maandag 20 augustus 2012

'Mijn kleine oorlog' van Louis-Paul Boon

Op 15 juni bespreken we bij Chris ‘Mijn kleine oorlog’ van Boon. Ik mag openen met een gedicht van Delphine Lecompte, een soms omstreden maar in mijn ogen zeer oprechte dichteres. Het gedicht ‘Schuttersbijeenkomst’ vinden jullie op pagina 39 van haar bundel ‘De dieren in mij’ (voor wie meteen naar de boekhandel wil rennen).

Dan is het de beurt aan het dunne boekje van Boon. Hierin verklaart de auteur ‘Oorlog aan de Oorlog’, dixit Willem Elsschot. Het wel en vooral wee van de Tweede Wereldoorlog in een kleine gemeenschap wordt belicht. In enkele pennenstreken worden (al bij al veel) personages neergezet. Met enig mededogen worden de bokkensprongen van mensen in schrijnende omstandigheden beschreven. Zonder veel franjes, vaak recht naar het hart van de lezer. De tekstfragmenten (als ik ze zo mag noemen) verschenen eerst als columns en werden pas later gebundeld. Dat dit voelbaar is, betwist niemand. Maar verder zijn de meningen vanavond behoorlijk verdeeld. Volgens sommige lezers is Boon een mensenkenner en -liefhebber bij uitstek, die prachtige portretten neerzet. GeĆ«ngageerd ook, met een sterk rechtvaardigheidsgevoel schetst hij ‘working class heroes’ met hun kleine kantjes (zeker Ludo, Reinoud en Christine zijn deze mening toegedaan, ikzelf ook een beetje). Daarnaast is er bij sommige lezers het gevoel dat het allemaal niet onder je vel kruipt, dat het het ene oor in en het andere snel weer uit gaat. Het fragmentaire en anekdotische lijken een beetje te ver te gaan, en zo blijft er weinig hangen (Geert en Ciska). En dan is er nog iets ‘tussenin’. Chris die niet veel inleving voelt, maar het toch boeiende lectuur vond. Ikzelf die de directe stijl en emotie echt goed vind, maar toch ook moet bekennen dat veel personages en situaties snel weer vergeten waren. Er zijn weinig ervaren Boon-lezers in dit gezelschap, en interesse voor de figuur en z’n werk is er zeker. Een zekere fascinatie zelfs, soms gekoppeld aan wat ergernis.

Redenen te over om op zoek te gaan naar een dag in september waarop we op verkenning kunnen gaan in ‘zijn’ Aalst. Het is niet voor niets Boon-jaar.

Maar eerst de punten: Ciska geeft een 4, Ludo een 9. Geert een 5, Reinoud 6,5. Christine 7,5, Chris een 6. Samen met mijn 7 levert dit ‘Mijn kleine oorlog’ een 6,4 op.

We zien mekaar terug op 22 augustus voor Javier Marias met ‘De verliefden’.

Ina

'De halfbroer' van Lars Saabye Christensen

En het is niet waar dat de tijd alle wonden heelt. De tijd bevriest de wonden tot open littekens.

Op de dag van de arbeid kwamen we uitgerust samen en bogen ons over ‘De halfbroer’ van Lars Saabye Christensen. Deze Noorse bestseller verzamelde in ScandinaviĆ« zowat alle denkbare literaire prijzen. Dit familie-epos, haarfijn geografisch en historisch gesetteld in het Noorwegen en Oslo van de twintigste eeuw, verhaalt op meeslepende wijze over Barnum en diens relatie met halfbroer Fred. Een onstuitbare beeldenpracht gelardeerd met talloze anekdotes lieten ons dobberen langsheen de levens van het gezin van beide broers. Zo werkt Boletta, de grootmoeder, in een telegraafkantoor. Althans, dat wordt lang gedacht.

Ze sturen signalen door de bovengrondse lijnen over de bergen, door de kabels onder de stenen, ze sturen zichzelf appartementen en huizen binnen, naar de juiste toestellen, die plotseling gaan rinkelen en mensen kunnen de hoorn opnemen en een stem horen die ze misschien hebben gemist, de stem van iemand van wie ze houden en die iets noodzakelijks en moois te zeggen heeft. En ze koppelen al die stemmen tot gesprekken, ze binden het land vast met draden van woorden, …
Naar goede gewoonte varieerden de meningen. Zo worstelde Christine er zich bij momenten doorheen. Niet dat ze geen oog had voor de vele mooie en/of hilarische passages, maar te veel gedachten van al of niet filosofische signatuur bezwaarden voor haar het lezen.

Vertel eens wat over jezelf, Barnum.’ ‘Er valt niet veel te vertellen’, zei ik. De directeur werd een beetje ongeduldig, zijn tanden maakten geluid rond het mondstuk. ‘Een synopsis, Barnum. Niet het hele script.’ Ik dacht na. En ik herinnerde me iets wat vader ooit gezegd had, dat het noodzakelijk was twijfel te zaaien, want de hele en volledige waarheid is saai, die maakt mensen lui en vergeetachtig, terwijl de twijfel je nooit loslaat.

De hoogste drempel voor haar was het traumatische waar werkelijk alle personages door getekend zijn. Waar is het licht naast het donker?

Moeder glimlacht op haar bangelijke manier. ‘Je ziet er goed uit, Barnum.’ ‘Is dat zo?’ ‘Zo goed als maar kan.’ ‘Ja, zo goed als maar kan’, herhaalde ik en het trof me dat dat een eenzame zin was, zo goed als maar kan, beter kon ik niet worden, ik had mijn top bereikt en die lag lager dan bij de meeste mensen.

Ludo vond ‘De halfbroer’ te lang – zoals het een epos beaamt, 640 pagina’s -, een aantal stukken konden heus korter. Vooral het eerste deel dat zich focust op het driegeslacht ‘De Oude – Boletta – Vera’, respectievelijk overgrootmoeder, grootmoeder en moeder, charmeerde hem. Het overleven in moeilijke omstandigheden. De kracht van deze personages overstegen voor Ludo het verhaal. De gekwetstheid van alle figuren, gecombineerd met het onmiskenbaar magische in de anekdotiek, maakten voor hem de rijkdom uit. Af en toe diagonaal, maar niettemin graag gelezen. Het magisch-realistische karakter lag Ina minder goed, de al te grote toevalligheden verstoorden soms het lezen. Toch genoot ook Ina. De soms ook positieve emoties vormden een deugddoend contragewicht voor het traumatisch waarvan eerder sprake. Chris, Reinoud en Ciska voelden zich net erg aangetrokken door dat magisch-realistische, lieten zich overrompelen door de fantasie en de sprankelende creativiteit binnen de anekdotiek, door de Scandinavische sfeer. Kort samengevat vonden ze dit een meesterlijk boek. De bijfiguren en vele zijsprongetjes droegen voor hen bij aan de rijkdom van het verhaal. Ze kregen bij wijze van spreken nauwelijks genoeg van alle ballast in ‘De halfbroer’.

Op school huilden de volwassenen ook. De juffen en de meesters huilden. Ze probeerden het in te houden, maar het lukte niet en tenslotte gaven ze het op. Het was een raar gezicht. Ik bedacht dat niets meer zoals vroeger kon zijn, nu we hen hadden zien huilen.

Omdat we tradities in ere houden, werden punten toegekend. Christine: 6, Ludo: 7, Ina: 7, Reinoud: 9, Chris: 9 en Ciska: 8,5. Dit leverde een gemiddelde op van 7,75/10.