zaterdag 7 mei 2016

Leesarchief


  • John Berger (°1926) is overleden (DS 4 januari 2017). De Britse auteur, antropoloog, kunstcriticus enz. die zich terugtrok in een klein Frans bergdorp en er de ontbinding van de rurale samenleving registreerde, Het varken aarde en andere boeken (trilogie De vrucht van hun arbeid, met onder meer het "varken" kwam vorig jaar nog in Nederlandse vertaling uit). Geoff Dyer schreef een boek over Berger, in 1986, zijn eersteling.
  • Het jongste boek van Julia Blackburn (Draad: het delicate leven van John Craske, De Bezige Bij, 2016) doet in meer dan één opzicht denken aan 'De ringen van Saturnus' van W.G. Sebald. Het boek situeert zich in Norfolk, de zee speelt een hoofdrol en het boek is opgebouwd uit stukken die ogenschijnlijk weinig uitstaans met elkaar hebben. En het boek wordt door recensenten zeer hoog ingeschat, "een stil en gelaagd werk" zegt Kathy Mathys in Sdl an 23 september 2016, waarna prompt 5 sterren worden gegeven. 
  • Lang geleden passeerde 'Het leven en de dood in den ast' op een van de lijstjes bij de keuze van een boek. Streuvels novelle uit 1926 maakte evenwel geen kans. Maar zeg nooit:  'nooit', nu er een nieuwe editie uit is (Lannoo, 2016, 120 p), én een kunstboek "Ast" bij dezelfde uitgever, met zwart-wit foto's die de sfeer vatten. "Een absoluut meesterwerk", zegt Koen Peeters; "een totaal meesterwerk" dixit David Van Reybrouck. Komaan!
  • Leen Huet is een kunsthistorica met een fijne pen en een grote verbeeldingskracht. De kunstenaarsbiografie over Pieter Bruegel (1525?-1569) is een fraai staaltje van haar kunnen. Dit vuistdik boek over een man van wie nauwelijks biografische gegevens zijn overgeleverd, is meteen een portret van de zestiende-eeuwse geleerdenwereld en een inleving in een bijzonder bewogen tijd (Opstand tegen Spanje).  Want Breugel was niet de "boerenschilder", wel een hooggestemde humanist binnen een intens netwerk (Uitgeverij Polis, 2016, 472 p.).
  • De laatste pagina van StL verbindt telkens twee schrijvers door middel van een brief. In Stl 3349 richt Sarah Hall (onder meer De komst van de wolven) zich vol bewondering tot de vorig jaar overleden Amerikaanse auteur James Salter (Lichtjaren, Alles wat is,  en het autobiografische Dwars door de dagen): 'Zo'n uitmuntende literatuur, altijd onmiskenbaar Salter. Sensueel, integer, gul van geest. Ze toonde ons wat echt in ons binnenste zit, ze brak de dingen open... We zijn de slachtoffers van het leven'. 

vrijdag 6 mei 2016

Brugs leesgezelschap bepaalt literaire agenda

Bescheidenheid is een niet onaardige deugd, maar soms moet je ook de dingen durven zeggen zoals ze zijn. En dat is dat juryleden van de meest prestigieuze literaire prijzen in  ons taalgebied nauwgezet onze blog volgen. Wij, het Brugse leesgezelschap, zetten Muidhond en De onderwaterzwemmer op onze leeslijst, en prezen beide boeken net niet de hemel in, wat ze meteen
"incontournable" maakt. De geleerde jury mag zich dan nog wel uitsloven in hoogdravende leesrapporten; de simpele waarheid is dat hij geen andere keus had dan beide boeken te nomineren, zowel voor Libris als voor Fintro (was: Gouden Uil).

Zal "Het Brugse leesgezelschap" in het juryverslag worden vermeld? Uiteraard niet. Wij blijven lekker onder de radar vliegen, maar weten: wij bepalen de literaire agenda.

Lezen onder de Egyptische zon


"Kom je op je wandelwegen een bijzondere bibliotheek, boekhandel of wat dan ook in verband met boeken tegen, stuur ons een fotootje". Voor onze blog. Deze vernieuwde oproep was nog niet koud, of onze Midden-Oostenmedewerker deponeerde dit plaatje in de brievenbus van het leesgezelschap. Egypte is de plaats, lekker lezen in het zonnetje de boodschap. En heb je je boek uit, je laat het achter in het bibliotheekje. Je vindt er wat Nederlandse boeken, wie Russisch kent heeft ruimere keuzemogelijkheden. Dank u wel, Linda!

'De onderwaterzwemmer' van Pieter Frans Thomése


Het is midden november en het leesgezelschap nestelt zich in de gezellige woonkamer van Jo. Boeken zijn hier overal, ons ideale biotoop dus. Er is een intro en een boek te bespreken, het belooft opnieuw een onvergetelijke avond te worden.

Met een voorleesstukje mag Ludo de dans openen en hij koos – het stond in de sterren geschreven – voor Chris De Stoops ‘Dit is mijn hof’, met name het stukje waarin de hormoneninspectie toeslaat op zijn ouderlijke hof. Dit was een passage die Chris De Stoop zelf voorlas op een lezing in Eeklo (1 oktober 2015). “Een gezonde samenleving heeft een gezonde landbouw nodig” is de grondtoon van ‘Dit is mijn hof’.  Stof tot discussie, maar daar is in een voorleesmoment geen plaats voor. Jammer.

Intussen bevolken fijne bieren (uit de kelder of de ijskast!), wijn en heerlijke hapjes de tafel, waarop nu ook het boek van de avond wordt gelegd, ‘De onderwaterzwemmer’, de jongste roman van de Nederlandse auteur Pieter Frans Thomése (°1958). Jo had al eerder onze aandacht op Thomése gevestigd, onder meer door voor te lezen uit ‘Schaduwkind’. ‘De onderwaterzwemmer’ bestaat uit drie delen, drie perioden uit het leven van de hoofdpersoon Tin: de jongen van 14 jaar die in oorlogstijd met zijn vader de rivier overzwemt, de volwassen man die zijn vrouw vergezelt op een uit de hand lopende Afrikareis op zoek naar hun|haar Forster-Parents-kind, de “ouderling” in een ziekenhuisbed in Cuba.

Alle lezers vinden dit een bijzonder boek: goed geschreven, gevoelig, ontroerend en soms hilarisch, diepgravend in de “condition humaine”. Verschil in waardering ligt hem vooral in de verhouding van de drie delen. Iedereen vindt de manier waarop in het eerste deel een traumatische ervaring literair vorm krijgt, sterk,  ontroerend, heel mooi. Een hoofdstuk dat zo in bloemlezingen Nederlandse literatuur thuishoort. Chris vraagt zich wel af of de toon hier goed zit: zijn dit de reflecties van een veertienjarige? Zijn voorkeur gaat uit naar het middenluik, met een aantal fenomenale scènes. Onder
meer Ciska, Ina, Reinoud en Ludo ervaren het afsluitende deel als ongeloofwaardig, te gemakkelijk, waardoor afbreuk wordt gedaan aan het volledige verhaal. Vooral Christine en Jo hebben oog voor het evenwicht in het boek. Ze wijzen erop hoe de auteur bijzonder knap de drie fasen van het leven vorm geeft door verandering in toon, stijl en woordgebruik. Zo weerspiegelt de ironische toon in het tweede deel de taal van een volwassen man die zich onzeker voelt. 
    
Vele grote vragen worden in dit boek aan de orde gesteld, onder en boven de oppervlakte. Hoe omgaan met schuld? En met verlies? Verlies en schuld. Is het mogelijk om een ander te worden, een nieuwe mens te worden? “Onmacht”, wordt dan op tafel gelegd, als centraal thema. Of “onrust”. Of nog: “Angst om te leven, om dingen te doen”, wat het boek meteen ook zo actueel maakt. Het zijn ook deze vragen waarover verder wordt gereflecteerd, goed wetend, een antwoord komt er niet, het is het bevragen, steeds opnieuw, die ons maakt tot wie we zijn, broze, zoekende mensen. Het geven van de punten is dan het signaal om ons terug tot de orde van de dag te brengen: Geert 8, Christine 7,5, Chris 6,5, Ciska 7,5, Ina 6, Ludo 7, Jo 8,5 en Reinoud 6,5, wat een eindresultaat van 71,9 oplevert.


En, zo gaat dit al jaren in ons gezelschap, wie opent, mag ook afsluiten, dit met de voorstelling van het nieuwe boek. Ludo haalt uit zijn tas een bundel kortverhalen van Alice Munro, ‘Te veel geluk’. Waarop iedereen in de nacht verdwijnt, hoopvol om de overkant te bereiken.