Inderdaad, deze 'clash' tussen autochtone en allochtone werelden in de Amsterdamse grootstad liet niemand onberoerd. De hoofdpersoon David, joods en uit de wereld van de nette mensen, ziet er niet alleen uit als een Marokkaan, hij voelt zich bovendien onweerstaanbaar aangetrokken tot de allochtone leefwereld, tot vrouwen, heel donker en met 'borsten en bil(len)'. De werelden van Amsterdam Oud Zuid (een nette, betere buurt) en Amsterdam Zuidoost (de Bijlmer, een gore, gekleurde buurt overvol flats) lijken niets gemeen te hebben, maar niet zo voor Vuijsje die heel fijntjes suggereert dat het leven in beide stadsdelen, achter de eerste facade, deels elkaars spiegelbeeld zijn. Maar verzoenbaar zijn ze niet, de wereld van de nette mensen en deze van de Surinamers en Antillianen, en dat ervaart ook de hoofdpersoon. Na maanden ping pong moet David kiezen, en, na een 'bezinningsperiode' in het karikaturale Memphis Tennessee, lijkt Vuijsje te suggereren dat de nette mensen de rug wordt toegekeerd.
'Fijn van eens een boek op het bord te krijgen dat leest als een trein, en bovendien raak typeert en fijne humor rondstrooit'. Daarover waren we het allen eens. Maar verder dan dit, reikte de eensgezindheid niet. Iedereen had uitgesproken meningen over het boek én de behandelede problematiek, te veel om op te noemen: vooral een eerlijk boek (Ina), racisme is geen eenrichtingsverkeer (Ciska), de moeizame zoektocht naar identiteit (Christine), nihilistisch en te gefocust op de 'droesem' van onze samenleving (Reinoud), een uitvergroting van de heersende clichés (Chris), botsende culturen zijn gedwongen naast elkaar te leven (Ludo), een vrouwonvriendelijke roman (Linda, off the record).
O ja, Ludo was de 'koelie' van de avond: verslag maken, nieuw boek voorstellen, introotje brengen. Uit Italo Calvino's De onzichtbare steden (1972), een boek waar nauwelijks een touw aan vast te knopen is en net daarom zo onweerstaanbaar, puurde hij een tekstje over de droomstad Isidora, over dromen die nooit waar worden. Met als epiloog, een concrete droom, met name deze van de net overleden Vaclav Havel over Europa, ons dierbare oude continent in deze voorthollende globaliserende wereld, netjes en raak verwerkt in het Woord Vooraf van Rik van Cauwelaert in Knack nr. 51.
Geen twee zonder drie, dus wordt ook ons volgende boek een droom, een stevig uit de kluiten gewassen exemplaar weliswaar, De droom van de Ier van Mario Vargass Llosa. Vargas Llosa gaf Louise Erdrich (De duivenplaag), op een banddikte, en Robert Vann (Legende van een zelfmoord) het nakijken in een spannende eindsprint; de jongere generatie, Jeniffer Egan en Korneel De Rynck, volgden op een fiestlengte. Hun tijd komt nog.
Het lijk erop dat Vargas Llosa zo langzamerhand de schutspersoon van dit leesgezelschap wordt, vooral nu Leonardo da Vinci niet langer in de running is. Toch maar eerst afwachten hoe die Ier ons bevalt ... Afspraak op 22 februari.
Met dank aan Geert en Linda voor de lange avond gezellige gastvrijheid.