Op 29 november 2013 kwam ons leesgezelschap bij Ina
samen voor de bespreking van het eerste boek van Jesus Carrasco : “De Vlucht”. Een historische bijeeenkomst, bleek al vlug, want de de suggestie om het gezelschap uit te breiden met een achtste lid werd warm onthaald. Dit na een discussie gevoerd met de noodzakelijke (gespeelde) zwaarwichtigheid. Welkom Jo!
Over naar het echte werk, teksten en boeken. Christine was aan de beurt voor "het fragment". Ze las uit “Kleine dagen” van
Bernard Dewulf, een tekst over de eerste leeservaring van zijn zoontje in een
niet-stripboek. Wat moet een leesgroep meer hebben? Bovendien bleek dat het leesgezelschap wel meer Dewulf-fans telt. En meteen was ook de stap naar het boek van de avond gezet, Carrasco's "De vlucht" uit 2013.
De eerste opmerking betrof de mooie en
aantrekkelijke kaft van het boek: een geitenkopje, verkoopstrategisch belangrijk, maar misschien
ook symbolisch voor de inhoud. Het boek vertelt immers de geschiedenis
van een jongen die zijn huis ontvlucht om een reden die later duidelijk wordt
in het verhaal (sexueel misbruik), en terechtkomt bij een stokoude herder die hem
leert overleven in een ontvolkt en uitgedroogd gebied in centraal Spanje. Een verhaal van honger en dorst, droogte,
scheefgegroeide machtsverhoudingen en uitbuiting, buitensporig geweld, maar
anderzijds ook van tederheid en liefde, goed versus kwaad .
Het verhaal is universeel, leest als een parabel
over goed en kwaad en het geweten in het algemeen, en heeft zeker iets religieus. Het vergt niet zo veel moeite om in de herder Christus te zien, symbool
van het goede en het diepmenselijke en begrijpende. De herder gebruikt bijna de woorden van Jezus en in
zijn omgang met de jongen komt via zijn non-verbale communicatie een onmetelijk
begrijpen en tederheid naar boven. Het
feit dat noch de herder noch de jongen een naam krijgen in het boek
beklemtoont de universaliteit van het verhaal. De vlucht door de droge, dorre gebieden is
als de tocht door de Sinaïwoestijn; de
geit staat symbool voor het zachte en de mogelijkheid tot overleven in een op alle vlakken desastreuze en
gewelddadige omgeving. Sommige
paragrafen doen zelfs denken aan psalmen .
De verhouding tussen de herder en de jongen is
er een van meester – leerling, hoe de
herder zonder woorden onderricht geeft en de jongen leert overleven als
geitenhoeder. Door de mateloze liefde en
goedheid van de herder groeit ondertussen tussen beiden, herder en jongen, een soort tederheid en vertrouwen (voor de jongen iets
onbekends gezien zijn voorgeschiedenis van misbruik). Dit alles geeft de jongen, naast steun voor het loutere
materiële overleven, ook een fundamentele basis voor zijn verdere leven.
Wat zeer opvallend is aan het boek is het zeer
sterk zintuigelijke aspect: al onze
zintuigen worden aangesproken en hoe!
Je ruikt de stank van de herder, je voelt de zon op je lichaam branden,
je hoort de stilte van de verlaten vlaktes, je ziet werkelijk de angst in de
ogen van de jongen. De vele herhalingen, net bezweringen, versterken dit effect. Veel suggesties en vergelijkingen volgen elkaar op, soms
overdreven veel en onbegrijpbaar , maar deze stijlvormen maken de
sfeerschepping soms bijzonder beklijvend.
Wat vond ons leesgezelschap er nu van? Iedereen vond het een mooi
boekje: poëtisch (Geert),
verhaal over overleven, universeel en zeer zintuigelijk. Vooral Ina en Christine liepen hoog op met dit pareltje. Een echt geschenkboekje, zei Christine, dat recht naar het hart gaat en beklijft. Enkel Ciska had reserves: de vaagheid, het traag op
gang komen, en de overdreven beschrijvingen en niet te begrijpen
vergelijkingen. Dit alles vertaalde zich in de punten:
Chris 8, Ina 9 , Ludo 8, Ciska
4.5, Reinoud 9 , Geert 8 , Christine 9
, dus globaal een 8.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten