zondag 15 mei 2011

'Congo, een geschiedenis' van David van Reybrouck

Vanavond, maandag 28 maart 2011, zijn we te gast bij Chris en het boek op tafel is het lijvige ‘Congo, een geschiedenis’ van David Van Reybrouck. Niet alle lezers hebben de eindmeet gehaald. Desondanks komen de tongen snel los over ‘Congo’ en zo blijkt dat het boek niemand koud laat.

Van Reybrouck schreef dit boek blijkbaar deels uit eigen nood aan een geschiedenis van Congo. Wie het leest, krijgt een (in mijn eigen ogen) behoorlijk volledig overzicht van de vrij recente geschiedenis van het land. De precisie van onderzoek en beschrijving wordt door menig lezer geprezen; data, cijfers, situering van religies en politieke partijen (waarvan de afkortingen ons weliswaar naar het einde toe steeds meer doen duizelen)… ontbreken niet.
Bovendien blijkt voor de Belgische lezer dit boek een beetje een puzzel te zijn waarvan de stukjes eindelijk in mekaar vallen. Naast alom gekende namen genre ‘Lumumba’ zijn er immers heel wat andere, even exotisch maar voor ons toch een beetje vertrouwd omdat hun klank in het journaal tijdens onze kinder-of jeugdjaren regelmatig te horen was. Maar hoe de vork juist in de steel zat, wordt (weer) duidelijk tijdens het lezen van ‘Congo’. Daarnaast zijn er –veel persoonlijker- de herinneringen die enkele van ons hebben aan familie of vrienden die een tijd van hun leven doorbrachten in ‘de Congo’. Hun heimwee, hun gemengde gevoelens, hun eigenaardigheden…kwamen eveneens terug tijdens onze lectuur en de bespreking bij Chris.

Toch weerklinkt er ook een kritische noot over het boek; een ‘personage’ als Nkasi (zo oud dat Van Reybrouck hem aarzelend vraagt of hij Stanley nog gekend heeft) doet menige wenkbrauw fronsen. Anderzijds is dit misschien niet iets om ons blind op te staren, het brengt in geen geval (voor mij dan) de geloofwaardigheid van dit huzarenstuk aan het wankelen.
Wat raakt het meest in dit boek? Voor mij niet de cijfers, de data, de gedetailleerde beschrijvingen van een zo bewogen geschiedenis. Wel de liefde van de auteur voor zijn onderwerp, voor het land en vooral voor de Congolezen. De warme ontmoetingen die hij met hen heeft, die gevoelig maar nooit melig beschreven worden. Het schrille contrast dan met de wreedheden in Congo, vroeger en helaas ook nu. De beschrijving van moedige mensen die –hoe dan ook- verder leven.
En vergeten we niet de pen van Van Reybrouck. Die heeft voor mij iets tijdloos, en ook dat maakt dat hij het ‘geschiedenisboek’ overstijgt.

Een voorbeeld op bladzijde 285, de aanvang van het hoofdstuk ‘Een donderdag in juni’ over de dag van de onafhankelijkheid. Jamais Kolongo maakt zich op voor de grote dag, en de auteur beschrijft kort maar indrukwekkend Kinshasha op dit vroege uur:
‘De ceremonie was pas om elf uur, maar dit was niet zomaar een dag. De stad van bijna een half miljoen inwoners was nog donker en stil. Een lome hitte hing tussen de huizen en de hutten. Niets bewoog. De was: roerloos aan de lijn. Het vuur: broze sintels as. Onzichtbaar sliepen de kinderen in hoekige houdingen. Onzichtbaar lagen mannen en vrouwen tegen elkaar aan – troost voor één nacht, of voor een heel leven. Op de lege boulevard sprongen de verkeerslichten lusteloos van groen op oranje op rood. In de Europese wijken was het water van de zwembaden rimpelloos. De vogels zwegen nog. En verderop, voorbij de tuinen en de villa’s, de gazons en bougainvilles, gleed het zwarte water van de machtige rivier stil voorbij. Nog steeds dreven eilandjes van vegetatie mee, graszoden en planten, honderden kilometers hogerop losgerukt uit het oerwoud, boomstronken die wentelden in het donker en straks bij de eerste stroomversnellingen zouden oprijzen en stuiteren in het schuim van de rivier. Zo ging het al duizenden jaren lang. De natuur trok zich niets aan van deze bijzondere dag.’

Terug naar de nuchtere realiteit van de leesgroep: de ‘score’ voor Congo, 7,7/10. Dit is de optelsom van 5 (Geert), 8,5 (Ciska), 8 (Chris), 8 (Ludo), 8 (Reinoud), 8 (Christine, onze nieuwe lezer die hier een warm welkom verdient), 8 (Ina).
Gewoontegetrouw werd er gestart met een citaat uit een ander boek. Ik koos voor een fragment uit ‘Dwarskijker’, een verzameling colums van Rudy Vandendaele uit Humo (1991-1998). Vandendaele staat bekend als kritische, soms cynische toeschouwer van de Vlaamse televisiewereld. In het stukje in kwestie hekelt hij ‘Goedele’ die in een uitzending over ‘extreme dierenliefde’ nogal schaamteloos enkele kwetsbare, trieste ‘dierenliefhebbers’ te kijk zet. Ik vond het pijnlijke contrast met ‘Congo’ ook veelzeggend.

Het volgende boek is een Amerikaanse klassieker, ‘Spaar de spotvogel’ van Harper Lee.

Ina

Geen opmerkingen:

Een reactie posten