen, een uitnodiging verzonden en is de zaak aan het rollen gegaan ….


Hoe gebeurde de samenstelling van de groep ?

Geert: In feite gebeurde de samenstelling nogal lukraak en was dat afhankelijk van de beschikbaarheid en de bereidheid van de mensen die ik aangesproken had. Ik vond het zelf belangrijk dat er een sociale mix was van mensen met een verschillende achtergrond en dat er een goed evenwicht was tussen mannen en vrouwen. Uiteraard moest een potentiële deelnemer interesse tonen in lezen en literatuur zonder evenwel specialist te zijn. Vooral de liefde voor het boek was een doorslaggevende factor.

Anderzijds moest je toch een bepaalde discipline aan de dag willen leggen om boeken en romans (fictie) te lezen die je niet direct zelf zou kiezen en moest je het engagement aan de dag leggen om toch voor langere tijd vol te houden en niet na een paar sessies ermee te stoppen. Ik verwachtte ook een openheid naar de andere leesgroepleden toe.

De motivatie om toe te reden was voor iedereen dan ook zeer verschillend: sommigen lazen al veel romans en wilden dat delen, anderen hadden behoefte om meer fictie te lezen naast de obligate beroepslectuur en kranten en tijdschriften.

Ook het aantal mocht niet te hoog liggen: 7 tot 8 personen leek ons ideaal met 10 als een absoluut maximum want het moest nog beheersbaar blijven en vooral vond ik dat iedereen voldoende aan bod moest kunnen komen.

Het was eigenlijk wel een bepaald risico omdat bij de startgroep de deelnemers elkaar nauwelijks kenden, enkel ikzelf kende iedereen. Het was dus niet te voorspellen of dat wel zou klikken tussen die verschillende persoonlijkheden. Maar wonderwel is dat heel snel in zijn plooien gevallen en nu vormen we zelfs een hechte groep.

Gelukkig zijn er niet veel wisselingen gebeurd, enkel in de beginperiode hebben er twee mensen afgehaakt die vlot terug vervangen werden door andere ‘gegadigden’. En zo zijn we op onze groep aanbeland die nu toch al drie jaar actief is. We hebben trouwens al heel snel de naam veranderd van leesclub naar leesgroep omdat we niet wilden overkomen als een select afgesloten clubje.

Welke formule of werkwijze hanteert de leesgroep ?

Geert: Ongeveer om de zes weken komen we samen op een avond in beurtrol bij één van de leesgroepleden. Zo leer je op die manier iedereen in zijn eigen biotoop beter kennen. Telkens stelt iemand anders een boek voor aan de anderen. Het kan ook een aantal boeken zijn waaruit de anderen kunnen kiezen, dit ligt aan de initiatiefnemer. Daarna probeert elk het afgesproken boek te bemachtigen via de bibliotheek, de boekhandel of via familie of vrienden.

De boekvoorsteller ontvangt daarna de andere leesgroepleden en staat in voor de organisatie van de avond. Daarbij is alles mogelijk om van gedachten te wisselen: een klassieke bespreking, een quiz, een filmfragment, elkaar bevragen, een dineetje enz … Het hangt af van de creativiteit van de voorsteller. Dranken en hapjes worden in de mate van het mogelijke aangepast aan het onderwerp van het besproken boek. Het is immers ook een gezellig samenzijn.

Op het einde van elke sessie quoteren we ook de boeken. Niet dat een cijfertje zo belangrijk is, maar het zet na een aantal keren de zaken toch in een bepaald perspectief. Zo kan de appreciatie van de gelezen en besproken boeken vergeleken worden. Opvallend is wel dat die dikwijls uiteenloopt tussen mannen en vrouwen …
Het hoeft trouwens niet bij boekbesprekingen te blijven want we zijn al enkele keren samengekomen in andere omstandigheden. Zo hebben we een uitstap gemaakt naar Doel n.a.v. ons eerste boek (De bres van Chris Destoop) en hebben we samen eens een tentoonstelling bezocht in een Brugs museum omdat iemand van de leesgroep daar kon gidsen.

Welke boeken komen dan aan de orde ?

Geert: Eigenlijk is alles mogelijk zolang het maar Nederlandstalig en fictie is, dus geen biografieën, essays, traktaten, journalistieke of wetenschappelijke boeken en dergelijke. Een belangrijk uitgangspunt is immers dat het ontspannend moet blijven en dat de boeken vlot beschikbaar moeten zijn voor iedereen. De ouderdom van de boeken speelt geen rol maar in de praktijk blijkt toch dat het meestal om recentere boeken gaat van de laatste 10 tot 20 jaar. Soms komen boeken aan bod die in de actualiteit staan of in een boekentoptien prijken maar dat is allerminst altijd het geval. Het gebeurt anderzijds ook dat er klassiekers gekozen worden waarvan iedereen denkt: dat zou ik toch ooit eens moeten gelezen hebben.

Alhoewel de boekenkeuze zo spontaan mogelijk verloopt, is het toch een streven om voldoende Vlaamse en Nederlandse auteurs een kans te geven naast het grotere aanbod van buitenlandse auteurs en ook om aandacht te hebben voor vrouwelijke auteurs .

Bij het onderwerp of thema van de voorgestelde boeken zijn geen grenzen, alles kan aan bod komen zoals historische romans, psychologische boeken, thrillers, sprookjes of fantasy, reisverhalen. De keuze van de boeken is tot nu toe zeer uiteenlopend geweest en dat is ook goed. Zo leren we met een uiteenlopend spectrum van de literatuur kennismaken. Het valt trouwens op dat we al een groot stuk van de wereld 'rondgereisd' hebben met onze boeken.

We maken ook geen onderscheid in hoge en lage cultuur: het hoeven niet noodzakelijk hoogstaande boeken te zijn, of boeken die tot de beste uitgeroepen worden. Er kan gerust wat populairder werk aan bod komen zoals een succesthriller, zolang er maar voldoende variatie is. Het moeten vooral boeken zijn die ons op één of andere manier raken.


Reinoud

woensdag 30 december 2009

Alias Grace, geschreven door Margaret Atwood


donderdag 3 december 2009, Alias Grace

Voor ons eenentwintigste boek alweer trekken we op een erg gure donderdagavond naar Ludo. Het regent oude wijven, maar de kachel loeit lustig , de wijn is ontkurkt en de stemming zit er meteen in. Onze gedachten gaan even naar Chris, die er wegens zijn 'flexibele' agenda helaas niet bij kan zijn. Grapje hoor, Chris, we misten je echt!

Op het programma staat de bespreking van een vrij lijvig, maar ook erg leesbaar boek: Alias Grace, van de Canadese schrijfster Margaret Atwood. Ludo licht even zijn keuze toe: in een Standaard der Letteren van september laatstleden stond een interview met deze auteur. Et voilà: de interesse was gewekt.

Zoals gebruikelijk startten we met een verkennende ronde om daarna wat dieper op een aantal thema's in te gaan. De eerste indrukken van het boek waren positief: het verhaal kon boeien, we hadden iets bijgeleerd over een periode en een land waar we misschien wat minder over wisten... Maar vooral de tragische figuur Grace Marks wist ons te raken. Dat hoofdpersonage heeft het in haar leven niet echt voor de kiezen gehad, de dramatiek van haar leven werd prima beschreven, echter zonder melodramatisch te worden. Atwood weet het evenwicht tussen historische feiten en een boeiende verteltrant uitstekend te bewaren.
Enkele belangrijke en boeiende thema's voeren ons dan ook wat dieper de discussie in. Wat is de rol van de religie in die periode en in het leven van Grace? De opkomende wetenschap (vooral die rond hypnose) staat daar lijnrecht tegenover, maar zorgt tegelijkertijd voor een interessante spanning in het boek. Is de hypnosescène een sleutelmoment? De beschrijvingen rond de gerechterlijke procedures, de schuldvraag, het gevangeniswezen en het leven van de vrouw in die tijd zijn uiterst accuraat zonder langdradig of belerend te zijn. We ontdekken ook heel wat humor in het boek, veelal in de brieven van een ontstemde mama.

Na verloop van tijd kunnen we het boek herleiden tot twee hoofdthema's: schuld en eenzaamheid. Dit alles leidt tot de hamvraag: is Grace schuldig of niet? Atwood geeft ons hierover geen uitsluitsel en ook wij geraken er niet uit. We zijn het erover eens dat de vrouw behoorlijk manipulatief is, maar ben je daarom een moordenares? Ludo meent dat de verwijzing naar het quilten (elk hoofdstuk wordt ingeleid door een stukje van een quiltpatroon) een subtiele hint is. Quilt lijkt wel érg goed op 'guilt' (schuld). Of is dit 'spielerei' van Atwood?
We sluiten de discussie af met citaatjes van personages die Ludo ons voorschotelt, wij moeten raden wie deze zinnen uitsprak. Een leuk idee én het scherpt onze aftakelende concentratie nog even wat aan.
Om helemaal af te ronden vermeldt onze gastheer dat, ondanks alle commotie die Grace Marks tijdens haar leven veroorzaakte, ze geruisloos uit de annalen van de geschiedenis verdween. Conclusie: Grace Marks én Margaret Atwood waren niet voor een gat te vangen!

Het boek kon ons boeien en daar waren de punten ook naar: Chris gaf een 5, Geert een 6,5, Reinoud een 7,5, Ina en Ludo een 8 en Cécile en Ciska een 8,5. Dit brengt het gemiddelde op een welverdiende 7,4/10.


zondag 6 december 2009

Archiveren (drie)

(Nieuwe titels komen vlugger aangewaaid dan dat we ze kunnen lezen. Uitpuilende archiefkasten zijn het gevolg. Dat is reeds de derde kast waarin veelbelovende titels worden geparkeerd. Uiteraard zijn reacties welkom van al wie van deze boeken heeft geproefd.

Elizabeth Strout, Winter (Atlas, 2009). - Derde roman van deze Amerikaanse auteur (° 1956), verhalen over het kleinsteedse leven, juweeltjes die de Pulitzerprijs kregen in 2009, meteen ook vier sterren in de SdL, 3002 (4 december 2009). Een tip van Katrien.



  • Louise Erdrich, De duivenplaag (Nieuw Amsterdam, 2009). - Verhalen binnen een Amerikaanse kleine gemeenschap, Indiaanse invloeden, 'ontzettend knap geconstrueerde roman', ...

Wim Hazeu, Gerrit Achterberg, een biografie (Arbeiderspers, 1989). - Uitstekende en verrassende biografie van deze Nederlandse dichter, in de onvolprezen biografieënreeks 'Privédomein'. Tussendoor aangehaald door Rik Torfs, te gast bij Friedl Lesage zondag laatst, in haar ochtendlijk boekenprogramma. Ook zijn andere boeken (André Baillon, Max Frisch, JM Coetzee) werden dusdanig geserveerd dat je zin had onmiddellijk de fiets op te springen richting boekhandel of bibliotheek. Wat een geluk, het was zondagmorgen.

Edward W. Saïd, Ontheemd. Een jeugd in het Midden-Oosten (Arbeiderspers, 2009). - Opnieuw een deeltje uit de reeks 'Privédomein', autobiografisch. Saïd is wellicht de belangrijkste Palestijnse intellectueel van de voorbije generatie. Boeiende bespreking eind december 2009 in de FET.

Bernardo Axtaga, Obabakoak of het ganzenbord (verhalen); De zoon van de accordeonist (Van Ditmar, 2005); De man alleen (Nijgh & Van Ditmar, 1995). - In het Nederlands vertaalde boeken van deze Baskische schrijver (° 1951), door Ina de hemel ingeprezen. Zijn boeken in Nederlandse vertaling zijn niet meer voorradig, bovendien is hij in grote openbare bibliotheken (Brugge) afwezig.

Camilo José Cela, De bijenkorf (Meulenhoff1990). - Stadsroman (Madrid) van een bijna vergeten Nobelprijswinnaar (1916 - 2002), die een uitgebreid oeuvre naliet. Eén van de 1001 boeken die je moet gelezen hebben... Een tip van Ina.

Paul Auster (° 1947), The book of illusions (Het boek der illusies, Arbeiderspers, 2002), meesterwerk over de stomme film en de jaren 1930, met klein, mooi vervolg (The inner life of Martin Frost, verfilmd door Auster zelf), Timbuktu, mooi verhaal vanuit het standpunt van een hond van een straatzwerver (Chris Dusauchoit tipt dit boek in zijn boekenontmoeting met Friedl, oktober 2011), The music of chance, over 'vrijheid', mooi verfilmd. -Keuzelijstje met top drie, bezorgd door Marcus, onder meer bibliograaf, classicus, neerlandicus, bibliofiel én grote fan van Auster, misschien wel de belangrijkste levende Amerikaanse auteur. Marcus wijst ook nog naar dé Auster-website. Elders wordt dan weer 'De gesloten kamer' (1986), onderdeel van de New-Yorktrilogie, getipt als het Austerboek.

Mordecai Richler (1931-2001), Bekentenissen van Barney (Prometheus). Het allerbeste boek dat Filip Joos ooit las, zei hij net (23 mei 2010) bij Friedl', fictieve memoires van een oude man, met door zijn zoon toegevoegde voetnoten. Bijzonder grappig. Richler is een Canadese schrijver, publiek figuur ook, die vele jaren in Parijs en Londen leefde.

Roger Penrose, De nieuwe geest van de keizer, (Prometheus, 1990). 'Het belangrijkste boek van de 20ste eeuw', zegt de vertaler Jos den Bekker op zijn site. Over de plaats van het menselijk bewustzijn in onze theorie van de werkelijkheid.

Samantha Hunt, De uitvinding van al het andere (Amsterdam: Artemis, 2007): biografie van Nikola Tesla, de onfortuinlijke, miskende en vreemde uitvinder van de wisselstroom en zo veel meer. Verschijnt eventjes (David Bowie) in de film The prestige. Leefde (ca. 1900) waarin in Amerika alles mogelijk werd.






Tom Lanoye, Sprakeloos (Prometheus, 2009): grote roman over zijn moeder

Richard Yates, Veertien soorten eenzaamheid (Amsterdam: De Arbeiderspers, 2004): oorspronkelijke titel is Eleven stories of loneliness (1962). Door Bernard Dewulf getipt bij Friedl' (juni 2010)

zondag 18 oktober 2009

Het goud van de waarheid?

Op woensdag 14 oktober, te gast bij Cécile, sneden we ons twintigste boek aan. Op de ontleedtafel lag Iain Pears, Het goud van de waarheid (Anthos/Mantheau, 1997; vertaling van : An Instance of the Fingerpost, 1997). Iedereen had het boek uit en dat verdient een pluim. Druk bezette en werkende mensen die in enkele weken een turf van 720 bladzijden achter de kiezen stoppen, is niet vanzelfsprekend. En zo te horen hield niemand er een indigestie aan over.

Wie wel met ernstige maagperikelen worstelde en er uiteindelijk het leven bij inschoot, was Robert Grove (1610-1663), een bezadigde prof aan het New College in Oxford. Vier tijdgenoten vertellen dit moordverhaal uit 1663, vele jaren na de feiten. En allen kleuren hun verhaal anders in en wijzen een andere dader aan. Maar al vlug blijkt dat niet de moord op Grove de inzet van deze getuigenissen is, wel de legitimiteit van de koning als hoofd van de Engelse kerk. De restauratie die in 1660 Karel II (foto) op de Engelse troon bracht, maakte immers een einde aan het unieke republikeinse en puriteinse experiment van Oliver Cromwell .

Spionage, samenzweringen, naamsveranderingen, geheimschrift, fraude: Engeland was in die jaren, en eigenlijk al veel langer, een slangenkuil vol verraad en misleiding, waar niets was zoals het leek. En de ultieme drijfveer bleek telkens opnieuw religie te zijn, religie als sleutel voor macht. De sleutelfiguur is de Italiaanse medicus en wufte dandy Marco da Cola, in het echt de ingetogen katholiek en jezuïet Andrea da Cola, die koning Karel II geestelijk begeleidde in zijn bekering naar het katholicisme. Vele andere draden van dit verhaal komen samen bij de radicaal non-conformiste, medium en profetes Sarah Blundy, bij de meester-intrigant en overlever John Thurloe en bij zovele andere excentrieke figuren die door deze roman wandelen. De waarheid, de werkelijheid achter deze 700 bladzijden, wordt finaal opgediend door de historicus Anthony Wood (1632-1695). Hij beschikt als vierde getuige over het relaas van de drie andere spelers en over het ultieme geheime sleutelstuk

En wat is de nu de waarheid? Eventjes ging de discussie de filosofische toer op. Wat is de werkelijkheid en de waarheid? Is de werkelijkheid kenbaar of is waarheid per definitie subjectief en dus gekleurd. De eerste drie getuigen in dit boek lijken dit laatste aan te tonen. En heeft de historicus Wood het wél bij het rechte eind of is ook zijn verhaal een 'constructie', net als de drie andere. We kwamen er niet uit, en troostten ons met de gedachte dat Pears het wellicht ook niet meer wist.

Veel verder ging onze eensgezindheid niet, waarbij coalities deze maal gender gekleurd waren. De vrouwen voelden minder affiniteit met het 'genre', misten emotie, en wezen Pears met de vinger om zijn pedant uitpakken met zoveel kennis en weetjes. De mannen konden de historische enscenering wel smaken, ook de viervoudige opbouw van het verhaal en de complexiteit van het plot. Bijgevolg zijn de punten: Reinoud 9, Chris 8,5, Ludo 8, Geert 7,5 (die verder verhinderd was), Cécile 6,5, Ina en Siska 6, wat de vrij hoge score van 73,6 opleverde.

Maar zoals steeds landde de discussie zacht, en lieten we ons de wijn en hapjes (gelukkig liet Cécile zich niet inspireren door de kookkunst in de 17de eeuwse Engelse colleges) welgevallen. Het leek of niemand zin had om naar huis te gaan.

Maar goed, uitiendelijk doken we toch de herfstnacht in, met het vooruitzicht van nieuw werk op de plank. De komende weken verplaatsen we ons in het hoofd van Grace Marks, de hoofdfiguur van Margaret Atwoods Alias Grace, een boek opgediept uit dit blogarchief.

zondag 6 september 2009

Iedereen leest

Stichting Lezen breekt een lans voor boeken en lezen. Daar hoort leesbevordering toe, wat gebeurt via 'Iedereen leest'. Zo bulkt http://www.iedereenleest.be/ van de boekentips en je kan er ook je eigen leeservaringen kwijt. Bovendien wordt de werking van leesgroepen aangemoedigd. Een eenvoudige lijst somt leesgroepen op die in Vlaanderen actief zijn. Dat zijn er nogal wat, zo'n 75 staan er op de lijst, vaak gerelateerd aan openbare bibliotheken.

Het heeft wat voeten in de aarde gehad maar sinds kort staat ook ons 'Brugs leesgezelschap' op deze lijst.

maandag 24 augustus 2009

iets over leeshoudingen op vakantie

De vakantie is voor velen onder ons de topperiode om zich op het lezen te storten. Heel dikwijls gaat dat gepaard met reizen, al dan niet in het buitenland maar dan toch niet in de gewone thuisomgeving. Dit betekent dat het lezen zich voltrekt in minder klassieke omstandigheden en soms in ongebruikelijke houdingen tot ongemak van de lezer.

Als het weer het maar een beetje toelaat, probeer je al zoveel mogelijk buiten te lezen. Laat ons beginnen met een vrij klassieke leeshouding in de ligzetel. Je ligt wat languit en probeert al lezend van de zon te genieten. Alleen is je hoofd niet goed ondersteund en moet je regelmatig van houding veranderen of je nek eens losschudden. We spreken dan nog niet over een hangmat dat plotse instabiliteit kan veroorzaken door een verkeerde beweging. En als je kiest om in de volle zon te lezen, moet je om de haverklap je boek wat hoger houden of van stand veranderen. Dus de schaduw biedt de beste leesgaranties.

Niet ongewoon op vakantie is het lezen op het strand, aan zee of langs een meer of een rivier. En dit meestal zonder het ondersteunende leesmeubilair. Lezers die zich slechts af en toe bezondigen aan dergelijk complexloos zomergenot, zijn meestal niet uitgerust met een set aan strandmeubilair zodat die hun toevlucht moeten nemen tot het ordinair gaan liggen op een strandhanddoek om een boek te lezen. En dan begint de kleine marteling die de motivatie om standvastig te lezen doet smelten als sneeuw voor de ....zon. Op de rug is het niet lang uit te houden, want je kan je boek nauwelijks enkele minuten aan een stuk omhooghouden. Bovendien is lezen tegen de zon in zeer vermoeiend. Op de buik dan maar, wat na een kwartier krampen in de armen en nek oplevert. Zodat je allerlei houdingen uitprobeert, van opgetrokken armen tot handen onder de kin.

Terug in de vakantiewoning bieden zich meer mogelijkheden aan om rustig verder te lezen hoewel .... Vakantiestoelen zijn meestal niet gemaakt om lang stil te zitten en zetels zijn meestal een schaarste. Je vakantiegenoten of gezinsleden verwijten je een asociaal gedrag als je 's avonds enkele uren zou willen doorlezen en sporen je aan om mee in het uitgaansleven te duiken, een superleuk gezelschapsspel te spelen of gewoon een rustige avondwandeling te maken.

Tot je uiteindelijk in bed belandt en afgezonderd van alle vakantiegenoten eens rustig kan isoleren met een boek in een comfortabele slaapstede. Ware het niet dat de meeste bedden niet echt uitgerust zijn om rechtopzittend te lezen. Ook hier ontbreekt dikwijls goede rugonder-steuning zodat je vrij snel andere houdingen zoekt en van de ene zijde naar de andere draait om een gevoelloze arm terug tot leven te krijgen. Dit gebeurt natuurlijk niet alleen op de vakantieplek want ook thuis bezondig je je doorhet bed als leesplek te misbruiken.

Uiteindelijk gaat niets boven een stevige stoel of zetel in de woonkamer of in de tuin om zich te verliezen in een heerlijk boek.

Reinoud

vrijdag 21 augustus 2009

Grote onderscheiding voor Kapuscinski's Ebbenhout


Het was een aangenaam weerzien na lange vakantiemaanden, gisterenavond bij Reinoud. Cécile moest onverrichterzake afhaken, doodjammer. Op tafel lag Ebbenhout (1998, Nederlandse vertaling :2000; achtste druk: 2008) van de Poolse journalist en historicus Ryszard Kapuscinski (1932-2007). Een non-fictie boek, maar ook niet helemaal want Kapuscinksi is een rasverteller. Dit schiep bijzondere verwachtingen, temeer daar het van het eerste boek (Chris De Stoop, De bres) geleden was dat we ons nog aan non-fictie hadden gewaagd. Reinoud toonde zich weer een uitmuntend gastheer, en had de uren voordien Afrikaanse hapjes op tafel getoverd.

Ebbenhout gaat inderdaad over Afrika, en bundelt een reeks reisverhalen en reportages, tussen ca. 1958 en ca. 1994. Kapuscinski neemt ons 300 blz. lang mee, van westelijk Afrika doorheen de Sahel naar het gebied rond de grote meren, tenslotte ook naar het onooglijke Zanzibar. In presidentiële suites is hij een graag geziene gast maar het gezelschap van gewone dorpelingen, ergens onder een eenzame boom middenin de woestijn, draagt ontegenzeggelijk zijn voorkeur weg.

Bijna iedereen was bijzonder enthousiast over het boek en de superlatieven buitelden over tafel: zéér graag gelezen, fantastisch, fascinerend, grandioos, indrukwekkend. Wat moet er dan nog meer gezegd? Het boek oogt wat als een puzzel (losse hoofdstukjes) maar al vlug komen de grote lijnen bovendrijven, en leren we de ziel van Afrika en de Afrikaan kennen. Kapuscinski is ook antropoloog die de Afrikaan in zijn anders zijn tegemoet treedt. Hij heeft het over het belang van de groep, familie en clan, de tijdsbeleving, het gelegitimeerde 'niets doen', water en schaduw als hoogste goed, de soms buitenmenselijke wreedheid, de dwingende en diepgewortelde erfenis van eeuwen slavenhandel, de nefaste nalatenschap van Westers kolonialisme, ... Bovendien zijn er de wondermooie kleine verhalen, over het potlood, de Somalische woestijnkaravanen, olifantenbegraafplaatsen enz. Kortom, dit is hét boek voor wie Afrika meer dan oppervlakkig wil leren kennen. Een leeservaring die ons nog lang zal bijblijven en misschien ook wel een aantal nieuwe Afrikafans heeft opgeleverd ...

Het bleef dan nog uitkijken naar de punten, want het hing in de lucht dat hier een nieuw record in de maak was. En zo geschiedde: Ina 9,5, Chris en Ludo 9, Reinoud en Ciska 8,5, Geert 6, of een gemiddelde van 84, 2, in verre de hoogste score en voor de eerste maal een grote ondescheiding.

De keuze van Cécile voor het volgende boek is Iain Pears, Het goud van de waarheid. Geert en Ludo hadden het al gelezen. Na een korte discussie was er consensus dat dit geen bezwaar was en we gaan voor deze wondermooie en verrassende dikke historische roman. Een waardig jubileumboek want dit is het twintigste boek dat dit prille leesgezelschap achter de kiezen steekt.