vrijdag 13 maart 2020

Lijstjes


  • Wat bomen ons vertellen: een geschiedenis van de wereld in jaarringen (Lannoo, 2019) is een fascinerend boek van Valerie Trouet uit Leuven, een dendroklimatoloog werkzaam in de VS, een topwetenschapper. Vanuit haar vakexpertise benadert ze moeilijk te verklaren fenomenen uit de wereldgeschiedenis, geen wilde verhalen, wel echte wetenschap.
  • Naar aanleiding van de literaire biografie van Paul De Wispelaere door Andreas Van Rompaey  De Wispelaeres 'Het verkoolde alfabet: dagboek 1990-1991' (Privé-domein, 179) gelezen, zijn beste werk, gelaagd, fascinerende literatuur. En van daar naar Benno Barnard, Uitgesteld paradijs, 1987 (Prive-domein, 132 ). 
  • 'Hoe lang moet je naar een Bruegel kijken om je vader te zien?'. Wat is dat nu voor een rare vraag. Het is wel de vraag waarmee Peter Jacobs zijn bespreking opent van Toby Ferris' boek Short life in a strange world. Een non-fictieboek met een vreemd obsessief project van de auteur als rode draad: het in situ bekijken van de 42 overgeleverde werken van Pieter Bruegel  de Oude, wereldwijd. Dit resulteert in een vreemd boek, chaotisch, maar 'prachtig geschreven en geïllustreerd' (SdL 3556). 
  • Met enige overdrijving: je kan geen aflevering van TLS ter hand nemen, of er wordt een boek van of over William Shakespeare besproken. Op 17 april 2020 was het goed prijs: Shakespeare vormde het thema, met een handvol nieuwe studies en edities. Het kleine subgenre van boeken waarbij een kleine notitie in een verwaarloosd archief een hele wereld openbaart, heeft zo zijn eigen liefhebbers. Shakespeare's first reader: the paper trails of Richard Stonley van Jason Scott-Warren is een boek voor deze zonderlingen. In zijn rekeningboek noteerde de financiële ambtenaar Richard Stonley de aankoop van een exemplaar van het eerste gedrukte boek van Shakespeare, Venus en Adonis, 1593. En hop, we zijn vertrokken voor een 300 bladzijden adembenemend avontuur in het laat-zestiende-eeuwse Londen.
  • Twee boeken die zowaar tegen de stroom in bewegen, Laat het schreeuwen, laat het branden van Leslie Jamison, met de mooie walvismetafoor, over even aanraken, empathie en roepen in de leegte, en Weerverwachting van Jenny Offill, die in een breed interview (SdL 3547) een lans breekt voor bibliotheken, 'een van de weinige plekken van generositeit die er nog zijn'. Vijf sterren is voor weinigen weggelegd, wel voor Jakub Malecki met Roest, het leven zoals het is op het Poolse platteland, en - jawel, Polen - de last van het verleden (SdL, 3548).
  • Gaston Durnez, einde vorig jaar overleden (22 november 2019), was een bewonderaar van die andere journalist én schrijver, Gilbert Keith Chesterton (1874-1936), de geestelijke vader van Father Brown, over wie hij in 2006 De lach van Chesterton schreef. Werk dat ook vandaag nog kan bekoren, zegt Els.
  • Het werk van de Britse schrijver John Berger staat niet in de schijnwerpers, heeft daar nooit gestaan. Toen hij in 2017 overleed was er nog even aandacht voor de man die het onzichtbare zichtbaar wou maken, boeken geïnspireerd door zijn verblijf in het Franse Alpendorp Quincy. Een veelzijdig oeuvre, met de trilogie De vrucht van hun arbeid (nieuwe Nederlandse editie, Schokland, 2016) als zijn hoofdwerk, over het dorp en de agrarische wereld die desintegreren. Geen toeval dat Berger goed bevriend was met Henri Cartier-Bresson (+ 2004), de fotograaf  met evenzeer een oog voor het schijnbaar onzichtbare. Met dank aan Toon Horsten, en zijn stukje in DS 4 januari 2017.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten