zaterdag 28 juni 2025

'North Woords' van Daniël Mason

Op 20 juni 2025 kwamen we samen bij Ciska in haar jachthuisje, te vinden in de oostelijke gebieden van Sint-Massachussets (geen spoor van die gerooide appelbomen). Voor het laatst, want ze bracht de blijde tijding van een nieuw huis, vlakbij, om de lezers met een beperkte oriëntatie niet al te veel te bruuskeren. We kijken er naar uit. Het was te warm om buiten te zitten, binnen onvoldoende koud  om af te koelen, maar we sloegen er ons dapper door. We bleven naar gewoonte niet hangen tot diep in de nacht, de dag erop volgde al de ochtendsessie met Ludo te Loppem waar we het kasteel én het archief zouden bezoeken.

Chris mocht inleiden en dat deed hij tweeërlei. Hij liet zich hierbij vooreerst inspireren door de tentoonstelling ‘Panamarenko’s ZOO aan ZEE’ die hij die namiddag bezocht had. Het toepasselijke gedicht ‘Altijd’ van Luuk Gruwez had er hem getroffen ...



Er zijn heel tedere machines nodig

Om op een mooie dag naar nergens te vliegen.

Propellers, buizen, bouten zijn er nodig,

Het vallend blad van een plataan,

Misschien het oorsmeer van een kind

 

En veel van het onmogelijke mooiste.

Er moet, heel opgewekt, een witte merel zingen,

Een voorjaarsochtend in een schrikkeljaar.

Dit alles is beslist vereist

Voor wie naar nergens wenst te vliegen.

 

Want nergens is een plek met pech

En als niet alles fout kan gaan,

Dan is er niets dat lukken zal.

De tederste machines zijn er nodig

Om op een mooie dag te vliegen.

 


Voorts las hij het openingsfragment uit ‘Het onvergetelijke jaar van Tomoko’, een roman van de Japanse Yoko Ogawa. Chris had tijdens zijn Camino ‘De Geheugenpolitie’ gelezen, eveneens een prachtige roman. Yoko Ogawa vertelt op weinig spectaculaire wijze, in een heldere taal, verhalen waarin je rustig thuis kunt komen. Hoe verontrustend bijvoorbeeld ‘De Geheugenpolitie’ ook is, gewone mensen leiden er dapper en kabbelend hun leven.

Maar we waren samen gekomen om ons te buigen over ‘North Woods’ van Daniel Mason. De roman uit 2023 werd genomineerd voor de Pulitzerprijs. Deze verhalenmozaïek schetst de verscheidene bewoners van een afgelegen blokhut doorheen de geschiedenis. De blokhut wordt een huis en is tegelijk met zijn overweldigende omringende natuur een hoofdpersonage in een lappendeken van gebeurtenissen. 

Tijdens de eerste ronde volgde ook bij ons de loftrompet op de complex gecomponeerd roman die talloze thema’s aanraakt. Ludo (6,5) toonde desondanks enige reserve in zijn eindoordeel, liep op de duur wat verloren in de oneindig vermengde thema’s, de voortdurende kruisverwijzingen. In onderdelen best genietbaar – citeerde Ovidius: “Alles verandert, maar niks gaat verloren.” - , blij dat hij het gelezen had, maar Ludo zou het niemand aanbevelen. Chris (4) was niet blij dat hij het gelezen had, had zich door de voortdurende aanzetten die nooit een vervolg leken te kennen, nooit betrokken gevoeld op de personages, of op het verhaal. Zelfs de voortdurende natuurbeschrijvingen hadden hem danig verveeld, en dat voor een natuurliefhebber. Te vaak had hij bij het lezen moeite met het nadrukkelijk geconstrueerde en tevens wat het gevoel bij de auteur van: “Zie eens wat ik allemaal kan.” Geert (7) vond tijdens een eerste leesperiode het eerste deel schitterend, maar geraakte later ondanks de vele mooie verhalen nog moeilijk in het boek. De natuurbeschrijvingen hadden hem oeverloos geleken, en er waren nogal wat stukken die hem niet konden boeien. 


Onze 5 overige leesgenoten waren zondermeer in de wolken met deze roman, superlatieven struikelden over mekaar heen. Reinoud (8) was meegesleept door het verhaal, vond het prachtig hoe gans die Amerikaanse geschiedenis was verwerkt in het boek. De opbouw naar het einde toe, abstract en metafysisch (een vleugje Márquez), vond hij zeer goed. Hij zou het iedereen aanraden. Jo (8) leek getroffen door die verpletterende aanwezigheid van de natuur die ziet hoe de mens zich onmogelijk maakt, de menselijke overmoed. Het onvermogen van de mens om gelukkig te worden komt in deze roman sterk naar voor. De symboliek van de appel vond hij zo mooi, die jaloezie ook tussen die twee dochters van de appelteler. Jo had ook nog twee kritische bedenkingen: zeker 150 pagina’s te lang, en hij onderschreef het eerder aangehaalde gevoel van Ludo en Chris: “Kijk eens wat ik allemaal kan.” Ina (8) moest er eerst even inkomen (“Oei, die stijl …”), ze was ook niet altijd helemaal mee, maar door te huppelen van verhaal naar verhaal (leuk met mekaar verweven) had ze erg genoten. Ze dacht vaak aan impressionisme: één huis waar alles gebeurt. De roman omschrijft een soort Amerika waar ze naar verlangt om ooit te zien. Christine (8,5) had het heel graag gelezen, vindt het een fantastisch boek. Die blokhut als centraal gegeven, die Amerikaanse geschiedenis die in gans het verhaal verweven is. En hoe die voortdurende evolutie in de natuur gelijkloopt met de voortdurende evolutie van de mens. Het magische element had haar erg bevallen. Ook Christine had een boontje voor het verhaal van die twee zusters, hoe de ene leeft met haar hersens, de andere met haar hart. Het stuk over de waarzegster, hilarisch. Ook gastvrouw Ciska (8,5) wees ons op de humor in ‘North Woods’, een absurd grappig boek. Ze vond het een heerlijke roman, al die beschrijvingen van de natuur, fantastisch. Zelfs die uitvoerige beschrijving van de paringsdans van de tor had Ciska blijkbaar naar hogere sferen gebracht, zo leek het toch. De roman zit vol mooie figuren, met veel zin voor detail omschreven. De kleinmenselijke kantjes zijn mooi verwerkt. Het boek vertelt ook – zonder extreem zwaar te zijn – over wat is tussen hemel en aarde, over de tussenwereld. Wat zijn wij soms extreem rationeel. Ook haar had het verhaal van de twee zussen haar midscheeps getroffen


.Vervolgens verdiepten we ons in de tweede ronde – die zich traditioneel reeds had gewrongen doorheen de eerste ronde – in tal van thema’s die het boek aanraakte, discussies volgden, met aanleunende en tegenduwende meningen die mekaar opstuwden (die tussenwereld is volop gevoed). Is er naast de realiteit een andere realiteit? In tegenstelling tot sommigen had Ludo dit thema niet gevoeld in de roman, ook al is hij daar enigszins gevoelig voor. Zo geraakten we ook de stijl van het boek van, het al of niet magisch-realisme. De meesten van ons vonden die tussenliggende afbeeldingen erg geslaagd, net als de gedichten en de liedteksten die het geheel opvrolijkten (of Chris deden geeuwen). Ina introduceerde enkelen van ons in het ‘True Crime’-universum, en er werd ook nog gelachen bij het schuivende zebra-tapijtje tijdens de vrijscène van de waarzegster. Zo schoven de punten naar een gemiddelde van 7,3 en beslisten we om de volgende keer ‘Oroppa’ van Safae el Khannoussi te lezen.