Ontvangen op woensdag 14 december 2022 bij Ina, die pas terugkwam uit Wenen en verbaasd was dat zich daar het Venusbeeldje van Willendorf bevindt. Zo kwam naar aanleiding van dit sculptuurtje een geanimeerd gesprek over bodyshaming op gang. Het beeldje, slechts 11cm groot gevonden op
de linkeroever van de Donau en afkomstig uit het paleolithicum (ongeveer 22000 jaar geleden) is een afbeelding van een “oervrouw“, voluptueus in haar vrouwelijke rondingen, symbool voor vruchtbaarheid. Ina was onder de indruk en ontmoette de dag nadien in het mooie art-deco Amalienzwembad een echte Weense Venus, quasi identiek aan het beeldje. En komt daar spontaan het woord “bodyshaming” om de hoek loeren; gelukkig had ze geen GSM bij de hand …
Naar het boek. Dit zijn de namen van Tommy Wieringa bestaat uit twee parallelle verhalen die pas heel ver in het boek samenvloeien (te ver volgens velen, je zit er als het ware op te wachten). Het eerste verhaal is er een over vluchtelingen, vertrokken vanuit een ongedefinieerd land in het oosten, stappend door een soort woestijn naar het westen, vluchtend en op zoek naar een beter leven. Wat volgt, is een levendige beschrijving van alle ellende die ze meemaken onderweg, gaande van misleiding (valse grenspost), honger, kou en uitputting tot de dood. Een sublieme tekening van het verlies van hun moreel kompas tot ten slotte alleen de wet van de sterkste heerst. Niemand heeft een naam, men is anoniem als vluchteling, zodat mededogen niet hoeft: men is “de lange”, “de jongen”, “de vrouw”, “de stroper”, ”de Afrikaan”. Ook discriminatie tegenover de Afrikaan - geen mens in hun ogen - is schrijnend. De fundamentele angst voor het onbekende zwart, verdacht van duistere krachten, is een van de thema’s in het boek. Vreemd hoe, nadat hij door de groep werd omgebracht, zijn “toverkrachten” hun rol blijven spelen. Hij krijgt postuum de status van geluksbrenger en zijn hoofd wordt als relikwie meegedragen, hopend dat het verlossing uit hun lijden zal brengen. Ontstaan religies op deze manier?
Het andere, parallelle verhaal is bijna het tegenovergestelde. Pontus Beg, politiecommissaris in een door en door corrupte en dictatoriale samenleving, gedesillusioneerd in het leven, zonder enig perspectief, maar slim en heel bedreven in het overleven in een dergelijke maatschappij, ontdekt door een lied en andere herinneringen zijn joodse origine. Met de hulp van de laatste overblijvende jood en rabbijn van zijn dorp gaat er een nieuwe wereld voor hem open en krijgt hij een nieuwe levenswil en een doel. Deze overwinning van het menselijke, het empathische en het zorgende komt tot uiting tijdens zijn verhoren van de vluchtelingen. Ze krijgen eindelijk een naam en, in zijn meesterlijke zet om de jongen te redden van de ondergang, maakt hij de jongen tot zijn zoon.
Wat vond de groep van het boek?
Chris verwees naar de heel mooie en toepasselijke titel. Als vluchteling is men anoniem. Pas als iemand je ziet, je geschiedenis kent en empathie vertoont, krijg je een naam. Zei Levinas dat ook al niet: “In de blik van een ander wordt men iemand". Iedereen was het erover eens dat de taal bijzonder mooi was, prachtige vergelijkingen en zeer vlot geschreven, sublieme sfeerschepping , meeslepend in rauwheid en afschuw. Chris vond dat de karakters minder goed uitgediept waren. De naamlozen zijn immers gekenmerkt door hun functie in de groep; de sfeer is het belangrijkst en doet denken aan het eerder gelezen De vlucht van Jesús Carrasco.
Anderzijds wees Christine op de karaktertekening van Pontus Beg: aanvankelijk zijn desillusie, zijn aanpassing aan het corrupte en zijn sluwheid en slimheid en daarna zijn transitie tot een milder, empathischer mens met een doel.
Algemeen vond iedereen het eerste verhaal sterker: pijnlijk
in zijn rauwheid, maar zo mooi en betekenisvol, ook in onze tijden … Het tweede verhaal vond
men niet geloofwaardig , te ver gezocht soms. Zo vonden velen het herinneren
van het Joodse liedje erbij gesleurd, en ook Israël als beloofde land voor de
jongen wekte weerzin en kritiek. Jo vond de vroeger gelezen boeken van Wieringa
beter, zeker Heilige Rita en Jo Speedboot. Dit zijn de namen
is te rauw en te karikaturaal.
De vrouwen komen er in dit boek niet goed uit. Dat geldt
voor onder meer de werkvrouw van Pontus, ook voor de vrouw bij de vluchtelingen.
Deze laatste is de opstoker om de Afrikaan te vermoorden en nadien de oorzaak
van de devotie. Ligt hier een parallel met Eva uit de Bijbel?
Het valt op hoe de burgemeester respectloos Pontus Beg
steeds met zijn voornaam aansprak. Namen als teken van respect, maar ook
andersom?
Niet te vergeten, de punten die heel gelijklopend waren (iedereen 7 of 7,5 enkel Ina 8 en Christine 8,5), wat een score van 74 opleverde.
Christine