woensdag 12 november 2014

'De cirkel' van Dave Eggers

Het was een mooie avond in de vroege zomer, 3 juli, toen Jo ons rijkelijk bij hem thuis vergastte en verhalen opdiste over de verborgen geschiedenis van zijn wel heel bijzondere huis. Maar plicht riep, en de orde van dag haalde het op kommerloos genieten op een terras in de luwte van de avond.

Vooreerst het voorleesfragment, waarbij Ludo aandacht vroeg voor Joris Note (° 1949), een wat ondergewaardeerde, want (licht) experimentele auteur, die hij leerde kennen door Timmerwerk (2002), een zoektocht van de auteur naar zijn vader met nogal wat verwijzingen naar Brugge. Het fragment plukte hij weg uit een later boek, Hoe ik mijn horloge stuksloeg (2006), de passage waarin de auteur een monoloog opzet over gesproken taal, en  aangeeft hoe taal  hoe langer hoe meer minder gebruikt wordt om de nuances van de werkelijkheid te verwoorden.Taalgebruik wordt sloganesk en zet de nuance opzij: taal opgediend als krachtvoer. Absoluut!

Geef er nog een lap op!! Tijd dus voor de hoofdschotel, De cirkel van Dave Eggers. Gastheer Jo leidde keurig in, onder meer door het boek te plaatsen tegenover Brave new world (1931) en 1984 (1948), en meteen aan te geven hoe De cirkel meer bij Huxley aanleunt (de constructie van een perfect geordende wereld waarin iedereen gelukkig is) dan bij Orwell (de gruwel van "Big Brother" en de onderdrukkende dictatuur). Ook in De cirkel staat het adagium "meer geluk voor iedereen" centraal en de weg naar deze perfecte wereld is maximale transparantie en het uitschakelen van  privacy. Bijzonder aan Eggers boek is dat hij geen toekomstbeeld schetst, maar spreekt over de wereld die momenteel vorm krijgt. Vraag is of we deze virtuele wereld ("wat niet online is, bestaat niet") wensen en of volledige transparantie en vrijheid wel zo dicht bij elkaar liggen. Paradoxaal voor onze tijd is de roep naar meer privacy terwijl in sociale media achteloos intieme zaken worden gedeeld. Evenzeer dat de ongrijpbare krachten die met de virtuele gegevens van miljoenen en miljarden mensen aan de slag gaan, nauwelijks iets in de weg wordt gelegd.

Iedereen had wel iets met dit boek. Chris vond het realiteitsgehalte beklemmend en is bijzonder geïnteresseerd in de problematiek. Ook Reinoud legde de relatie met Huxley en Orwell, vond de actualiteitswaarde sterk, maar twijfelde of de cyberlaag, waarover dit boek gaat, wel zo wereldingrijpend is. Ciska was eveneens gewonnen voor het boek, mede dankzij de opbouw van het verhaal vanuit een geloofwaardige hoofdfiguur (Mae Holland).  Christine, Ina, Geert  en Ludo waren iets minder enthousiast. Vooral beangstigend, het beeld schrikt me af, zei  Christine. Ina en Ludo vonden het boek te weinig sterk geconstrueerd om te overtuigen, en haakten af op de te uitdrukkelijk geserveerde "moraal van het verhaal". Geert vond dan weer de invalshoek beperkt, het plot weinig geloofwaardig, de relaties tussen personen weinig uitgewerkt.

Stof genoeg dus om verder op door te gaan, waarbij vooral Facebook tegen het licht werd gehouden (en 7 van de 8 lezers zich outen niets met Facebook van doen te hebben). Zonder meer was iedereen het erover eens dat het boek aan het denken zet. En deze consensus zette de poort open naar de punten, met: Christine 7, Reinoud 7, Chris 9, Ina 6, Ludo 6, Ciska 8, Geert 6, en Jo 8,5. Gelukkig dat de cyberwereld het hoofdrekenen niet helemaal heeft weggedrukt: 7, 2 rekenden in geen tijd  vlugge cijferaars ons voor. Afrondend diepte Ludo het volgende boek uit zijn rugzak, de zaak Albert Dreyfus, door Robert Harris verpakt in een historische thriller, "De officier", en trok iedereen huiswaarts, de nacht in, op zijn|haar hoede voor mogelijke google driverless cars.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten