zondag 2 februari 2014

"De vlucht" van Jesus Carrasco



Op 29 november 2013 kwam ons leesgezelschap bij Ina samen voor de bespreking van het eerste boek van Jesus Carrasco : “De Vlucht”. Een historische bijeeenkomst, bleek al vlug, want de de suggestie om het gezelschap uit te breiden met een achtste lid werd warm onthaald. Dit na een discussie gevoerd met de noodzakelijke (gespeelde) zwaarwichtigheid. Welkom Jo! 

Over naar het echte werk, teksten en boeken. Christine was aan de beurt voor "het fragment". Ze las uit “Kleine dagen” van Bernard Dewulf, een tekst over de eerste leeservaring van zijn zoontje in een niet-stripboek. Wat  moet een leesgroep meer hebben? Bovendien bleek dat het leesgezelschap wel meer Dewulf-fans telt. En meteen was ook de stap naar het boek van de avond gezet, Carrasco's "De vlucht" uit 2013.

De eerste opmerking betrof de mooie en aantrekkelijke kaft van het boek: een geitenkopje,  verkoopstrategisch belangrijk, maar misschien ook symbolisch voor de inhoud. Het boek vertelt immers de geschiedenis van een jongen die zijn huis ontvlucht om een reden die later duidelijk wordt in het verhaal (sexueel misbruik), en terechtkomt bij een stokoude herder die hem leert overleven in een ontvolkt en uitgedroogd gebied in centraal Spanje.  Een verhaal van honger en dorst, droogte, scheefgegroeide machtsverhoudingen en uitbuiting, buitensporig geweld, maar anderzijds ook van tederheid en liefde, goed versus kwaad  .

Het verhaal is universeel, leest als een parabel over goed en kwaad en  het geweten in het algemeen, en heeft zeker iets religieus.  Het vergt niet zo veel moeite om in de herder Christus te zien,  symbool van het goede en het diepmenselijke en begrijpende. De herder gebruikt bijna de woorden van Jezus en in zijn omgang met de jongen komt via zijn non-verbale communicatie een onmetelijk begrijpen en tederheid naar boven.  Het feit dat noch  de herder noch  de jongen een naam krijgen in het boek beklemtoont de universaliteit van het verhaal.  De vlucht door de droge, dorre gebieden is als de tocht door de Sinaïwoestijn; de geit staat symbool voor het zachte en de mogelijkheid tot overleven  in een op alle vlakken desastreuze en gewelddadige omgeving.  Sommige paragrafen doen zelfs denken aan psalmen .

De verhouding tussen de herder en de jongen is er een van meester – leerling,  hoe de herder zonder woorden onderricht geeft en de jongen leert overleven als geitenhoeder. Door de mateloze liefde en goedheid van de herder groeit ondertussen tussen beiden, herder en jongen, een soort tederheid en vertrouwen (voor de jongen iets onbekends gezien zijn voorgeschiedenis van misbruik). Dit alles geeft de jongen, naast steun voor het loutere materiële overleven, ook een fundamentele basis voor zijn verdere leven.

Wat zeer opvallend is aan het boek is het zeer sterk zintuigelijke aspect:  al onze zintuigen worden aangesproken en hoe!  Je ruikt de stank van de herder, je voelt de zon op je lichaam branden, je hoort de stilte van de verlaten vlaktes, je ziet werkelijk de angst in de ogen van de jongen.  De vele herhalingen, net bezweringen, versterken dit effect. Veel suggesties en vergelijkingen volgen elkaar op, soms overdreven veel en onbegrijpbaar , maar deze stijlvormen maken de sfeerschepping soms bijzonder beklijvend.

Wat vond ons leesgezelschap er nu van?   Iedereen vond het een mooi boekje: poëtisch (Geert),  verhaal over overleven, universeel en zeer zintuigelijk. Vooral Ina en Christine liepen hoog op met dit pareltje. Een echt geschenkboekje, zei Christine, dat recht naar het hart gaat en beklijft.  Enkel Ciska had reserves: de vaagheid, het traag op gang komen, en de overdreven beschrijvingen en niet te begrijpen vergelijkingen. Dit alles vertaalde zich in de punten:  Chris  8, Ina 9 , Ludo 8, Ciska 4.5, Reinoud 9 , Geert 8 , Christine 9  ,  dus  globaal een 8.                  

woensdag 1 januari 2014

'Vele hemels boven de zevende' van Griet Op De Beeck


10 oktober 2013 stond in onze agenda. We zijn bij Chris die ons een tijd geleden voorstelde om Vele hemels boven de zevende van Griet Op De Beeck te lezen. Als inleiding presenteer ik, geïnspireerd door een recent bezoek aan Straatsburg en aan het museum van illustrator Tom Ungerer dat daar staat, het ‘oude’ (1958) kinderboekje ‘Crictor’ van zijn hand. Het verhaal over een oude dame die een slimme en charmante slang kado krijgt van haar zoon uit Afrika, is een geslaagd voorbeeld van het ingaan tegen clichés (want wie kent er nu een sympathieke en betrouwbare slang?).

Maar over naar Vele hemels dan. In elf hoofdstukken schetst Griet Op De Beeck vijf mensen. Geen van hen is ‘gelukkig’ te noemen. Er is Eva, zesendertig, altijd aan het moederen, maar heel alleen. Er is Lou, haar nichtje, een onzeker pubermeisje, zij wordt bemoederd door Eva. Er is Elsie, de knappe zus van Eva die verliefd is op kunstenaar Casper. Er is Casper, die smacht naar Elsie. Beide hebben een niet al te gelukkig huwelijk met een andere partner. Het oudste personage is Jos, de vader van Eva en Elsie, die een alcohol-probleem heeft en een geheim met zich mee draagt. Afwisselend brengen de verschillende personages hun kant van het (hun) verhaal, het boek eindigt met de zelfdoding van Eva.

Het boek van Griet Op De Beeck, haar debuut, is vaak de (zevende) hemel in geprezen. Het echte, het menselijke en ook het Vlaamse taalgebruik worden daarbij vaak genoemd als troeven. Voor zij haar eerste roman schreef, was ze al bekend van colums in De Morgen. In onze leesgroep zijn de meningen over haar debuut verdeeld. De reacties gaan van lauw tot heel enthousiast.
Geert behoort tot de eerste groep. Hij kon zich niet identificeren met de personages en vroeg zich af of het af en toe de bedoeling was om te choqueren.  Ook Reinoud is niet danig enthousiast, hij ziet het verhaal als een zedenschets, een beeld van hoe mensen in deze tijd met elkaar omgaan. Af en toe neigt het in zijn ogen een beetje naar het sentimentele. Gastheer Chris - nochtans fan van de colums van Op De Beeck - is evenmin echt overtuigd. Hij vindt de kracht van die colums (het scheppen van een hele wereld van gevoel in enkele zinnen) niet terug in dit boek. Bovendien verbaast hij zich over de kronkels en uitspraken van het pubermeisje Lou (is dat echt een 12-jarige)? Ook ikzelf sluit me aan bij dit gezelschap van niet écht overtuigden. De taal  van de auteur is sowieso niet echt mijn ding, en de types komen in mijn ogen soms nogal stereotiep over.
Ludo was daarentegen aangenaam verrast door dit voorstel van Chris. Hij ziet  ‘Vele hemels’ als een subtiel, menselijk boek over de grote gevoelens, het zoeken naar geluk en het maken van keuzes.  Christine sluit zich hierbij aan, en prijst de vlotte schrijfstijl en de mooie schets van de zoekende mens in onze tijd. Ook Ciska prijst het beschrijven van ‘gewone’ mensen in hun dagdagelijks bestaan, wars van enige heldhaftigheid. Ze maakt dan ook de vergelijking met  ‘Sprakeloos’ van Lannoye dat we een tijd gelezen hebben.
Geen eensgezindheid dus voor wat betreft de kwaliteiten van dit boek, wel een gemeenschappelijke vraag die we niet met absolute zekerheid kunnen beantwoorden: in hoeverre is dit verhaal autobiografisch?

De avond eindigt met de verdeling van de punten: een 6 van Reinoud en Chris, een 6,5 van Geert, een 7 van Ina, een 8 van Ludo, Ciska en Christine.  Dit leidt tot een gemiddelde van 7,5 op 10.

Ina

dinsdag 3 december 2013

'De laatste troef' van Anna Proulx


Begin juli werden we hartelijk ontvangen door Ciska. Vakantie doorwasemde de leesgroep en vooraleer we ons wierpen op ‘De laatste troef’, fantaseerden voornamelijk de vrouwen of we ons ooit zouden buigen over ’50 tinten grijs’, stationsromannetjes of andere ‘ontspanningslectuur’. Christine probeerde het nog luchtiger te maken door ons een boek aan te raden met als titel: ‘De man van honderd die uit het raam klom en verdween’. Deze sterke roman van de Zweedse auteur Jonas Jonasson is naar verluid erg humoristisch.

Iets minder te lachen viel er in ‘De Laatste Troef’, een roman van de Amerikaanse schrijfster Annie Proulx, bekend van ondermeer de succesvol verfilmde romans ‘The Shipping News’ (‘Scheepsberichten’) en ‘Brokeback Mountain’ (‘Twee Cowboys’).

Een jonge locatieverkenner voor varkensfokkerijen wordt er in de panhandles (een soort steelpanachtig uitsteeksel van een Amerikaanse staat) van Texas en Oklahoma op uit gestuurd. Omdat de lokale bevolking niet zit te wachten op nog meer varkensboerderijen, geeft hij zich uit voor een assistent van een makelaar die op zoek is naar land voor de bouw van villa’s voor gepensioneerden. De wat naïeve jongeman maakt er kennis met de eeuwig uitgestrekte prairie en vooral met heel wat kleurrijke figuren. Zijn opdracht noopt hem tot eindeloos geduld en geeft hem stof tot nadenken, ook over zijn eigen turbulente verleden.

Ciska, die ons het boek voorstelde en heel graag verhalen leest die zich in Amerika afspelen, had in eerdere boeken van Annie Proulx telkens erg gehouden van de sfeerschepping. Dit was nu niet anders, de schrijfster verliest haar grote verhaal steeds opnieuw in allerlei zijwegen en dit leek Ciska niet te deren.
Ook Ina is een liefhebster van de Amerikaanse cultuur en de sfeer van het boek had haar erg aangesproken. Vooral de erin beschreven eetcultuur trok haar erg aan en zo kon ze ons tegelijk een boek onder de aandacht brengen van Jamie Oliver: ‘Jamie’s America’.
Reinold had tevens erg genoten van een Amerikaanse sfeer die met veel sympathie wordt geschetst, los van ironie en helemaal niet uitlacherig. Eventjes had hij gedacht: “Die is hier gewoon al haar research aan het verwerken.” Geleidelijk aan werd hij meegesleept met het evoluerende hoofdpersonage en de spanningsboog traditie versus vooruitgang.
Geert vond dan weer dat de weliswaar goede sfeerschepping echt wel te ver uitdeinde, dat het eenvoudigweg overdreven was: “Een ganse pagina met een routebeschrijving, wat hebben we daaraan, waar zit het verhaal?” Ina hielp hem zijn uiteindelijk gevoel samen te vatten: gematigd niet-enthousiast.
Christine is dan weer een enthousiaste lezer … zij herbegon driemaal. Desondanks had ze het niet graag gelezen, het interesseerde haar simpelweg niet. Toch een lichtpuntje: hoe het er soms aan toe gaat in de conservatieve midwest vond ze mooi geschetst.
Ludo had het wel graag gelezen, deze eindeloze zedenschets als een kletstante die maar blijft vertellen. Het creëren van een sfeer staat centraal. Het feelgood-einde hoefde voor hem niet en het hoofdpersonage vond hij ook al niets: geen ontwikkeling, je kunt je er je hand niet opleggen.
Chris daarentegen was enigszins gecharmeerd door het in zijn ogen tragikomisch hoofdpersonage (zijn naam alleen al: Bob Dollar). Maar voor de rest volgde hij Christine: hij had zich door het boek moeten sleuren, zijn interesse was zelden gewekt.

Zoals zo vaak verliep onze gedachtewisseling met veel animo. Zo was een belangrijk punt van onenigheid de mate waarin we het boek al of niet als oppervlakkig kunnen omschrijven. En levert het omschrijven van een in onze ogen soms als oppervlakkig gepercipieerde Amerikaanse cultuur daarom automatisch een banaal boek op? Verhindert de wijd uitdijende sfeerschepping de diepgang? Staat de opeenvolging van anekdotes die nergens naar toe lijken te gaan of nergens later worden opgepikt het plezier van het lezen in de weg? Ook het einde van het boek zorgde voor discussie: terwijl Ludo het echt wel te moraliserend vond, zag Chris er een soort ecologische les in die niet stoorde, terwijl Ina ons ecologisch concept zelf ter discussie stelde.

Het was dus weer eens boeiend, de meningen waren weer eens verdeeld, en we genoten van een drankje en hapje en waren misschien onbewust opgetogen dat geen van ons naast een varkensboer woont. De punten: Ciska: 7,5/ Ina: 7,5/ Ludo: 7,5/ Reinold: 7,5/ Christine: 5/ Chris: 5 en Geert: 6. Dat levert een gemiddelde beoordeling op van 6,6/10.

'De ringen van Saturnus' van W.G. (Max) Sebald



Voor ons 41ste boek alweer spreken we op 20 mei af bij Ludo.
De traditie wil dat er eerst een tekstje wordt voorgelezen. Ciska kiest voor een artikel uit Flow, waarin een aantal gerenommeerde auteurs de liefde voor schrijven met een potlood uiten. Voor wie zich daar volledig in kan vinden: je kan je stompe potloden opsturen naar een man in New York die ze voor jou handmatig slijpt.

Enfin: tijd om van wal te steken. Het boek dat ons werd voorgeschoteld was niet meteen een schot in de roos. Drie van ons (Geert, Ina en Ciska) bekennen dat ze het zelfs niet uitgelezen hebben. Reinoud en Chris konden er wel wat in vinden, Ludo en Christine hadden het graag gelezen. Voilà, dit leverde meteen voer voor discussies op!

In 'De ringen van Saturnus' gaat Sebald (+ 2001), een Duitse hoogleraar die doceerde in Norwich, op wandel door Suffolk. In deze regio valt er eigenlijk weinig te beleven: er is geen industrie en de vis is bijna op. Van het stadje Dunwich, dat tijdens de middeleeuwen op Londen na de grootste Europese stad was, blijven vandaag alleen enkele huizen over. De rest verdween, samen met de afkalvende rotsen, in de ruwe Noordzee. Tijdens zijn tocht ontmoet Sebald heel wat excentrieke Engelsen, sommigen lopen ook een eindje met hem mee. De mensen zijn echter niet het belangrijkste in dit boek. De hoofdrol is weggelegd voor de vergane glorie van  de stadjes, badplaatsen, bruggen en andere bouwwerken.
Blijkbaar heeft Sebald wel erg veel kronkels in zijn hersenpan, zoveel dat hij soms niet te volgen is. Dat is meteen een groot punt van kritiek. Het boek leest niet zo vlot, je moet er je gedachten bijhouden. Sebald wentelt zich ook in somberheid én schept graag op met zijn geleerdheid. Niet meteen een nachtkastjesboek dus. Er wordt ook gretig gestrooid met vele (onvertaalde!) Franse zinnen wat het boek onnodig moeilijk en soms zelfs wat elitair maakt.
Anderzijds kunnen de fans zich laven aan de vele mooie beschrijvingen van het landschap. Ook de gedachten die opkomen als er gewandeld wordt, leveren enthousiasme op. Dit boek moet het vooral hebben van de sfeer en als je je daarin kan nestelen, blijkt het wel mee te vallen.

zondag 3 november 2013

'Alsof het voorbij is' van Julian Barnes

Alsof het voorbij is ... Al een heel tijdje voorbij, de samenkomst waarbij de leeservaringen van Julian Barnes jongste boek werden gedeeld. Schrijver dezes laat de voorraadkast excuses onaangeroerd en bekent schuld: te vaak kregen andere werkzaamheden voorrang op het bijhouden van de leesgezelschapsblog. Maar goed, nu is het echt zover.

Barnes' dun boekje werd in brede kringen bijzonder goed onthaald en omschreven als het testament van een door het leven gelouterd wijs man. Dit kon dus niet misgaan, die 22ste maart ten huize van Geert, al is het steeds uitkijken naar de eigenzinnige meningen van de leesgezelschapsleden. Maar vooraf en zoals steeds: het voorleesmoment. Ludo diepte een recent krantenkartikel op, van de jonge DS-journaliste Sarah Van Kersschaever, waarin ze subtiel en bijzonder beeldrijk haar relatie met haar grootvader beschrijft, een boer op rust. Enig mooi hoe Sarah in enkele zinnen de ziel van haar grootvader doorgrondt. Het ironisch sausje maakte dit korte artikel tot een klein meesterwerkje, vond Ludo. Uiteraard hoeft niet iedereen het daar mee eens te zijn, en dat geldt evenzeer voor de hoofdschotel van de avond, het boek van Julian Barnes.

Voor Ciska was het een tweede lezing, nu iets minder enthousiast dan de eerste kennismaking, maar gecharmeerd door het bouwen aan een groot verhaal vanuit een klein gegeven, verder ook het thema tijd en geschiedenis, en de karakteristieke ironie en spot. Dit laatste viel Reinoud ook wel mee, de zo karakteristieke zelfrelativerende toon van de "Engelsman". Maar verder toch wat op zijn honger, een vlot begin maar ontgoochelend naar het einde, waarbij het uiteindelijk niet duidelijk is wat Barnes hier wil vertellen. Een zelfde gevoel bij Ina. Ze vond dat het boek de hoge verwachtingen niet echt inloste. Weliswaar een bijzonder vlotte pen en  een boek dat leest als een trein, maar al bij al onduidelijk waar de auteur met zijn verhaal naartoe wil. Christine vreesde in een diep filosofisch verhaal terecht te komen, maar het viel al bij al mee, en vond het best intrigerend hoe een "brave" oude man terugkijkt op zijn leven. Ludo vond eveneens dit boek wat over het paard getild, maar waardeerde hoe Barnes vanuit een persoonlijk verhaal bijzonder scherp de relativiteit van de werkelijkheid in het licht stelt. Geen slecht boek, maar niet enthousiast, stelde Chris, nadat hij het boek voor de helft een tweede maal had gelezen. Een zekere melancholische sfeer en de spanning die in het tweede gedeelte  in het boek wordt binnengeloodst, wist hij wel naar waarde te schatten. Ook Geert had het boek al eerder gelezen, en nu opnieuw. Het blijft een moeilijk boek, met veel vragen die open blijven. De ironische toon en de schitterende manier waarop de jeugdjaren werden beschreven, konden Geert het meest bekoren.

En verder, ja verder zette dit boek alle deuren open om door te gaan op het "leven", de grootse plannen die veelal uitlopen op een grijs bestaan, op de wijze waarop gebeurtenissen door verschillende mensen en in verschillende tijden helemaal anders worden gepercipieerd. Vooral viel het op dat, ondanks verschillende accenten, de algemene waardering van Barnes boek heel dicht bij elkaar lag en dat iedereen wat afstand nam van de manier waarop het boek de voorbije maanden in uiteenlopende media de hemel was ingeprezen. De grote eensgezindheid vertaalde zich ook in de punten: Ciska 8, Ina 7, Reinoud 6,5, Christine 7,5, Chris 7, Ludo 7, en Geert 7,5., wat 72,1 oplevert. ,   

woensdag 9 oktober 2013

daguitstap naar Saint-Omer op 5 oktober 2013












van links naar rechts: Marleen, Chris, Ina, Reinoud, Christine, Linda en Geert.


beste leesgenoten,

Langs deze weg wensen wij onze leesbroeder Chris nogmaals van harte te bedanken voor de organisatie en voorbereiding en vooral zijn nimmer aflatende sympathieke begeleiding van onze uitstap naar Saint-Omer zaterdag 5 oktober ll. Het was een heerlijke dag niet alleen door het weer dat langsom meer zonniger werd maar vooral door de leuke en ongedwongen wandeling in de 'marais'. Ook de korte stadswandeling in Saint-Omer, het terrasje in de vooravond en het heerlijke diner in de supergezellige 'Drie Kalders' waren een voltreffer. De twee gasten van de dag Linda en Marleen, die de verhinderde leesgenoten Ludo en Ciska waardig vervangen hebben, kunnen dit alleen maar beamen.  Merci Chris ! Als aandenken nog enkele foto's.

 
 

 

maandag 25 februari 2013

'De engelenmaker' van Stefan Brijs

Geert begon de avond met een ingekort kortverhaal van Roald Dahl, een meester in het schrijven van kortverhalen (hoewel zijn “Oom Oswald” en zijn kinderboeken zoals ”GVR” ook niet te versmaden zijn).  Christine vond dat verhaal zo intrigerend dat ze meteen besloot  het boek met alle verhalen de eerstkomende dagen/weken te lezen.


En dan kwam de hoofdmoot, “De engelenmaker” van de Stefan Brijs, een onderwijzer die al heel vroeg besloot van zijn pen te leven. En hoe!   Dit boek is ondertussen al aan zijn vijfendertigste druk toe en werd overal bijzonder gunstig onthaald.  Toch nog even het verhaal in een notendop :  Victor Hoppe, een huisarts, keert na lange tijd terug naar zijn geboortedorp, op het drielandenpunt van België, Nederland en Duitsland.  Hij heeft zijn drie kleine kinderen mee en zoekt weinig of geen sociaal contact met de dorpelingen.  Dat voedt de vele geruchten bij de dorpsbewoners, die denken dat zijn kinderen zwaar ziek zijn.  Maar er blijkt meer aan de hand te zijn, niet alleen met de kinderen maar ook met de dokter zelf. 

Het boek, dat uit drie delen bestaat , leest als een trein. Iedereen las dit boek heel graag.  Er was eigenlijk alleen wat detailkritiek :  het middelste deel (een lange flashback) was wat langdradig (Ciska)) en het einde was wat grotesk (Geert), wat  melodramatisch (Ina).  Maar afgezien daarvan was het boek goed geconstrueerd, de romanfiguren waren geloofwaardig (Ciska). Ook wetenschappelijk was alles juist (Christine, onze dokter in ons midden). Chris, die helaas geveld was door de griep maar toch een bespreking had opgestuurd via mail vond de schets van de dorpscultuur schitterend en de beschrijving van de dokter pijnlijk confronterend.
Als je dit alles optelt, moet dit leiden tot een hoge score.  En inderdaad :  dit is volgens de puntentelling het beste boek dat we tot nu toe lazen.  We hebben zelfs een unicum :  het boek kreeg 10/10 van Chris :  of dit met zijn ziek zijn te maken heeft is niet direct duidelijk ... Chris gaf dus 10, Ludo 8,5, Ciska 8, Reinoud 9, Christine 9,5, Ina 7, Geert 7,5.  Hiermee komen we aan een gemiddelde van 8,5, nooit eerder gezien.

Reinoud die het boek had gekozen en zich zoals steeds een voortreffelijke gastheer toonde,  zorgde nog voor een leuke  afsluiter. Terwijl hij in de keuken lekkere dingen toverde, bogen wij ons over zijn quiz met foto's en citaten.  "Moe en voldaan" keerden we huiswaarts ...


Geert

zondag 30 december 2012

'Gloed' van Sandor Marai


Doordrongen van een zelfde innerlijke gloed ontmoeten de leesgroepleden elkaar ten huize Christine. Ze had het onthaal aangepast aan het kader van de leesopdracht namelijk Hongaarse of Oost-Europese hapjes zoals rookworst en borsjt. Sandor Marai is een Hongaarse schrijver die gevlucht is voor het communisme en nadien in ballingschap leefde in de VSA en vreemd genoeg op het einde van zijn leven in 1989 zelfmoord pleegde. Zijn werk is pas na zijn dood ontdekt, gewaardeerd en opnieuw uitgegeven waardoor hij bekender werd dan tijdens zijn leven.

Eén van zijn bekendste werken 'Gloed' (bekt iets beter dan de oorspronkelijke titel: A gyertyák csonkig égnek), is een dun boekje van 155 bladzijden wat een verademing was voor enkele leesgroepleden. Christine had nog een andere leestip gegeven namelijk 'de dood van Ivan Iljitsj', een gekende novelle  van Leo Tolstoi, maar dit was volledig vrijblijvend. Omdat enkele leden het gelezen hebben, werd er kort even aandacht aan besteed en unaniem voortreffelijk bevonden.

Ina had een leuke anekdote over Gloed: ze kende het boek van haar moeder en het bleef lang in haar kast liggen totdat ... Christine de roman plots voorstelde als leesopdracht. Haar ervaring was ondanks de hooggespannen verwachting en emotionele band toch positief: de hoffelijk-romantische schrijfstijl spreekt haar zeker aan en ook de grote waarden die erin verwerkt zijn. De lange monologen stoorden haar niet.

De laatste ervaring was iets verschillend van de anderen: de meesten vonden het een sterke eerste helft maar daarna begon het toch wel langdradig te worden. In het eerste deel zat voldoende vaart zei Ciska maar in het tweede deel viel dat in elkaar. Geert beaamde dat en had grote verwachtingen naar een klassieker uit de Oost-Europese literatuur maar bleef toch wat op zijn honger zitten.

Chris vond de premisse dan weer sterk: na 41 jaar wachten ontmoeten twee oude vrienden elkaar terug en confronteert de ene (Henrik, het hoofdpersonage), de andere (Konrad) met een ongelukkige gebeurtenis waardoor ze elkaar uit het oog verloren zijn. Reinoud wees op de opbouw naar steeds langere monologen waarbij het hoofdpersonage steeds meer aan het woord bleef en vragen stelde en de andere nauwelijks antwoordde zodat bevestiging of ontkenning uitbleef.

Wat Ludo aansprak was de setting en sfeer van de 19de eeuwse Oostenrijks-Hongaarse Habsburgse aristocratie waarin de lezer ondergedompeld werd. Tegelijk kwamen ook grote waarden aan bod en graafde de auteur diep in de menselijke gevoelens waarbij de ultieme vraag bleef hangen: wat is de waarheid ? Was het de vriend die achtergebleven was of hij die vertrokken is, die het bij het rechte eind had ?

Centraal staat immers de jarenlange vriendschap tussen twee mannen waar er opeens een vrouw tussenkomt. De jeugdvriendschap was heel ontroerend en zeer zuiver zonder sexuele connotaties. De tragiek school echter in het feit dat twee vrienden van een verschillende sociale achtergrond toch nooit tot dezelfde wederzijdse vriendschap kunnen komen. De ene vriend Konrad aanvaardde nooit echt de hogere status van de andere Henrik. Iedereen was het erover eens dat de personages uitstekend geschetst waren.

Christine was wel zeer enthousiast over haar keuze van begin tot einde. Het boek riep veel levensvragen op zoals vriendschap en trouw maar ook de onmogelijkheid om een dialoog aan te gaan. De hoofdpersoon Henrik was getekend door zijn opvoeding en kon de ontrouw van zijn vrouw niet bespreken met haar tot zij uiteindelijk in eenzaamheid stierf. Zijn lange monoloog met zijn oude vriend was bijna therapeutisch voor hem om zijn trauma na 41 jaar te kunnen verwerken. Konrad is ook gevlucht uit deze moeilijke situatie naar 'de tropen' en raakte op een parallelle manier evengoed geïsoleerd als zijn Hongaarse ex-vriend maar in een totaal andere omgeving.

Na jarenlang herkauwen en vermoedens is er op het einde nog steeds geen zekerheid over wat er werkelijk gebeurd is. Zelfs het ultieme bewijs waar de waarheid kan aan getoetst worden -het dagboek van Henrik zijn vrouw- gooit Henrik dan zelf in het haardvuur zonder te openen. Henrik was tot de ontdekking gekomen dat zijn voormalige vriend en zijn vrouw eigenlijk beter bij elkaar pasten (o.a. via de muziek) en dat zijn vrouw vooral dankbaar was voor hem. We vermoeden dan ook dat de titel verwijst naar de passies in ons leven.

Traditiegetrouw wees Chris ons weer op enkele heerlijke literaire passages zoals toen de vader van Henrik met zijn kersverse Franse vrouw door de Hongaarse poesta rijdt en er nu met andere ogen naar kijkt. Of prachtige citaten zoals: "Op de belangrijkste vragen geeft een mens met zijn hele leven antwoord." En: "Mensen van wie de woorden het leven volledig dekken, zijn zeldzaam."

Het boek scoorde zeker niet slecht met een gemiddelde van 8,1/10 (verdeeld als volgt: Christine: 9, Ina: 9, Reinoud: 8, Chris: 7,5, Ludo: 8,5, Geert: 7,5, Ciska: 7). Iedereen is het er trouwens over eens dat de leeservaring rijker wordt door het gesprek in de leesgroep.

Reinoud Van Acker